Roestam de Mammeluk, de oosterse bediende van Napoleon

Wanneer je er op let, zie je hem ineens overal. Op talloze schilderijen die tijdens het bewind van Napoleon werden vervaardigd om diens daden te verheerlijken, is een oosters uitgedoste persoon met een witte tulband te zien. Lees hier het verhaal van Roestam de Mammeluk, de lijfknecht en lijfwacht die Napoleon in 1799 meenam van zijn Egyptische expeditie en die hem daarna vijftien jaar lang overal als een schaduw volgde. 

Naar eigen zeggen werd Roestam begin 1782 geboren in Tbilisi. Hij groeide op in verschillende steden in de Kaukasus, want door voortdurend te verhuizen probeerden zijn christelijke Georgisch-Armeense ouders veiligheid te vinden in deze door oorlogen geteisterde regio. Te midden van de chaos viel Roestam op ongeveer veertienjarige leeftijd in handen van slavenhandelaren. Zij brachten hem samen met andere gevangen kinderen naar Istanbul, waar hij werd verkocht aan de Mammelukse krijgsheer Sâlih Bey.

De Mammelukken vormden een militaire kaste, die al eeuwenlang namens de Turkse sultan Egypte bestuurde. Zij deden dit in bijna volledige autonomie, wat er in de praktijk op neerkwam dat ze de inheemse bevolking ten eigen voordele onderdrukten en uitbuitten. Vierentwintig krijgsheren of beys, die allen beschikten over eigen privélegertjes, hadden de machtsposities in het land onderling verdeeld. De Mammelukken bleven welbewust buitenstaanders in Egypte en handhaafden hun exclusieve heerschappij door elders jonge slaven te kopen of te ronselen, hen moslim te maken en op te leiden tot elitemilitairen. Zodra deze slaaf-soldaten hun training hadden voltooid, werden zij als vrij man met tal van privileges opgenomen in het privélegertje van hun bey, die zelf ook ooit langs deze weg zijn vooraanstaande positie had bereikt.

De Mammeluk Roestam Raza (1806), door Jacques-Nicolas Paillot de Montabert. Publiek domein, via Wikimedia Commons.

 

Een bediende voor de pronk
Aldus werd Roestam na aankomst in Caïro één van de slaaf-soldaten van Sâlih Bey. Hij werd besneden en bekeerd en ontving een intensieve training als Mammelukse woestijnruiter. Deze opleiding was nog niet voltooid, toen Napoleons expeditieleger in de zomer van 1798 Egypte binnenviel en een einde maakte aan de Mammelukkenheerschappij, inclusief het systeem van militaire slaven. Ontheemd na de vlucht en dood van Sâlih Bey trad de inmiddels zestienjarige Roestam in dienst van sjeik Khalîl al-Bakrî als lid van diens lijfwacht. Deze vooraanstaande notabele werkte nauw samen met de Fransen, en Napoleon kwam vaak bij hem op bezoek.

Na een jaar in Egypte besefte Napoleon dat zijn poging het land definitief te veroveren en te onderwerpen tot mislukken was gedoemd. Hij besloot met zijn getrouwen heimelijk te vertrekken, het bevel over het Franse expeditieleger aan een ondercommandant overlatend. Evenals andere generaals in zijn omgeving wilde ook hij een oosterse bediende meenemen om in Frankrijk mee te pronken. Kort voor zijn vertrek uit Caïro liet hij zich als zodanig Roestam door sjeik al-Bakrî aanbieden.

Bonaparte inspecteert de Consulaire Garde; rechts met tulband rijdt Roestam (mezzotint door Charles Turner uit 1802 naar het verloren gegane schilderij door John James Masquerier uit 1801; National Gallery of Art, Washington DC.).

 

Oriëntaals fantasiekostuum
Nog maar net terug in Parijs greep Napoleon in november 1799 door middel van een parlementaire staatsgreep de macht in Frankrijk en werd hij, met de titel eerste consul, president van de Franse Republiek. In de bescheiden presidentiële hofhouding vervulde Roestam samen met andere kamerdienaren taken bij de persoonlijke verzorging van Napoleon – zoals baden, scheren en aankleden – en bij de bediening aan tafel. Naast lijfknecht was hij ook lijfwacht. ’s Nachts sliep hij daarom op een veldbed voor de slaapkamerdeur van zijn meester. Overdag hoefde hij minder waakzaam te zijn, omdat Napoleon – zeker buiten de paleismuren – permanent was omringd door adjudanten en gardesoldaten.

Roestam verrichtte zijn taken aan Napoleons zijde niet in het groene livrei met goudgalon van het dienstpersoneel. De eerste consul stond er namelijk op dat hij gekleed ging als een oosterse bediende, met een lange pofbroek, een gekromde sabel en een witte tulband. Dit was overigens niet hoe Mammelukken in Egypte eruit zagen: Roestam droeg een speciaal voor hem ontworpen fantasiekostuum om daarmee aandacht te trekken en indruk te maken. Napoleons ‘lijfmammeluk’ was in feite een operette-mammeluk, die moest herinneren aan de ‘grootse daden’ die zijn meester overzee had verricht. Als levende reclamezuil van de Egyptische expeditie was Roestam een ware publiekslieveling tijdens de grote militaire parades die onder het Consulaat met regelmaat in Parijs werden gehouden.

Benieuwd hoe het leven van Roestam eruitzag toen Napoleon keizer werd, en wat hij deed toen het keizerrijk viel? Lees verder in het nieuwste nummer van Geschiedenis Magazine. Meld je uiterlijk 4 december aan als abonnee, dan krijg je het decembernummer thuisgestuurd. Of bestel het nummer begin december online.

Delen: