Na Pearl Harbor: internering van Japans-Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog

De dag na de vernietigende aanval op de Amerikaanse vlootbasis noemde president Franklin D. Roosevelt de 7de december in zijn toespraak voor het Amerikaanse Congres, die via de radio voor alle Amerikanen te volgen was, ‘a date which will live in infamy’: een datum die in schande zal voortleven. Rob Kroes stelt dat je dit ook kunt zeggen van de maatregel die Roosevelts regering korte tijd later nam: alle Japans-Amerikanen aan de westkust werden in concentratiekampen opgesloten.

Amerika en Japan beledigden en vernederden elkaar al jaren voor de aanval. Ze waren rivalen in de strijd om de macht in de Stille Zuidzee maar de wrijving had ook te maken met de manier waarop de Verenigde Staten omgingen met immigranten uit het Verre Oosten. Een sleutelmoment was de Amerikaanse Immigration Exclusion Act van mei 1924, die op basis van herkomst quota vaststelde voor migratie en de komst van migranten uit Azië zelfs geheel verbood. In heel Japan vonden protesten plaats. De eerste juli van dat jaar werd uitgeroepen tot een nationale Dag van Vernedering. Bij de Amerikaanse ambassade in Tokio pleegde een Japanner rituele zelfdoding. Een daad, blijkens een nagelaten boodschap, bedoeld als ‘oproep aan het Amerikaanse volk’. Er zijn historici die deze ervaring van nationale krenking als keerpunt zien in de groeiende verwijdering tussen de VS en Japan, met de aanval op Pearl Harbor als eindresultaat.
 

Onbekende fotograaf, Santa Anita Assembly center, Arcadia, California (1941). Bron: National Archives Washington (PD)
De barakken van het Santa Anita Assembly Center in het Californische Arcadia, een van de concentratiekampen waarin Japanners werden vastgezet. Santa Anita was een tijdelijk verzamelkamp, van waaruit de Japans-Amerikanen uiteindelijk werden getransporteerd naar een permanent gevangenkamp. Onbekende fotograaf, Santa Anita Assembly Center, Arcadia, California (1941). Bron: National Archives Washington (PD)

 

Wat de zaak in Japanse ogen zo vernederend had gemaakt, is het feit dat de wet van 1924 alle immigranten uit Azië over één kam schoor en de toegang tot de VS ontzegde, Chinezen zo goed als Japanners. China mocht dan een keizerrijk zijn in vergaande staat van onttakeling en een speelbal van de koloniale mogendheden van die tijd, Japan telde op het wereldtoneel terdege mee als zelfstandige macht. Het had zich in korte tijd opgewerkt tot een geduchte industriële en militaire mogendheid. Het had in de Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905) het tsarenrijk verslagen en zich een volwaardig medespeler betoond in de internationale machtspolitiek.

Issei en Nisei
Inderdaad behandelden de Amerikanen het land toen met de nodige egards en omzichtigheid. Zo kwamen de VS en Japan in 1906 een zogenoemd Gentlemen’s Agreement overeen, om onder meer Japanse zorg weg te nemen over discriminatie van Japanse immigranten in Californië. Amerika erkende de blijvende rol van Japan, vooral via zijn consulaire netwerk, bij de zorg voor zijn emigranten die al sinds eind 19de eeuw naar de VS waren getrokken en vooral aan de westkust en in Hawaï woonden. Deze aanpak week af van het beleid jegens Chinese migranten, die op weinig anders konden terugvallen dan hun eigen gemeenschappen, meest alleenstaande mannen in armelijke Chinatowns in de grote steden.
 

Onbekende fotograaf, Arcadia, California. Persons of Japanese ancestry arrive (1941). Bron: National Archives Washington (PD)
Boerenfamilies in Centerville (Californië) wachten begin 1942 op de overheidsbus die hen naar een verzamelkamp zal brengen. Onbekende fotograaf, Arcadia, California. Persons of Japanese ancestry arrive (1941). Bron: National Archives Washington (PD)

 

Een deel van de (consulaire) zorg voor de Japanse immigranten had betrekking op wat wij nu gezinshereniging zouden noemen. Zo hebben zich aan de Amerikaanse westkust, met name in Californië, en in Hawaii (toen nog geen staat maar een Amerikaans gebiedsdeel), Japans-Amerikaanse gemeenschappen kunnen vormen, samengesteld uit eerste-generatie immigranten, de zogeheten Issei, en Nisei, hun in Amerika geboren kinderen.

Het ‘gele gevaar’
Het onderscheid is van kardinaal belang. Nisei konden krachtens hun geboorte op Amerikaanse grond aanspraak maken op het Amerikaanse staatsburgerschap. Ze hadden daardoor aanzienlijk meer rechten dan bijvoorbeeld de Chinese ‘resident aliens’ in hun Chinatowns.

In de ogen van veel witte Amerikanen maakte dat allemaal niet veel uit. Zij gooiden Chinezen en Japanners op één hoop. Discriminatie op grond van hun ras en hun cultuur trof beide groepen even hard. Ze oogden anders, gedroegen zich anders en ze werkten harder, en vaak noodgedwongen onder omstandigheden die witte Amerikanen beneden hun waardigheid achtten. Zo konden Aziaten in de ogen van de witte Amerikanen een maatschappelijke bedreiging gaan vormen, een gevaar dat in de ‘hate speech’ van eind 19de eeuw bekend werd als de ‘yellow peril’, het gele gevaar. Als ze niet opletten, zouden witte Amerikanen zichzelf de nek omdraaien in een ‘racial suicide’. Vandaag, met de verhitte praat aan de rechterzijde van het politieke spectrum over de gevaren van ‘omvolking’, horen we er echo’s van.
 

Onbekende fotograaf, Arcadia, California. Military police on duty in watch-tower (1941). Bron: National Archives Washington (PD)
6 april 1942: militaire politie bewaakt het tijdelijke verzamelkamp in Arcadia. Onbekende fotograaf, Arcadia, California. Military police on duty in watch-tower (1941). Bron: National Archives Washington (PD)

 

De angst voor het gele gevaar leidde al in 1882 tot migratiebeperkingen. Chinezen werd toen bij wet verboden binnen te komen – de allereerste keer dat de VS een gehele groep op basis van ras uitsloten. De Japanse immigratie werd aan steeds strengere regels onderworpen. Maar de sensatiekranten, aangevoerd door persmagnaat William Randolph Hearst die een imperium bestierde van meer dan vijftig dagbladen in alle grote steden van Amerika, waaronder de New York Journal, bleven op het aambeeld hameren zolang er mensen van Aziatische origine op straat rondliepen. In 1924 leidde dit tot de hierboven genoemde wet uit 1924. Op nauwelijks verhulde racistische gronden bepaalde deze dat de – overwegend witte – bevolkingssamenstelling van 1891 als matrijs zou dienen voor het vaststellen van quota voor verdere migratie. Nieuwkomers uit het Verre Oosten waren in het geheel niet meer welkom.

Verdachtmakingen
Maar wie eenmaal binnen was mocht blijven. Amerika telde vlak voor de aanval op Pearl Harbour 127.000 inwoners van Japanse origine, zowel Issei als Nisei, geconcentreerd aan de Westkust – 0,1% van de hele bevolking van de VS – en nog eens 158.000 in Hawaii, waar ze ruim een derde van de bevolking uitmaakten. In Hawaii waren ze als contractarbeiders direct geworven in Japan; de grote suikerplantages waren geheel van hun werk afhankelijk. In Californië woonden ze veel meer verstrooid, werkzaam in de dienstensector, met name de horeca, en in de groente- en fruitteelt voor de nabije stedelijke markten. In 1940 bewerkten ze minder dan 4% van de grond in Californië, maar produceerden ze meer dan 10% van de totale opbrengstwaarde van de landbouw. Dit maakte hen tot een aangewezen doelwit van wit ressentiment.
 

Onbekende fotograaf, Photograph of "I am an American" Sign in Front of Grocery Store in Oakland (1941). Bron: National Archives Washington
Op de kruidenierszaak Wanto Co. in Oakland stond sinds 8 december, de dag na Pearl Harbor, in grote letters ‘I am an American’ – de eigenaar achtte het verstandig dit feit onder de aandacht van eventuele plunderaars te brengen. Fotografe Dorothea Lange kwam in maart 1942 opnieuw langs en maakte deze foto. Boven de hartenkreet hangt nu de droge mededeling: ‘sold’. Dorothea Lange, Photograph of "I am an American" Sign in Front of Grocery Store in Oakland (1941). Bron: National Archives Washington

 

Het is een deel van de verklaring voor de hysterie die losbarstte nadat Japan en Amerika in oorlog waren geraakt, vooral in Californië. Binnen enkele dagen na de aanval werden in Californië en Hawaii enige honderden Japanse ingezetenen om veiligheidsredenen vastgezet. In Hawaii werd de algemene noodtoestand afgekondigd en gold verhoogde waakzaamheid. In Californië escaleerde de situatie geheel door de overspannen reactie van bevolking en politici. De wildste geruchten gingen rond, zoals over Japanse onderzeeërs voor de kust van Californië. Bewindslieden als de gouverneur van Californië Earl Warren zwengelden de angst aan. Hij was na de aanval belast met de bescherming van de burgerbevolking. Hij liet zich over de Japans-Amerikanen uit alsof ze de zwakke plek in zijn verdedigingsmaatregelen waren. Hij gaf toe dat elke aanwijzing voor vijfdecolonneactiviteiten van Japanners zoals sabotage ontbrak, maar volgens hem bevestigde dit slechts dat deze ‘onpeilbare types’ heimelijk aan het samenspannen waren. Tegen zulke bewijzen uit het ongerijmde was natuurlijk weinig verweer mogelijk. Dan baatte het niet wanneer je zoals een Japanse winkelier in Oakland een bord aan je gevel hing met de wanhopige bezwering: ‘I am an American.’  

Warren ontpopte zich als een van de drijvende krachten achter overheidsplannen om de gehele bevolking van Japanse origine zonder enige vorm van proces vast te zetten. Hoe kwamen de ‘exclusion zones’ in stand en wat waren de gevolgen? Je leest het in de achtste editie van Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 18 november 16.00 uur aan als abonnee, bestel ‘m vanaf begin december online of haal ‘m dan in de winkel.

Delen: