Mrs. President: de invloedrijke first lady Abigail Adams

Onlangs is Rosalynn Carter op 96-jarige leeftijd overleden. Ze was 77 jaar lang de vrouw van oud-president Jimmy Carter en tussen 1977 en 1981 de first lady van de Verenigde Staten. Ze schoof aan bij kabinetsvergaderingen en gaf advies over beleidskwesties in de gezondheidszorg. Jimmy noemde haar weleens zijn „co-president”. Ze was niet de eerste Amerikaanse presidentsvrouw die zich met de regering bemoeide, één van de eerste first ladies, Abigail Adams, ging haar voor.
 

In de Amerikaanse grondwet staan de taken van de Amerikaanse president vrij nauwkeurig omschreven. Geen woord echter over die van de First Lady. Het was dan ook aan de eerste presidentsvrouwen van de jonge Amerikaanse republiek om invulling te geven aan die positie en rol. Abigail Adams (1744-1818), getrouwd met de tweede president, John Adams (1735-1826), ging daarbij heel ver: ze eigende zich een uitgesproken politieke rol toe. Dit viel lang niet bij iedereen goed, omdat niet zij maar John gekozen was, én omdat ze een vrouw was.

Al vroeg was Abigail Adams, een van de dochters van plattelandsdominee William Smith in Massachusetts, zich ervan bewust dat meisjes slechts beperkte kansen hadden op goed onderwijs. Vanwege haar zwakke gezondheid hielden haar ouders haar thuis van school. Veel verschil maakte dat niet, schreef ze jaren later aan haar dochter; ook in de beste families leerden meisjes alleen rekenen en schrijven. Toch vergaarde ze via haar ouders en grootmoeder allerlei kennis en ontwikkelde ze zich door te corresponderen met leeftijdsgenoten. Aan een enthousiaste zwager die zijn kennis en boeken graag deelde, dankte ze haar liefde voor literatuur. Later zou ze met gemak citeren uit de klassieken. 
Het waren haar intelligentie en hun gedeelde belangstelling voor literatuur en geschiedenis, maar ook haar bescheidenheid en humor waarvoor John Adams viel toen hij haar leerde kennen. Zelf was de jonge boerenzoon en advocaat een vat van tegenstrijdigheden – hij was arrogant en ambitieus, maar ook vol zelftwijfel en gevoelig voor kritiek. Dat hij de evenwichtige Abigail huwde, in 1764, was volgens zijn biografen de belangrijkste beslissing in zijn leven en de basis van zijn succesvolle politieke loopbaan.

Abigail Adams in 1766, door Benjamin Blyth. Publiek domein, via Wikimedia Commons.

 

Doordat John vanaf het begin van hun huwelijk vanwege zijn werk en later politieke verplichtingen vaak lange tijd van huis was, werd Abigail al gauw onafhankelijk en bestierde ze zelf het huishouden en de boerderij van zijn ouders in Braintree (later Quincy genoemd) in Massachusetts waar ze na hun huwelijk ingetrokken waren. Ze raakte ook al vroeg politiek betrokken. Een unieke gelegenheid bood de boycot op Britse producten die Amerikaanse revolutionairen uitriepen in de aanloop naar de oorlog met Engeland. De meeste Amerikaanse vrouwen uitten hun anti-Britse gezindheid door bijvoorbeeld kleding te maken van zelfgeweven in plaats van geïmporteerde stoffen. Abigail ging echter veel verder, ontdekte haar biograaf Woody Holton (Free Press, 2009). Toen ze in juni 1775 haar man verzocht om 6000 spelden vanuit Philadelphia te sturen, waren die niet voor eigen gebruik bedoeld, maar voor de verkoop. Zijn latere verblijf in Europa bood haar een kans deze commerciële activiteiten uit te breiden tot handel in Europees linnengoed en andere artikelen. Het verdiende geld investeerde ze in staatsobligaties, land en huizen – meestal maar soms niet met medeweten en toestemming van haar echtgenoot. Zo legde zij een belangrijke basis voor het familiefortuin. Hoewel deze eigendommen wettelijk aan haar man toebehoorden, beschouwde zij ze als persoonlijk bezit en schonk zij ze later per testament aan bijna uitsluitend vrouwelijke familieleden die het geld hard nodig hadden. Een testament van een getrouwde vrouw had geen enkele wettelijke waarde en dat John haar wensen uitvoerde, zegt veel over hun relatie.

‘Remember the Ladies’
De gebrekkige onderwijskansen voor vrouwen bleven een bron van frustratie voor Abigail. In een brief uit 1778 aan haar neef John Thaxter, een politicus die de privéleraar was geweest van haar zoon John Quincy Adams (die de zesde Amerikaanse president zou worden, in Leiden gestudeerd heeft en net als zijn vader in Nederland ambassadeur was), stelde ze dat beter onderwijs ook betere moeders en echtgenotes zou opleveren, en klaagde ze dat mannen de ongelijkheid bewust in stand hielden. Waren zij soms bang voor ‘rivals near the Throne’? 

Al eerder had Abigail haar inzicht laten blijken dat dit een machtskwestie was. Toen John Adams een paar maanden vóór de Onafhankelijkheidsverklaring van 4 juli 1776, druk bezig was zijn gedachten over een nieuw politiek bestel voor de toekomstige Amerikaanse republiek op papier te zetten, kreeg hij in Philadelphia een brief van zijn vrouw die nog vele generaties vrouwen heeft geïnspireerd. Google maar eens haar woorden: ‘Remember the Ladies’. Bescherm in het nieuwe staatsbestel de vrouwen tegen een onbegrensde macht van hun echtgenoten, bezwoer ze John op 31 maart, want anders zijn wij ‘Ladies (…) determined to foment a rebellion, and will not hold ourselves bound by any laws in which we have no voice or representation’. Met haar plagerig dreigement dat vrouwen zouden rebelleren tegen wetten die hun stem negeerden, verwijst ze impliciet naar de strijdleus waarmee de Amerikaanse koloniën in opstand waren gekomen tegen de door Engeland opgelegde belastingmaatregelen: ‘No taxation without representation.’ 

Abigails humor kenmerkt veel van de bijna 1200 brieven die de echtelieden elkaar schreven (te lezen via https://founders.archives.gov/). Johns eveneens geestig bedoelde repliek op haar brutale (‘saucy’) voorstel een einde te maken aan de wettelijk verankerde ‘tirannie’ van het mannelijk geslacht zal haar geamuseerd, maar niet verbaasd hebben. ‘We have only the Name of Master,’ verzekerde hij haar: we líjken wel de baas, maar vrouwen zíjn het. Als mannen hun schijnbare machtspositie op zouden geven, zouden zij zich helemáál onderwerpen aan de ‘Despotism of the Petticoat’. 

Abigail Adams (tussen 1810 en 1815), door Gilbert Stuart (National Gallery of Art, Washington D.C.).

 

Gelijkwaardige partners
Alle humor ten spijt was het Abigail ernst. Ze was geen feministe in de moderne betekenis van het woord, maar in haar brieven schreef ze geregeld over de ondergeschikte status van de vrouw. In haar eigen huwelijk en leven dwong zij een gelijkwaardige positie af. Tekenend voor haar verhouding met John was dat zij hun brieven meestal begonnen met ‘My dearest Friend’ of ‘Dearest of Friends’, in plaats Mr. of Mrs. Adams, wat toen gebruikelijk was. Ze schreef zonder twijfel uit eigen ervaring toen ze in 1814 in een brief aan een oude vriend vaststelde dat de meeste mannen liever een intelligente partner (‘companion’) als wederhelft hebben dan een rivaal of een onbenul. 

Ook buitenstaanders vonden John en Abigail gelijkwaardig. Benjamin Rush, een oude politieke vriend van John die het paar goed kende, merkte in 1801 op dat ‘Mrs. Adams’ wat betreft talent, kennis, deugdzaamheid en ondersteuning in ieder opzicht geschikt was als ‘friend and companion’ van haar echtgenoot, of hij nu ambteloos burger was, Congreslid, diplomaat, vicepresident of president van de Verenigde Staten. 

Mrs. President
Het partnerschap hield ook in dat Abigail Johns politieke sparring partner was: gevraagd en ongevraagd voorzag zij hem van advies. Toen John in 1788 op de nominatie stond om de eerste vicepresident van de VS te worden, onder George Washington, schreef ze hem quasi-argeloos: ‘I shall want to know a little of politicks’. In werkelijkheid volgde zij het politieke nieuws al twee decennia en aarzelde niet om in haar brieven haar mening te geven. Sinds de Amerikaanse Revolutie waren veel vrouwen geïnteresseerd geraakt in de politiek. Abigail debatteerde vrijelijk over politieke kwesties in haar brieven met haar zusters en vriendinnen zoals de historica Mercy Otis Warren. Zij besefte echter ook dat de aanvankelijk neutrale term ‘female politician’ voor vrouwen die politieke belangstelling hadden, aan het eind van de 18de eeuw een negatieve bijklank begon te krijgen. In conservatieve kringen ontstond angst dat politiek assertieve vrouwen op den duur meer rechten zouden opeisen. Maar, zo vroeg Abigail in februari 1794 een bevriende politicus, afzijdigheid was toch onmogelijk? ‘At such a [time] as the present who can be an unconcern’d Spectator?’ 

 

Abigail Adams heeft nooit direct gepleit voor het vrouwenkiesrecht. Maar ze wist terdege dat New Jersey ongetrouwde ‘propertied’ vrouwen in 1797 het kiesrecht gaf (een paar jaar later werd dit weer afgeschaft). Aan haar zus schreef ze over een bepaalde predikant dat ze zeker voor hem gestemd zou hebben als dat gekund had. Vrouwen hebben in de VS nog tot 1920 moeten wachten. Een eeuw na Abigails dood gingen suffragettes er nog de straat voor op, zoals op de foto bij het Witte Huis. Foto uit 1917, Library of Congress.

 

Kritische bijnaam
In 1797 werd John gekozen tot president en smeekte hij haar zo spoedig mogelijk naar Philadelphia, de toenmalige hoofdstad, te komen: ‘I never wanted your Advice and assistance more in my Life’. Het was een turbulente en onzekere tijd in de Amerikaanse politiek; er was grote verdeeldheid tussen de twee politieke partijen over buitenlands beleid en de rol van de federale overheid. John had haar emotionele steun en niet-aflatende loyaliteit daarom hard nodig. Bovendien was haar politieke intuïtie volgens zijn biografen scherper dan de zijne. Haar echtgenoot noemde haar liefkozend ‘Presidante’, een beetje op z’n Frans.

In navolging van de eerste First Lady, Martha Washington, hield Abigail vrijwel dagelijks ontvangsten in het ‘President’s House’ in Philadelphia en organiseerde zij talloze diners voor tientallen gasten. Toen John als gezant de belangen van de prille Amerikaanse republiek in Parijs, Londen en Den Haag diende, vergezelde Abigail hem een aantal jaren. Daardoor was zij bekend met de salons in Parijs waar leden van de Franse politieke en intellectuele elite elkaar en internationale gasten ontmoetten. Als presidentsvrouw gaf zij de voorkeur aan zulke intiemere bijeenkomsten, waar de vrouwen van de aanwezige politici en diplomaten zich konden mengen in het politieke debat en ideeën konden uitwisselen. Abigail gebruikte deze ontvangsten om steun te verwerven voor de aanpak van de president. Tot woede van politieke tegenstanders probeerde ze tevens de publieke opinie te beïnvloeden door in helder geformuleerde brieven aan krantenredacteuren het regeringsbeleid uit te leggen. Een ziedend Congreslid noemde haar ‘Mrs. President’, en die kritische bijnaam beklijfde.

In oktober 1800 verhuisden John en Abigail Adams naar de nieuwe hoofdstad Washington. Ze betrokken er als eerste presidentiële paar het nog maar half voltooide ‘Witte Huis’, zoals het later genoemd werd. John Adams sprak bij die gelegenheid de vrome wens uit dat ‘none but honest and wise men ever rule under this roof’ – een wens die helaas niet in vervulling is gegaan. Dat er ooit een zwarte of echte ‘Mrs.’ President in het gedeeltelijk door slaven gebouwde Witte Huis zou kunnen wonen, kwam bij John noch Abigail Adams op, hoe vooruitstrevend ze in hun huwelijk ook waren.

Dit artikel verscheen in 2018 in Geschiedenis Magazine. Ben je nog geen abonnee? Word 't dan nu!

Delen: