Hoe kostscholen de cultuur van de oorspronkelijke Amerikanen vernietigden

De vondst van honderden anonieme kindergraven bij kostscholen in Canada maakte het de afgelopen zomer voor iedereen duidelijk: generaties kinderen uit de oorspronkelijke bevolkingsgroepen die van de overheid verplicht naar de internaten moesten, hebben daar vreselijke ontberingen doorstaan. Voor de oorspronkelijke bewoners zelf was dat geen nieuws. In de Verenigde Staten, waar een vergelijkbaar systeem van kostscholen bestond, was het voor de Powhatans al begin 17de eeuw zonneklaar. Niet voor niets werden juist de kolonisten die betrokken waren bij de kostscholen en het beschavingsoffensief buitengemeen wreed vermoord tijdens het Jamestown massacre in 1622.

Hoe de oorspronkelijke bewoners een ultieme poging deden om de Engelsen uit hun leefgebied te weren, lees je in het maartnummer van Geschiedenis Magazine. Kijk hieronder de indrukwekkende documentaire Unspoken over het leven op de American Native Boarding Schools, en de enorme impact die het kostschoolsysteem had op de inheemse gemeenschappen en culturen.

De eerste kostscholen werden al in de eerste helft 17de eeuw opgericht door Europese missionarissen. Veel oorspronkelijke bewoners van het Amerikaanse Westen kregen echter pas in de 19de eeuw te maken met de kolonisten die steeds verder naar de Grote Oceaan oprukten, nadat de VS uitgestrekte gebieden had gekocht van Frankrijk in de Louisiana Purchase van 1803. Het idee van “Manifest Destiny” vatte post: de VS diende het hele Amerikaanse continent, van Atlantische tot de Grote Oceaan, te beslaan én beschaven. De expansie van de VS ging hand in hand met onteigening, gedwongen migratie en insluiting in reservaten en vaak ook de dood van de oorspronkelijke bewoners. 

367 kostscholen
In 1819 werd het ‘civiliseren’ van de oorspronkelijke bevolking officieel overheidsbeleid. Vijf jaar later werd het Bureau of Indian Affairs opgericht, dat christelijke missionarissen voor het ‘beschavingswerk’ betaalde. De religieuze zendelingen zouden een belangrijke rol blijven spelen in het systeem van internaten dat in de loop van de eeuw met dit doel werd opgebouwd. Hoewel de Amerikaanse overheid vanaf 1879 ook zelf kostscholen oprichtte en bestierde, bleef uiteindelijk ruim een derde van de instellingen in handen van de kerkgenootschappen. Tussen 1860 en 1978 telde de VS alles bij elkaar 367 van dit soort kostscholen.
 

"Tom Torlino, Navajo, before and after." Portret van een Navajo leerling aan de Carlisle Indian Industrial School. De eerste foto werd in 1882 genomen, toen Tom Torlino op 22-jarige leeftijd aankwam op de school, de tweede foto drie jaar later, in 1885. De historici  Barbara Landis en Richard Tritt denken dat de fotograaf Choate de belichting van de tweede foto heeft gemanipuleerd om duidelijk te maken dat de Carlisle leerlingen met het 'juiste onderwijs' letterlijk konden opgaan in de witte samenleving. Foto's door John N. Choate (1848-1902), publiek domein via Wikimedia Commons

 

Oorlog met andere middelen
Vrijwillig was het verblijf op de kostscholen niet. Het verdrag van Bosque Redondo beëindigde in 1868 niet alleen de oorlog tussen de VS en de Navajo, maar bepaalde bovendien dat Navajo kinderen voortaan naar de kostscholen moesten. Uiteindelijk zouden alle kinderen uit de oorspronkelijke bevolkingsgroepen hun lot delen.

In feite zette de VS daarmee de oorlog tegen de oudste bewoners van het continent voort, zij het met andere middelen. Doel was de kinderen te assimileren in de witte samenleving en de oorspronkelijke bewoners uit hun leefgebieden te verdrijven en hun cultuur te vernietigen. Generaal William Henry Platt, de Burgeroorlogveteraan die in 1879 de eerste door de overheid geleide kostschool oprichtte, verwoordde het bondig: “Kill the Indian and save the man”.
 

Leerlingen van een Native American Boarding School samen met hun leraar, ca. 1900. Publiek domein, via Wikimedia Commons.

 

Gekortwiekt 
Het jarenlange verblijf in de internaten was traumatisch voor de kinderen, die langdurig werden gescheiden van hun familie. Het lange haar, dat in de eigen cultuur kracht en wijsheid symboliseerde, werd zowel bij de jongens als de meisjes onder dwang kort geknipt om te voldoen aan de Euro-Amerikaanse standaarden. Ze mochten hun eigen taal niet spreken, en evenmin hun eigen religie praktiseren of hun eigen kleren dragen, die ze dienden te verruilen voor een militair aandoend uniform. Geïsoleerd van hun gemeenschap leefden de kinderen in vreselijke omstandigheden: ze werden vaak slecht gevoed en zwaar gestraft, misbruik en mishandeling kwamen veel voor. De opleiding die ze wel kregen – naast religieuze scholing, ambachtsonderwijs voor jongens en huidhoudlessen voor de meisjes – hielp ze later vaak nauwelijks verder. Ontworteld en vervreemd van hun gemeenschap, maar gediscrimineerd in de witte samenleving, konden ze zich eenmaal van school maar moeilijk zelfstandig redden.

Hoe het er op de boarding schools aan toeging en wat dat voor de oud-leerlingen en hun families betekende en nog steeds betekent, zie je in de documentaire Unspoken
 

 

Meer zelfbeschikking
Grote veranderingen kwamen er pas in de jaren zeventig van de 20ste eeuw. Onder invloed van de Burgerrechtenbeweging leefde ook het activisme onder oorspronkelijke bewoners op. De bezetting in 1973 van Wounded Knee door leden van de American Indian Movement (AIM) die er een Oglala Sioux-vrijstaat uitriepen, brachten het grote onrecht dat de oorspronkelijke bevolking door de Amerikaanse overheid was aangedaan onder de aandacht van het bredere publiek. Met de Indian Self-determination and education Act kregen de stamgemeenschappen in 1975 eindelijk meer controle over hun eigen zaken, waaronder het onderwijs.

Maar de schade en het leed dat het kostschoolstelsel de kinderen en gemeenschappen heeft berokkend, blijft. De scholen hebben de familiesystemen van de oorspronkelijke Amerikaanse bevolking vernietigd: taal, cultuur en tradities werden niet meer doorgegeven, communicatie tussen de verschillende generaties was onmogelijk geworden. Tegenwoordig wordt dan ook niet alleen meer gesproken van assimilatie, maar van culturele genocide en etnische zuivering.

Geschiedens Magazine schreef eerder over de residential schools in Canada en de vondst van de honderden kindergraven daar. Dat artikel lees je hier.


  

 

Foto header: Leerlingen van de Carlisle Indian Industrial School, Pennsylvania, ca. 1900. Publiek domein via Wikimedia Commons.

Delen: