Op pad in het Derde Rijk

Een vrolijk reisje langs de Rijn, kon dat nog wel na de machtsovername door de nazi's in 1933? Waarom niet, dachten een piepjonge John F. Kennedy en ruim een miljoen andere buitenlandse bezoekers: het zag er immers allemaal rustig en ordelijk uit. Dit was precies wat minister van Propaganda Joseph Goebbels probeerde te bereiken, toont Jan Brauer aan.

De nationaalsocialisten wilden liever geen pottenkijkers. Toch waren toeristen van harte welkom. Ze moesten blijven komen naar de Bodensee, het Zwarte Woud, Thüringen, de historische steden en kuuroorden, want ze brachten geld in het laatje. Het regime, hoe xenofoob ook, had een schreeuwend tekort aan deviezen. Belangrijker nog was de politieke winst: het was hard nodig om het slechte imago van het Derde Rijk te verbeteren. In de pers en de publieke opinie in het buitenland overheerste het beeld van bruine agressie, antisemitisme en concentratiekampen waar politieke tegenstanders, ‘asocialen’, werkschuwen en Joden werden opgeborgen. Toeristen moesten de normaliteit van het Derde Rijk ervaren, en het Propagandaministerie van Joseph Goebbels tuigde een heel programma op om buitenlandse reizigers het harmonische dagelijks leven in het nieuwe Duitsland te laten zien.
 

Hongaarse toeristen in Berlijn, bij het Olympisch Stadion waar twee jaar eerder olympische wedstrijden werden gehouden. Onbekende fotograaf, Olimpiai Stadion (1938). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0)
Hongaarse toeristen in Berlijn, bij het Olympisch Stadion waar twee jaar eerder olympische wedstrijden werden gehouden. Onbekende fotograaf, Olimpiai Stadion (1938). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0)

 

Al in juni 1933, enige maanden na de machtsovername, stelde een nieuwe wet op het vreemdelingenverkeer een nationaal comité in dat de regie kreeg over de gehele toerismebranche. De meer dan zesduizend regionale en plaatselijke verenigingen voor vreemdelingenverkeer werden voortaan strak gecontroleerd. De besturen dienden voor minimaal 51% uit NSDAP’ers bestaan. Joodse leden moesten het veld ruimen. Commerciële reisagenten en vertegenwoordigers van het nationale spoorwegbedrijf werden ‘bijgeschoold’: in plaats van simpel kaartjes verkopen, brachten zij voortaan de schoonheid van de Germaanse Heimat aan de man.

Een Germaans beeld
De ‘gelijkschakeling’ van de sector resulteerde in een drukke nationale evenementenkalender. Stadjes werden opgesmukt met vlaggen en banieren. Moederdag werd ingevoerd en voortaan uitbundig gevierd. De ‘rode’ 1 mei-viering werd de Nationale Feiertag des Deutschen Volkes. Er waren wijnfeesten en de Erntegedenktag in de herfst: oogstfeesten met boerenoptochten en volksdansen. Verder waren er referenda en een hele reeks van nationale partijfeesten, zoals de Reichsparteitag en de verjaardag van Hitler: Führersgeburtstag, 20 april. Het volk had genoeg vertier en telkens werd uitbundig gevlagd, wat de argeloze reiziger niet kon (en mocht) ontgaan.
 

Reclameposter voor Mark Brandenburg. Jupp Wiertz, Umschlagbild für ein Reiseprospekt (1936). Bron: Wikimedia Commons (CC0)
Reclameposter voor Mark Brandenburg. Jupp Wiertz, Umschlagbild für ein Reiseprospekt (1936). Bron: Wikimedia Commons (CC0)

 

De toeristen kregen in folders en gidsen een zorgvuldig gestileerd beeld van Duitsland voorgeschoteld, waarvoor de nazi’s strakke richtlijnen uitvaardigden. Er kwam een veto op ‘volksvreemde’ reclameslogans zoals ‘Duitse Riviera’ of ‘Fränkische Schweiz’. Beter was een Germaans beeld, zowel qua gevoel en toon. De geselecteerde foto’s toonden roemruchte burchten en vredige berglandschappen, dorpsidylles met vrolijk werkende boerenfamilies, hecht verbonden met ‘Blut und Boden’, en ontspannen harmonieuze familietafereeltjes aan het water. Ook werd er gepronkt met de moderne autobanen met hun prachtige viaducten en servicestations. Buitenlanders moesten onder de indruk raken van de daadkracht, zuiverheid, orde en culturele vitaliteit van het land met zijn vriendelijke, blije inwoners.

In 1938 legde Adolf Hitler zelf in Berlijn de eerste steen voor het enorme Haus des Fremdenverkehrs, het zenuwcentrum van het staatstoerisme. In Frankfurt kwam een ‘wetenschappelijk’ instituut voor het ideologisch gemotiveerde toerisme.
 

Ook in het buitenland werd geadverteerd, zo getuigen deze posters in het Deens en Engels. Ludwig Hohlwein, Tyskland 1936 (1935) en Franz Theodor Würbel, Olympic Games (1936). Bron: Wikimedia Commons (CC0)
Ook in het buitenland werd geadverteerd, zo getuigen deze posters in het Deens en Engels. Ludwig Hohlwein, Tyskland 1936 (1935) en Franz Theodor Würbel, Olympic Games (1936). Bron: Wikimedia Commons (CC0)

 

Met een gids door Neurenberg
Kosten noch moeite werden gespaard om toeristen naar Duitsland te lokken. Het officiële Duitse reisbureau had in 1938 kantoren in 26 landen met zo’n 350 medewerkers. De Engelstalige glossy Germany werd gelanceerd en het Propagandaministerie nodigde buitenlandse journalisten uit. Berlijn probeerde een tegenwicht te bieden nu er internationaal zoveel ‘Greuelpropaganda’ over Duitsland in omloop was en hoopte op een gunstige pers. Vijftig Britse journalisten maakten in 1937 inderdaad een achtdaagse luxereis naar het Zwarte Woud. Voor iemand als Max Blokzijl, correspondent van het Algemeen Handelsblad vanaf 1918 in Berlijn, was dat niet eens nodig. Hij was sinds 1935 in het geheim lid van de NSB (en na mei 1940 hoofd afdeling perswezen van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten) en schreef ‘neutraal’ over de ontwikkelingen in Duitsland.

Het grote Britse reisbureau Thomas Cook kreeg tussen 1935 en 1937 86.000 Reichsmark uit Berlijn om reizen naar Duitsland te promoten met slogans als ‘What! Have you never been to Germany?’ Ook in de Verenigde Staten werden flinke reclamebudgetten ingezet om toeristen te werven. Het Duitse verkeersbureau in New York vertoonde diafilms als Adolf Hitler is Germany.

Het werkte: het aantal toeristen nam toe. Vooral de Olympische Zomerspelen van 1936 werden gebruikt als toeristisch visitekaartje. Hoe presenteerde Duitsland zich en hoe maakte de nazi-regering het land aantrekkelijk? Konden (of wilden) de toeristen niet door de façade heen prikken? En ook niet onbelangrijk: hoe stelde onze eigen ANWB zich op? Je leest in de zevende editie van Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 30 september 16.00 uur aan als abonnee, bestel 'm vanaf half oktober online of haal ‘m dan in de winkel.
 

Delen: