Wat doen die lijken in het veen?

Het blijft een absolute topper in het Drents Museum te Assen: het rossige meisje van Yde. Amper zestien was ze toen haar hoofd half werd kaalgeschoren. Daarna wurgde iemand haar met een wollen band en doorboorde misschien ook nog - voor de zekerheid - haar hals met een mes. Vervolgens belandde ze in het veen tussen Vries en Yde. Pas na tweeduizend jaar werd ze er ontdekt. Herman Clerinx ging op zoek naar het verhaal achter dit 'veenlijk' en de duizenden andere exemplaren die in Europa werden gevonden.

Of het meisje van Yde in het veen zelf werd vermoord, dan wel of ze na haar terechtstelling erheen werd gebracht, weten we niet. In elk geval kreeg ze er haar laatste rustplaats. Door de samenstelling van het veen - zurig en weinig zuurstofrijk - bleef daarna haar lichaam uitzonderlijk goed bewaard. Haar huid veranderde in een soort leer, haar kleren doorstonden de tand des tijds en zelfs haar ingewanden bleven min of meer intact, al losten de kalkhoudende botten door het zuur op.

Dode aap? 

Toen haar verschrompelde maar nog redelijk intacte lichaam in 1897 bij toeval werd ontdekt, opperde iemand dat het een dode aap betrof. Anderen dachten aan een lijk van misschien wel zeshonderd jaar oud. Dat in het drassige en weinig toegankelijke veen een lichaam duizenden jaren bewaard kan blijven, kon in de 19de eeuw niemand zich voorstellen. Dit werd pas duidelijk in de eerste helft van de 20ste eeuw toen steeds meer veenlijken aan de oppervlakte kwamen. 

Arm in arm 

Het meisje van Yde is niet het enige veenlijk dat in het Drents Museum te bezichtigen valt. Even opzienbarend zijn twee lichamen die In 1904 te Weerdinge waren gevonden. Het ene lag op de arm van het andere, alsof de twee in hun laatste ogenblikken troost bij elkaar hadden gezocht. Heel lang werd aangenomen dat het een man en een vrouw betrof, maar dat klopt niet: DNA-onderzoek wees uit dat het ging om twee mannen ging met een verschillende moeder.

Geen tastbare bewijzen

Uit Nederland kennen we inmiddels meldingen van 66 veenlijken. Misschien zijn sommige cases niet helemaal betrouwbaar omdat we er alleen een geschreven notitie over bezitten. Zo wilde de Duitse archeoloog Alfred Dieck (1906-1989) buitengewoon graag de Germaanse wortels aantonen van de bevolking van Duitsland en volgens hem aan verwante volken zoals het Nederlandse. Hij voegde vele veenlijken aan de lijst toe, maar deed onzorgvuldig onderzoek en leverde vaak geen tastbare bewijzen. Niettemin moeten in Nederland tientallen lijken aan het veen zijn toevertrouwd, de meeste vanaf de bronstijd tot in de vroege middeleeuwen, ruwweg tussen 2000 v.Chr. en 500 n.Chr., met uitlopers tot de late 16de eeuw. En kennelijk vond men het op veel meer plekken soms vanzelfsprekend om iemand na een gewelddadige dood in veen achter te laten. In totaal werden rond de tweeduizend lijken aangetroffen; de meeste in Duitsland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Polen, Groot-Brittannië en Ierland en sporadisch ook in hun buurlanden.

Dat de lichamen in veen lagen, is niet toevallig. Waarom niet? En zijn er meer overeenkomsten tussen deze veenlijken, behalve hun vindplek? Lees er alles over in ons septembernummer - tot 4 oktober verkrijgbaar in de betere boekhandel! 

Hoofdafbeelding: Meisje van Yde, reconstructie van gezicht, bron: Drents Museum. Het lichaam is permanent te zien op de afdeling Archeologie van het museum. Vanwege uitbreiding is deze echter tijdelijk niet toegankelijk tot en met 12 oktober 2019.

Delen: