Nestorkroniek, rond 1110 in Kyiv opgetekend, beschrijft Russische bakermat – volgens Poetin dan

Volgens enkele Russische historici, onder wie amateurhistoricus Vladimir Poetin, ligt de oorsprong van de Russische staat in het land Roes. Rond 1110 tekenden Kyivse monniken in de Nestorkroniek de geschiedenis op van dit grootvorstendom. Is het de beschrijving van de bakermat van Rusland, zoals Poetin betoogt? Hans Thuis vertaalde de kroniek en legde al in 2016 uit dat er wel wat aantekeningen bij deze beweringen te zetten zijn.

Monniken van het Kyivse Holenklooster schetsen in het tweede decennium van de 12de eeuw in kroniekvorm een levendig beeld van de geschiedenis, cultuur en samenleving van Roes vanaf omstreeks 850 tot 1117. Deze Nestorkroniek, vernoemd naar een van de auteurs, is de oudste Oost-Slavische bron voor de geschiedenis van dit Kyivse rijk, dat Oekraïners maar ook Russen en Belarussen als hun bakermat beschouwen. Het ontstond midden 9de eeuw, bereikte zijn hoogtepunt halverwege de elfde eeuw en viel in 1169 uiteen.
 

Falin, Holenklooster Kyiv-Petsjersk Lavra (2013). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0)
Het Holenklooster in 2013. Falin, Holenklooster Kyiv-Petsjersk Lavra (2013). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0)

 

De aandacht van de kroniekschrijvers ging in de eerste plaats uit naar gebeurtenissen en ontwikkelingen in de stad Kyiv, het politieke en culturele centrum van Roes. Deze gaven ze weer in de vorm van annalen, jaarberichten. Aan het historische feitenrelaas voegden ze moraliserende beschouwingen, ooggetuigenverslagen en anekdoten toe die de gebeurtenissen in een wijder perspectief plaatsen. Naast verslagen van veldslagen vinden we in de kroniek levensbeschrijvingen van vorsten, verdragsteksten, sagen en legenden. Uitgebreid komt ook de geschiedenis van hun klooster aan de orde.

Dubbele moraal
In de eerste zin van de kroniek zeggen de auteurs waar het verhaal over gaat: ‘Dit zijn de verhalen van de voorbije jaren, waar het land Roes vandaan is gekomen, wie er in Kyiv het eerst begon te regeren en hoe het land Roes is ontstaan.’ Deze preoccupatie met de eigen oorsprong is kenmerkend voor de middeleeuwse geschiedschrijving. Net zo typerend voor de middeleeuwen is dat het eigen verleden wordt ingebed in de Bijbelse geschiedenis. In navolging van Byzantijnse kronieken beginnen de kroniekschrijvers te vertellen over de periode na de zondvloed, toen de drie zonen van Noach de aarde onderling verdeelden. Ze laten het Slavische volk, als een van de 72 talen en volken die na de bouw van de toren van Babel over de aarde werden verstrooid, afstammen van Jafeth, Noachs middelste zoon. Het oorspronkelijke woongebied van de Slaven situeren ze aan de benedenloop van de Donau.

Uit de kroniek spreekt een algemene onvrede over de loop van de geschiedenis: dynastieke twisten, invallen door steppevolken, hongersnood, verraad en marteling. De kroniekschrijvers beschouwen alle ellende die het volk van Roes moet verduren als straf van God voor het kwaad dat vorst en volk bedrijven. De schrijvers stellen het volk, de (geloofs)gemeenschap boven het individu en zijn vervuld van een christelijke heilsverwachting. Er is sprake van een dualisme van goed tegenover kwaad, God tegenover duivel, sociale rechtvaardigheid tegenover willekeur en wreedheid, christendom tegenover heidendom.
 

Tegenwoordig is het Holenklooster verbouwd in de stijl van de Oekraïense barok. Voor deze 17de-eeuwse verbouwing zag het klooster er zo uit. Innokenty Gizel, Holenklooster Kyiv-Petsjersk Lavra (1674). Bron: Wikimedia Commons (PD).
Tegenwoordig is het Holenklooster verbouwd in de stijl van de Oekraïense barok. Voor deze 17de-eeuwse verbouwing zag het klooster er zo uit. Innokenty Gizel, Holenklooster Kyiv-Petsjersk Lavra (1674). Bron: Wikimedia Commons (PD).

 

De moraal die de kroniekschrijvers prediken, is vaak een dubbele: goed is wat in hun ogen de belangen van het land Roes bevordert, slecht is wat die belangen aantast. Zo veroordelen ze moord, eedbreuk en oorlogsmisdaden ten strengste als ze gepleegd worden door lieden die de eenheid en soevereiniteit van Roes bedreigen, maar zijn ze geneigd dit soort wandaden te vergoelijken of te negeren als de plegers het ‘Roesische’ nationale belang nastreven. Ook maakt het verschil of daders christenen of heidenen zijn.

Stichting van Roes
Verschillende thema’s uit de Nestorkroniek zijn onderwerp van controverse geworden. Zo lezen we bij het jaar 862 dat Oost-Slavische en Finse stammen, die in de 8ste en 9de eeuw behalve in Finland ook in grote delen van Noord- en Noordoost-Rusland leefden, een Varjaagse (Vikingen-)stam van overzee, de ‘Roesen’, uitnodigden om over hen te komen regeren omdat er in hun eigen land geen orde heerste. De Varjagen/Roesen uit de kuststreek tegenover de huidige Åland-eilanden stuurden vervolgens Rjoerik en twee van zijn broers naar Noord-Rusland. Rjoerik vestigde zich als vorst in Novgorod. Begin jaren tachtig van de 9de eeuw trok Oleg, een verwant van Rjoerik, vanuit Novgorod naar Kyiv, dat vervolgens uitgroeide tot het bestuurlijke en culturele centrum van Roes. Novgorod gold daarna als de tweede stad van Roes.

Dit beschrijft ondubbelzinnig, zou je zeggen, de stichting van het grootvorstendom Roes, maar de passage heeft geleid tot de zogeheten Varjaagse kwestie. Hierbij staat de vraag centraal of de Varjaagse Roesen het naar hen vernoemde jonge rijk Roes zijn eerste vorstenhuis hebben gegeven. Twee groepen historici staan hierin tegenover elkaar: de normannisten, die ervan uitgaan dat de Varjagen inderdaad de stichters zijn van Kyiv-Roes, en de anti-normannisten, voornamelijk Russische historici, die dit betwisten.

De anti-normannisten beschouwen de stichting van Roes door Varjaagse vorsten als een legende, die later in de kroniek is ingevoegd om de door Rjoerik gestichte dynastie legitimiteit te verschaffen. Volgens hen zijn de Roes-nazaten van de Slavische stam van de Antae en leefden ze al sinds de 6de eeuw in het Oekraïense en Zuid-Russische steppegebied. Het is voor hen als Oost-Slaven moeilijk te aanvaarden dat Kyiv-Roes, dat ze beschouwen als de bakermat van Rusland (en van Oekraïne en Belarus), is gesticht door vorsten van een andere etniciteit.
 

Pagina uit de Nestorkroniek, Oleg de Wijze op weg naar Constantinopel. Bron: Wikimedia Commons (PD)
Pagina uit de Nestorkroniek, Oleg de Wijze op weg naar Constantinopel. Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

De normannisten voeren echter sterkere argumenten aan. Zij stellen dat de naam Roes, in het Arabisch Rūs, in het Grieks Rhōs, is afgeleid van Ruotsi, de Finse naam voor Zweden. Dit is plausibel omdat het noorden van Rusland in de 8ste en 9de eeuw voornamelijk werd bewoond door Finse stammen. Zij maakten als eersten kennis met de Varjaagse kooplieden en krijgers uit het Zweedse kustgebied. Het is aannemelijk dat de naam die zij deze Varjagen gaven, in verbasterde vorm werd overgenomen in zowel het Slavisch en Grieks als het Arabisch. Volgens Byzantijnse en Arabische bronnen vertoonden de Roesen bovendien in fysiek opzicht en in hun kledij grote overeenkomst met de Noormannen. Een sterk argument van de normannisten is verder dat in het verdrag tussen Byzantium en Roes van 912 alle genoemde Roes-gezanten Scandinavische namen dragen en in het verdrag van 945 het merendeel. Hieruit valt op te maken dat de elite van Roes in de eerste helft van de 10de eeuw grotendeels uit Varjagen bestond. Het lijdt dan ook nauwelijks twijfel dat de eerste vorsten van Kyiv-Roes niet van Oost-Slavische maar van Scandinavische origine waren.

Kiezen voor Byzantijns christendom
De monniken besteedden uiteraard aandacht aan de stichting van hun land, maar beschouwden de kerstening van Roes als de belangrijkste gebeurtenis in hun geschiedenis. Deze episode neemt in de Nestorkroniek dan ook een belangrijke plaats in. Vladimir I, later de Heilige genoemd, zond in 987 gezanten uit om de islam en de Latijnse en Byzantijnse variant van het christendom te onderzoeken om, vertelt de kroniek, een gefundeerde keuze te maken voor een van deze godsdiensten. Bij terugkeer schetsen Vladimirs gezanten een negatief beeld van de islamitische en de Latijnse eredienst, maar ze zijn juichend over de pracht en praal van de Byzantijnse liturgie. Daarop besluit Vladimir het Byzantijnse christendom aan te nemen, in het kroniekjaar 988. Maar niet dan nadat hij door het innemen van de Byzantijnse kolonie Korsoen, gelegen op de Krim, de toenmalige Byzantijnse keizers dwong ermee in te stemmen dat hij trouwde met hun zuster Anna. Na het huwelijk gaf hij de kolonie terug.

Vladimirs motieven waren in werkelijkheid voornamelijk pragmatisch van aard. Hij zocht een samenbindende religie voor het multi-etnische Roes. Hij zag in dat het heidendom, met verschillende, vaak regionaal vereerde goden, daarvoor niet volstond. Door te kiezen voor het Byzantijnse christendom verbond hij zich bovendien met een politieke en economische grootmacht, zonder daarbij zijn onafhankelijkheid op te geven.
 

Henryk Siemiradzki, Begrafenis van een vorst der Roes (1884). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Henryk Siemiradzki, Begrafenis van een vorst der Roes (1884). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Interessant is, gezien het feit dat in onze tijd de discussie in Oekraïne over een associatieverdrag met de Europese Unie heeft geleid tot een binnenlands Oekraïens conflict en Russische inmenging, dat de kroniekschrijvers benadrukken dat Roes vooral verbonden was met Byzantium. Ze verzwijgen dat er daarnaast veelvuldige contacten waren met de landen van West- en Midden-Europa en dat het land naar buiten was gericht. Zo onderhield Roes nauwe betrekkingen met het Heilige Roomse Rijk en met Frankrijk. Het Kyivse vorstenhuis was door huwelijksbetrekkingen gelieerd aan de Franse, Duitse, Scandinavische, Hongaarse en Poolse vorstenhuizen. Ook diplomatieke en handelsbetrekkingen verbonden het Kyivse rijk met de rest van Europa. Dat de kroniek de westelijke contacten verzwijgt is grotendeels toe te schrijven aan de overheersende culturele en religieuze invloed die Roes na de kerstening vanuit Byzantium onderging.

Geen exclusieve rechten op Roes
Maakt Roes nu deel uit van de Russische of van de Oekraïense geschiedenis? Een aantal Russische historici, onder wie de amateurhistoricus Vladimir Poetin, stelt dat Roes de directe voorloper van Rossija is. Dit is de naam van de eerste vanuit Moskou geregeerde staat, daterend van begin 16de eeuw
. Hiermee eisen zij het Russische alleenrecht op ten aanzien van de historische en culturele erfenis van Roes. Die claim kan echter niet serieus worden genomen. Tussen de definitieve ondergang van Kyiv-Roes (1240), als gevolg van de Tataars-Mongoolse invallen, en de opkomst van het grootvorstendom Moskou gaapt een kloof van een eeuw. Bovendien had dit grootvorstendom, ook wel Moskovië geheten, een heel ander karakter dan Roes. Onder invloed van de Tataars-Mongoolse overheersing was Moskovië veel meer in zichzelf gekeerd dan Roes.

Maar ook Oekraïne kan geen exclusieve rechten doen gelden op de nalatenschap van Roes. Kyiv was weliswaar de hoofdstad, maar van de drie machtscentra die aan het einde van het Kyivse rijk opkwamen, Galicië-Volhynië, Vladimir-Soezdal en Novgorod, werden de laatste twee in de loop van de 15de eeuw onderworpen door Moskovië. Zij gaven hun deel van de ‘Roesische’ erfenis door. Russische en Oekraïense historici zullen moeten accepteren dat de geschiedperiode van Kyiv-Roes gedeelde geschiedenis is. De Russische annexatie van de Krim en het gewapend conflict in Oost-Oekraïne hebben het acceptatieproces er niet eenvoudiger op gemaakt. De Nestorkroniek kan men dan ook beter lezen vanwege het inzicht dat het boek, met zijn mengeling van feit, fictie en ideologie, biedt in de middeleeuwse geschiedschrijving van het Kyivse rijk.

Delen: