Poetin heeft heimwee naar het verloren rijk – historische achtergronden bij de Russische Oekraïne-politiek

Het Russische leger is vanaf verschillende kanten Oekraïne binnengevallen. In steden in het hele land vonden explosies plaats. In een vijf kwartier durende toespraak die Poetin deze week hield in de aanloop naar de oorlog sprak hij echter nauwelijks over de genomen politieke besluiten of over het militaire ingrijpen, maar over de Russische geschiedenis van de afgelopen 1000 jaar. Voor Geschiedenis Magazine schreef Marc Jansen in 2019 over de nostalgie naar het grote Russische Rijk van weleer en over de hedendaagse consequenties – juist nu bijzonder actueel.

Per dag kreeg het Russische Rijk er gemiddeld een stuk grond bij ter grootte van ruim het Kanaaleiland Jersey: 130 vierkante kilometer, zo heeft de Amerikaanse Ruslandhistoricus Richard Pipes ooit berekend. Het rijk groeide van de 16de tot de 19de eeuw door verovering maar soms sloten vorsten zich vrijwillig aan, zoals koning Irakli II van wat nu Georgië is. Hij bezegelde in 1783 een verdrag met het Russische Rijk dat van zijn gebied een Russisch protectoraat maakte, omdat het door de Perzen en Turken werd belaagd; later werd het geannexeerd.

In de 19de eeuw strekte het tsarenimperium zich uit van de Noordelijke IJszee tot diep in Centraal-Azië en voorbij het Kaukasusgebergte in het zuiden, van Polen en Finland in het westen tot de Beringstraat tussen het Euraziatische en Amerikaanse continent in het oosten, en tot 1867 hoorde Alaska aan de overzijde er ook nog bij. De bevolking bestond voor 44% uit Russen. Gemeten naar omvang én duur was het het grootste rijk uit de geschiedenis.

De revolutie van 1917 blies dit imperium op. De heerschappij over Polen en Finland was niet vol te houden; ook de Baltische landen en andere delen werden vooralsnog zelfstandig. De communistische leider Vladimir Lenin herschiep echter het rijk in de nieuwe jas van de Sovjet-Unie, officieel een unie van republieken maar in werkelijkheid een gecentraliseerde staat onder dictatoriale leiding van de communistische partij in Moskou. Sovjetleider Jozef Stalin gaf in 1937 in een toost ter ere van de twintigste verjaardag van de Oktoberrevolutie toe dat dit tsaristisch leek, maar legde het uit: de tsaren hielden weliswaar het volk eronder uit naam van de grootgrondbezitters, ‘maar één ding deden zij goed: zij brachten een enorme staat bijeen, tot Kamtsjatka toe. Die staat hebben wij van hen geërfd.’

Dit Sovjet-rijk was immens. Het omvatte zelf een zesde van het aardoppervlak en na de Tweede Wereldoorlog kwamen daar de communistische satellietstaten van Oost-Europa bij, als een soort ‘buitenrijk’ of bufferzone tussen de Sovjet-Unie en het Westen. 

Boeren in Kazachstan, dat toen deze foto ca. 1910 genomen werd tot het Russische rijk hoorde maar nu een zelfstandige republiek is. De fotograaf, Sergeii M. Prokoedin-Gorskii, reisde in opdracht van tsaar Nicolaas II vanaf 1908 zo’n tien jaar door Rusland, met zijn donkere kamer in een treinwagon, om het immense rijk in al zijn grootsheid en diversiteit in kleur vast te leggen. Zijn foto’s zijn te zien in de Library of Congress.

 

Val Sovjet-Unie ‘geopolitieke ramp’ 
Interne ontwikkelingen luidden in 1991 het einde in van de Sovjet-Unie. Niet-Russen roerden zich en ook de Russen voelden zich gekoloniseerd in dit rijk met zoveel andere volken, die er in hun ogen vaak beter aan toe waren dan zijzelf. 

Er ontstonden vijftien nieuwe landen (de vroegere Sovjetrepublieken), waaronder de nog steeds onmetelijke Russische Federatie met tegen de 150 miljoen inwoners, waarvan 80% etnisch Russisch. De regering van de Russische Federatie in Moskou gedraagt zich nog steeds alsof ze een wereldrijk bestuurt. 

De Russische buitenlandse politiek komt niet louter voort uit nostalgie naar het verleden. Rusland wil gas verkopen, en een belangrijke speler in Europa en op het wereldtoneel zijn. Verzwakking van de NAVO en de EU is daarom beleid. Maar de teloorgang van het rijk speelt zeker een heel grote rol. Vladimir Poetin, sinds 2000 de sterke man, noemde in 2005 de val van de Sovjet-Unie de grootste geopolitieke ramp van de 20ste eeuw voor zijn land. Hij vond het uiteenvallen erger dus dan de bloedige communistische revolutie of de Tweede Wereldoorlog met zijn rampzalige aantallen slachtoffers.

Hoewel Russen bepaald niet de eersten in de wereldgeschiedenis waren die hun eeuwenoude rijk ineen zagen storten, konden ze zich dit verlies moeilijk voorstellen. Ze beleefden het anders dan bijvoorbeeld de Britten. Misschien omdat het zo plotseling ging, en omdat hun rijk zich niet als het Britse overzee bevond. 

Het Gemenebest van Onafhankelijke Staten dat na de val van de Sovjet-Unie in 1991 werd opgericht, werkte niet als vervanging. Moskou zag de andere veertien voormalige Sovjet-republieken, het ‘nabije buitenland’, als zijn achtertuin en stond ze slechts een beperkte soevereiniteit toe, terwijl de afscheidingsbeweging in Tsjetsjenië meedogenloos de kop werd ingedrukt. Alleen van de drie Baltische landen werd morrend aanvaard dat ze tot Westerse bondgenootschappen als de NAVO en de EU toetraden.

Een man met een bord "Glorie aan de gewone deelnemers aan de Oranje Revolutie" op de negende verjaardag van de Oranje Revolutie in Kyiv, Oekraïne. Ivan Bandura, CC BY 3.0, via Wikimedia Commons

 

Russische schepen in de Zwarte Zee 
De Rozenrevolutie in Georgië (2003) en de Oranjerevolutie in Oekraïne (2004) brachten minder pro-Kremlingezinde regeringen aan de macht die in Westerse richting opschoven. De alarmbellen gingen af in Moskou: het Russische leger maakte in een vijfdaagse oorlog in 2008 Georgië definitief de provincies Abchazië en Zuid-Ossetië afhandig (waar trouwens vrijwel geen Russen wonen). Rusland veroorzaakte een afscheidingsoorlog in het oostelijke deel van Oekraïne, de Donbas (het bekken van de rivier de Donets), en annexeerde in 2014 het schiereiland de Krim, dat volgens alle internationale afspraken aan Oekraïne toebehoort. Sindsdien patrouilleren Russische schepen in de Zwarte Zee voor de toegang tot de Zee van Azov. Ze doen alsof die nog altijd hún binnenzee is; zo bemoeilijken ze de Oekraïense handel via havensteden als Marioepol,  of maken deze zelfs onmogelijk. 

In een poging dit soort claims historisch te onderbouwen, eigent Moskou zich in navolging van klassieke Russische imperialistische historici ook de geschiedenis toe van het rijk dat tussen de 9de en 13de eeuw de Oostslavische gebieden beheerste, met Kyiv als hoofdstad. De Russische Federatie zou je volgens Kremlin-getrouwe historici als directe erfgenaam van dat Kyivse rijk moeten zien, maar Oekraïense wetenschappers wijzen erop dat de Moskouse staat pas veel later is ontstaan, en bovendien minstens zo sterke Tataarse wortels had. Niettemin noemde president Poetin in de zomer van 2018 enkele Russische militaire eenheden naar Oekraïense en Witrussische steden zoals Lvov (Lviv) in Oekraïne en Witebsk in Wit-Rusland.

Diaspora
Het Kremlin maakt gebruik van de miljoenen tellende Russische diaspora in het ‘nabije buitenland’ om iets van de oude glorie te herstellen. Het stimuleert de gedachte dat etnische Russen, Russisch sprekenden en mensen die zich de Russische cultuur hebben eigen gemaakt, zich verbonden voelen met Moskou. Sinds begin 21ste eeuw krijgt dit gestalte in nieuw beleid, de ‘Russische Wereld’ (Roesski mir) geheten. Zo op het oog was het  een onschuldige onderneming om het behoud van de Russische cultuur en tradities buiten Ruslands grenzen te bevorderen. Maar spoedig bleek Roesski mir vooral een geopolitiek instrument te zijn. In  2008 bood Dmitri Medvedev, boodschappenjongen van Poetin toen die gedurende vier jaar het hoogste ambt grondwettelijk niet mocht bekleden, de ‘medevaderlanders’ desnoods ook gewapende protectie van Rusland aan. Hij verklaarde hen tot ‘partner’ in de Russische buitenlandse politiek. Rusland ging gul paspoorten uitdelen aan wie het Kremlin tot de ‘Russische Wereld’ rekende, of ze wilden of niet: Oekraïners, Witrussen, orthodoxe gelovigen onder het Moskouse patriarchaat (volgens een drie eeuwen oude regel buiten Rusland onder meer ook de regio rond Kyiv), sprekers van de Russische taal en mensen die een deel van hun geschiedenis met de Russen delen (wat gezien het gemeenschappelijke verleden in de voormalige Sovjetrepublieken nogal eens voorkomt).

Het Kremlin heeft er alleen geen rekening mee gehouden dat de annexatie van de Krim en het aanstichten van de separatistische oorlog in de Donbas de pro-Russische gevoelens in Oekraïne sterk hebben doen afnemen. Veel Oekraïense orthodoxe gelovigen erkennen de patriarch van Moskou niet langer als hun voorganger. De patriarch van Constantinopel heeft daar namens de oosters-orthodoxe wereld het groene licht voor gegeven. Voor de kerk in  Moskou, die warme betrekkingen met Poetin onderhoudt,  reden met Constantinopel te breken – het eerste schisma sinds 1054 toen de rooms-katholieke en de orthodoxe kerk uiteen gingen.

 

De Russische beer hoort volgens veel Kremlinologen aan de ketting, net zoals de Pruisische/Duitse agressieve expansie in het Interbellum volgens velen beteugeld moest worden. ‘Ruslanden Duitsland’, tekening van Patricq Kroon voor het humoristisch-satirische blad De Ware Jacob (ca. 1920-1930, Rijksmuseum Amsterdam).

 

De Duitse en de Russische kwestie
Rusland staat voor de keuze: blijven dromen van een rijk, of een moderne democratische natiestaat worden die zijn buurlanden met rust laat. 
Dit is een belangrijk besluit met verstrekkende gevolgen, benadrukt Roman Szporluk, gewezen hoogleraar Oekraïense geschiedenis aan Harvard. Hij vergelijkt het met de ‘Duitse kwestie’: de agressieve Duitse expansiepolitiek van heim ins Reich die vooral onder Adolf Hitler tot uitdrukking kwam. De 21ste eeuw is volgens Szporluk beslissend voor de ‘Russische kwestie’. ‘Verkiezen de Russen een territoriaal beknot Rusland zoals dat nu bestaat of een Rusland dat hun Kyiv, Tasjkent en meer belooft terug te brengen, maar ten koste van een democratie en een vrije economie?’ vroeg Szporluk zich af in een bijdrage in The End of Empire?. The Transformation of the USSR in Comparative Perspective (1997).

‘Wordt Rusland een moderne natiestaat’, vraagt ook Szporluks opvolger Serhii Plokhy in zijn boek Het verloren koninkrijk. De geschiedenis van Rusland van 1470 tot heden (Spectrum, 2018), ‘of blijft het een gesnoeid imperium, dat zich steeds weer in nieuwe conflicten stort door de fantoompijn van verloren territoria en de glorie van het verleden?’ De dreiging die van dit dilemma uitgaat, is in zijn ogen net zo groot en reëel als het gevaar dat in de 19de en 20ste eeuw voortvloeide uit het idee dat alle Duitse gebieden moesten worden verenigd in één machtig Duits imperium. Kiezen de Russen niet voor de vorming van een moderne burgernatie binnen de grenzen van de Russische Federatie, dan kan volgens Plokhy de gedroomde terugkeer naar het verloren paradijs van de verbeelde Oostslavische eenheid leiden tot een nieuwe Koude Oorlog, ‘of erger’.
 

Foto header: groep mannen bij het Tsarenkanon op het Kremlin, 1898, fotograaf anoniem. Rijksmuseum, CC0, via Wikimedia Commons.

 

Delen: