Vrijheidsbeeld: van de Amerikanen hoefde het niet

Vanaf Liberty Island in de baai van New York, verwelkomt Lady Liberty de volksverhuizers die in de VS aankomen. Althans dat vermeldt de plaquette op de sokkel. Toch had haar komst naar New York in 1886 weinig te maken met de – inmiddels geschonden – reputatie van Amerika als immigratieland. Bovendien zaten de Amerikanen er aanvankelijk niet zo op te wachten… 
Rob Kroes licht de ontstaansgeschiedenis en achtergrond van het beeld toe, zijn artikel lees je hier. Inspiratiebron voor het Vrijheidsbeeld vormde de Kolossus van Rhodos. Over dat wereldwonder uit de derde eeuw voor onze jaartelling, vertelt Martijn Icks in het oktobernummer van Geschiedenis Magazine.

Wie in de 19de eeuw trots de eigen natie in één zinnebeeld wilde vatten, koos in Nederland de fiere, ontembare Koning Leeuw. Frankrijk had Marianne, toegerust met het oude Romeinse embleem van de frygische muts, toonbeeld van individuele vrijheid, zoals in het fameuze schilderij van Eugène Delacroix, La Liberté guidant le peuple (1830). Engeland kon Britannia inzetten (Schotland en Ierland hadden hun eigen dame), Duitsland werd belichaamd in Germania. In Washington verrees in 1863 boven op de koepel van het Capitool een zes meter hoog bronzen beeld van Columbia. Tijdens de Burgeroorlog werd het onthuld, en dit had een reden: het moest de nationale grootsheid en vooral eenheid symboliseren. 

Het Vrijheidsbeeld in de haven van New York past op het eerste gezicht naadloos in dit rijtje nationale zinnebeelden: Lady Liberty personifieert immers de kern van de Verenigde Staten als immigrantenland. In het gedicht dat op een plaquette in het voetstuk is aangebracht, zegt ze: ‘Geef mij Uw armen, Uw vermoeiden.’ Toch bedoelde het beeld niet uitdrukking te geven aan nationale glorie maar aan de historische overwinning van een denkbeeld, en kwam het plan ervoor niet uit Amerikaanse maar uit Franse koker; de financiering trouwens deels ook. 

De naam die de Franse schenkers aan het beeld gaven drukt die bedoeling goed uit: ‘Liberté éclairant le monde’: vrijheid – als ideaal van de Verlichting – bezig aan een opmars over de wereld. Ze wilden een geestverwantschap en lotsverbondenheid uitdrukken tussen de Verenigde Staten en Frankrijk en teruggrijpen op de 18de eeuw, toen Amerikaanse en Franse revolutionairen eenzelfde taal leken te spreken van Vrijheid en Gelijkheid. Het kon ook geen kwaad de Verenigde Staten te herinneren aan de Franse hulp tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsstrijd (1775-1783). Frankrijk werd een politieke bondgenoot tegen gezamenlijke vijand Engeland en stuurde geld en manschappen de oceaan over. Markies de La Fayette vocht zij aan zij met generaal George Washington.

‘In upper New York Bay’, 1904 (The New York Public Library).

 

Chaos in Frankrijk 
Frankrijk kon in de tweede helft van de 19de eeuw een verbetering van zijn nationale imago namelijk goed gebruiken. Sinds de gloriedagen van Napoleons  Grande Armée was het in de verdrukking geraakt. Het had na Waterloo zijn aspiraties voor mondiale hegemonie moeten opgeven ten gunste van aartsrivaal Engeland. En binnen Europa had zich met Duitsland een nieuwe rivaal aangediend, die Frankrijk in de oorlog van 1870-1871 militair vernederde en Elzas-Lotharingen annexeerde. Daarbovenop kwam de chaos vanwege de bloedige opstand van de Communards in Parijs. 
Frankrijk maakte ook politiek een moeilijke tijd door. In de VS had zich na de Onafhankelijkheidsoorlog een stabiele republikeinse orde gevestigd, maar dat was in Frankrijk niet gelukt. Sinds de revolutie van 1789 had Frankrijk twee koninkrijken en een keizerrijk te verwerken gekregen, en in 1870 riep het al de Derde Republiek uit. 

De republikeinse bevlogenheid van het begin was echter niet verdwenen. Er waren Fransen die zich bij al dit politiek zwalken hadden zitten verbijten. Een van hen was Alexis de Tocqueville, kenner van Amerika’s samenleving en politieke systeem. In de inleiding van zijn steeds weer herdrukte De la démocratie en Amérique (1835) schreef hij dat hij bij zijn bezoek aan Amerika in 1830 niet zozeer Amerika had willen zien, maar eerder een beeld van de democratie zoals die zich er had weten te vestigen. Amerika lag in dat opzicht voor op Europa en een Europees bezoeker zou er kunnen zien wat de toekomst voor Europa in het vat had. 

Na de dood van Tocqueville in 1859 ging zijn leerling Édouard de Laboulaye door op dit spoor. Hoogleraar aan het prestigieuze Collège de France, schreef hij in de jaren van politieke onderdrukking onder keizer Napoleon III (aan de macht van 1848 tot zijn val in 1871) een driedelig werk over de Amerikaanse constitutie en de werking van de democratie in de VS. Onder pseudoniem publiceerde hij Paris en Amérique (1863), een veel herdrukte geestige persiflage op de Franse standensamenleving, die hij afzette tegen de vrijheid en sociale gelijkheid in Amerika. Kritiek op Frankrijk spelen via de band van Amerika, als bij biljarten, sprak kennelijk aan. Laboulaye voelde zich bovendien als vurig abolitionist (aanhanger van afschaffing van de slavernij), sterk betrokken bij de zaak van het Noorden in de Amerikaanse Burgeroorlog. 

Kolossus van Rhodos
In de jaren 1860, benarde tijden voor democratie, vrijheid en republikanisme in de VS én Frankrijk, speelde Laboulaye voor het eerst met het idee voor een vrijheidsbeeld als Frans geschenk aan Amerika. In de kring van geestverwanten rondom hem voelde beeldhouwer Frédéric Auguste Bartholdi zich onmiddellijk aangesproken. Hij leurde zelf al een tijdje met zijn plan voor een gigantisch beeld in de trant van de Kolossus van Rhodos, als lichtbaken bij de ingang van een haven. Even leek hij beet te hebben toen in de jaren 1850 de aankondiging kwam dat het Suezkanaal werd gegraven. Maar de machthebber in Egypte, Ismail Pasja – bij zijn bezoek aan de Wereldtentoonstelling in Frankrijk in 1867 bewierookt als de man die de Oriënt zou kunnen moderniseren naar westerse snit – hapte niet toe. Bartholdi had zelfs al een naam voor zijn beeld: ‘Progrès, ou L’Egypte apportant la lumière à l’Asie’. Niet voor één gat te vangen smeedde hij zijn Suez-plan om naar het Amerikaanse idee van Laboulaye.

Het idee werd geboren er een verjaarscadeau van te maken voor het eerste eeuwfeest van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring, dat voor 1876 op stapel stond. Het basisconcept bleef hetzelfde: het beeld moest net als in de Oudheid kolossaal zijn van afmeting en een haven markeren; in de geest van de 19de eeuw moest het de westerse beschaving belichamen die haar licht verbreidt over delen van de wereld die in duisternis verkeren. 

Vrijheidsbeeld, 1902, foto door H. Finkelstein & Son (The New York Public Library).

 

In 1871 bezocht Bartholdi voor het eerst Amerika. Met aanbevelingsbrieven van Laboulaye op zak probeerde hij steun te vinden voor het project en een plek voor een gigantisch beeld dat de Fransen zouden bekostigen en vervoeren. Met succes: Amerikaanse particulieren beloofden het voetstuk te bouwen en bekostigen. President Ulysses Grant zegde een locatie toe: Bledsoe Island, even bezuiden van Manhattan in de Hudson. 


Hoofd in Parijs, hand in Philadelphia
Bartholdi ging in Parijs aan de slag. Gezien de afmetingen – hij wilde tot 46 meter hoogte komen – koos hij voor een techniek die tot de bronstijd teruggaat: platen van koper worden rond houten mallen in de vereiste vorm geklopt en gehamerd, en vervolgens als een mantel rond een dragend binnenskelet van gietijzer gemonteerd. Het resultaat heeft de vereiste stijfheid om de natuurkrachten te weerstaan en is aanzienlijk lichter van gewicht dan een beeld dat uit gegoten onderdelen bestaat. 

De bevolking van Parijs kon het beeld geleidelijk aan zien verrijzen boven de huizen rond de bouwwerf aan de Rue de Chezelles, hartje stad. Men kon kaartjes kopen om het werk van nabij te volgen. Dit was maar een van de vele manieren waarop er geld werd binnengehaald. In 1875 was Laboulaye een van de gangmakers bij oprichting van de Union Franco-Américaine in Parijs die de Franse fondsenwerving ging coördineren. Lokale en hogere overheden droegen bij naast een veelheid van burgerinitiatieven. Charles Gounod componeerde een speciale cantate voor een gala in de Parijse Opéra, er waren loterijen, je kon schetsen en  miniatuurversies van het beeld kopen, schoolkinderen zamelden geld in… 

Ook werden onderdelen van het beeld geëxposeerd, de gebruikte techniek maakte dit immers mogelijk. Zo was het hoofd te zien op de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1878. Andere delen werden tijdelijk verscheept naar de VS om er te helpen bij de fondsenwerving voor de sokkel. De rechterhand met de fakkel bijvoorbeeld ging op tournee naar de Wereldtentoonstelling van 1876 in Philadelphia, die in het teken stond van honderd jaar Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. Eigenlijk was het de bedoeling dat Bartholdi het hele beeld af zou hebben, maar daarvoor had hij onvoldoende tijd gehad.

Het hoofd van het Vrijheidsbeeld, tentoongesteld in een park in Parijs, 1883 (via Wikimedia Commons).

 

Pulitzer
De onthulling liet ook om andere redenen  op zich wachten. Met de fondsenwerving voor de bouw van de sokkel wilde het niet erg vlotten, het grote geld kwam niet echt binnen.  Inzamelingsacties onder de gegoede burgerij in New York, bijvoorbeeld via een veiling van kunstvoorwerpen in 1883, leverden weinig op. 

De financiële doorbraak kwam pas toen de pers zich ermee ging bemoeien. Joseph Pulitzer, in 1864 uit Hongarije geëmigreerd naar Amerika, had zich een machtspositie verworven in de Amerikaanse krantenwereld. Hij had een scherp oog voor de krant als medium om de grote massa te bereiken en te bespelen en als immigrant sprak het gebaar van Bartholdi hem aan. Toen in 1885 het werk aan de sokkel door geldgebrek werd stilgelegd en alles op een blijvend fiasco dreigde uit te lopen, zag Pulitzer zijn kans schoon. Hij kondigde in zijn krant, de New York World, een inzamelingsactie aan die de ontbrekende 100.000 dollar moest opleveren. Hij riep de gewone Amerikanen met een kleine beurs op om met zijn allen te doen waar de rijke bovenlaag kennelijk te beroerd voor was. Alle donaties, hoe klein ook, waren welkom en wie wat gaf, kwam met zijn naam in de krant. Binnen de kortste keren was het benodigde geld binnen (en was de oplage van de krant verveelvoudigd). Pulitzer was erin geslaagd de massa van de bevolking, veelal recente immigranten, het gevoel te geven dat het beeld ook namens hen sprak en het verlangen uitdrukte waarmee ze naar de vrijheid van het ‘beloofde land Amerika’ waren vertrokken. Nu pas werd het meer dan een elitair cadeautje van onbekende Fransen aan een Amerika dat er niet echt op had zitten wachten. 

Zend de daklozen naar mij toe 
Voordat Lady Liberty haar definitieve betekenis als zinnebeeld van de VS als immigrantennatie kreeg, moest er echter nog iets gebeuren. En dat had te maken met een gedicht van Emma Lazarus. De schrijfster stamde uit de betrekkelijk kleine, maatschappelijk gevestigde kring van Sefardische Joden in New York die hun herkomst konden traceren tot de tijd dat de stad nog Nieuw-Amsterdam heette, en hun een vrijplaats had geboden tegen de lange arm van de Spaanse inquisitie in Latijns-Amerika. Die herinnering moet zijn wakker geroepen toen Lazarus hoorde van de pogroms die sinds de jaren 1880 zovele Joden uit Rusland en Oost-Europa hadden doen vluchten en als immigranten naar Amerika hadden gedreven. Ze werd in haar woonplaats actief bij diverse hulporganisaties voor Joodse immigranten en doneerde in 1883 een sonnet voor de kunstveiling die geld bijeen moest brengen voor het voetstuk. 

Emma Lazarus droeg het op aan het beeld, maar veranderde de betekenis ervan. Niet langer zou het van de Amerikaanse oostkust een boodschap van vrijheid aan de wereld verkondigen, het zou er staan om de verschoppelingen en verdrukten der aarde in de Verenigde Staten te verwelkomen. ‘The New Colossus’ had Lazarus haar gedicht genoemd, een Kolossus in de trant van de Oudheid, maar met een nieuwe boodschap. Om een paar regels aan te halen: ‘Geef mij Uw armen, Uw vermoeiden, Uw dicht opeengepakte massa’s, hunkerend naar vrijheid, het armzalig afval van Uw drukke kusten, Zend hen, de daklozen, door stormen naar mij toe, Ik houd mijn lamp hoog naast de Gouden Deur.’ 

Lazarus stierf in 1887, haar gedicht raakte vergeten, tot haar vriendin Georgina Schuyler in 1903 een actie begon om de schrijfster weer in de herinnering te brengen. Het gouden welkomstwoord  hangt sindsdien op een bronzen plaquette binnen het voetstuk van het Vrijheidsbeeld. Het is er onlosmakelijk mee verbonden geraakt. 

De tijden zijn wel veranderd. Niet langer komen immigranten met scheepsladingen tegelijk aan in de haven van New York. Nu lopen ze zich stuk in het prikkeldraad aan de zuidgrens van het land. Het Vrijheidsbeeld zou eigenlijk daarheen verplaatst moeten worden, en moeten figureren als een roepende in de woestijn.

 

Verder lezen over de Kolossus van Rhodos? Meld je uiterlijk donderdag 19 oktober aan als abonnee, dan krijg je het extra dikke oktobernummer thuisgestuurd. Of bestel het nummer half oktober online.

Delen: