Wapens zelf meenemen! 15de-eeuwse dienstplicht in de Friese volkslegers

De dienstplicht is al veel ouder dan de bekende levée en masse die de Franse revolutionaire legers vanaf 1793 van betrokken soldaten moest voorzien. De plicht van fysiek weerbare volwassen mannen om huis, haard en land gezamenlijk te verdedigen gaat terug tot in de middeleeuwen. Het onderzoek naar de volkslegers in de 14de tot 16de eeuw staat nog in de kinderschoenen, maar over de situatie in Friesland bestaat toevallig vrij veel informatie. Hans Mol behandelt de monsterlijsten uit 1552 die onder keizer Karel V zijn opgesteld, maar neemt ons eerst mee terug naar 13 januari 1496. De meren in het zuidwesten van Friesland zijn dichtgevroren maar de bevolking is niet in de stemming voor ijspret.

Duitse huurlingen terroriseren begin 1496 het zuiden van Friesland. In die tijd is Friesland nog zelfstandig en het bestuur van de gouwen en districten is in handen van gekozen rechters. In 1524 zullen de Friezen keizer Karel V als vorst erkennen en wordt hun gewest officieel onderdeel van de Habsburgse Nederlanden, maar eind 15de eeuw is er nog een interne gewapende strijd gaande tussen twee partijen die elk de bestuurlijke sleutelposities willen bemachtigen. Dit zijn de Vetkopers en de Schieringers (de herkomst van deze namen is niet precies bekend).
 

Karl von Blaas, Kaiser Maximilian I und Georg von Frundsberg (1868). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Links Keizer Maximiliaan I, naast hem Georg von Frundsberg die hij begin 16de eeuw aanstelde als aanvoerder van de Duitse landsknechten in de Habsburgse Nederlanden. Later vocht Frundsberg voor Maximiliaans opvolger keizer Karel V. Karl von Blaas, Kaiser Maximilian I und Georg von Frundsberg (1868). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

De Schieringers denken een overwicht te behalen door zogenoemde Duitse landsknechten van de Grote Garde in dienst te nemen. Dit keurkorps is enige jaren voor 1496 door hertog Albrecht van Saksen, veldheer van de Habsburgse keizer Maximiliaan, naar de Nederlanden geleid om opstanden neer te slaan. Het zijn geharde infanteristen met pieken, hellebaarden en vuurwapens (haakbussen) die in gesloten gelid kunnen opereren. Ze zijn op contractbasis in te huren, waarbij ze een goedkoop begintarief hebben om bij echt serieuze klussen een hoge opslag te bedingen. Omdat ze op haast elk slagveld zegevieren, zijn ze gewild. Hertog Albrecht laat hen graag een paar maanden de vrije hand: dan hoeft hij zelf geen soldij te betalen. Een nevendoel is dat ze voor hem de situatie in Friesland kunnen destabiliseren zodat hij dit later makkelijk kan veroveren om er een vorstendom voor een van zijn zoons te vestigen.

De Schieringer aanvoerders nemen deze professionals in dienst maar hebben al snel te weinig in kas om de soldij te kunnen betalen. Ze laten de huurlingen vanuit Sneek en Sloten in hun eigen levensonderhoud voorzien: in de wijde omgeving slaan die aan het roven. De Vetkopers hebben op dat moment in dit gebied wel de overhand, maar het gros van de boeren hier is niet partijgebonden. Nu ze toch zwaar getroffen worden door een soort sprinkhanenplaag van plundering en afpersing, nemen ze de wapens op onder leiding van Vetkoperse commandanten.
 

Albrecht Dürer, Detail of marginal illustration, Prayer Book of Maximilian I (ca. 1515). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Boeren in gevecht met landsknechten (huurlingen), deel van een marge-illustratie uit het gebedenboek van keizer Maximiliaan van Habsburg. Albrecht Dürer, Detail of marginal illustration, Prayer Book of Maximilian I (ca. 1515). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Het grote kanon van Sneek
Eerst luiden op 7 januari 1496 in de grietenij (district) Lemsterland de mobilisatieklokken. De opgekomen mannen weten vijftig huurlingen te doden. Hun succes maakt dat de inwoners van Zevenwouden, het meest zuidelijke van de drie bestuurlijk autonome verbanden in Friesland (de andere zijn Westergo en Oostergo), moed vatten om de Duitse landsknechten het land uit te drijven. Volgens een kroniekschrijver zijn er 3000 man gemobiliseerd, maar gerekend naar het aantal boerderijen zal het eerder om zo’n 1500 man gaan.

De Schieringers brengen van hun kant de 300 al in Sloten gelegerde mannen in stelling en leiden in allerijl – over het ijs – zo’n 500 andere huurlingen en eigen wapenknechten extra naar Sloten. Zij stellen zich professioneel in een rechthoekige slagorde op. De mannen van de nabijgelegen grietenij Gaasterland, die als eerste onderdeel van de Zevenwouder volksmilitie gearriveerd zijn, gaan er meteen in een stormloop op af. Er vallen veel slachtoffers omdat de huurlingen met haakbussen schieten en met het grote kanon van Sneek hagel afvuren.
 

Paul Dolnstein, Strid mellan en svensk soldat och tysk landsknekt (ca. 1502). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Zweedse boer (links) met een spies in gevecht met een Duitse landsknecht, getekend door de landsknecht Paul Dolnstein. Paul Dolnstein, Strid mellan en svensk soldat och tysk landsknekt (ca. 1502). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

De Gaast-Friezen verzetten zich hevig en proberen aansluiting te vinden bij de volksmilities uit oostelijker delen van Zevenwouden. Deze trachten rechtstreeks het slagveld te bereiken door de Slotervaart over te steken. Het ijs kan hen niet houden, veel mannen verdrinken.

En zo eindigt de slag bij Sloten op 13 januari in een grote nederlaag voor de militie van de Zevenwouden. Twee priesters gaan kort erop rond om de doden te tellen en komen daarbij uit op 714 man. Als dit aantal klopt, zou een zesde van de hele mannelijke bevolking van de Zevenwouden in de slag zijn omgekomen.

Er volgen meer veldslagen die er uiteindelijk samen toe leiden dat de Friezen hun onafhankelijkheid verliezen en een vreemde vorst boven zich moeten accepteren – eerst de hertog van Saksen, in 1524 keizer Karel V.

Wie er in zulke volksmilities meevochten, hoe ze werden geselecteerd en gemobiliseerd, welke wapens ze droegen en welke bedreigingen ze nog meer moesten bestrijden lees je in de volgende editie van Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 3 maart aan als abonnee, bestel ‘m vanaf begin maart online of haal ‘m dan in de winkel.
 

Delen: