Wereldwonder: het mausoleum van Halicarnassus

Mausolus is niet zo’n bekende naam. Toch is zijn praalgraf een van de klassieke wereldwonderen; daar hebben we het woord mausoleum van. Maar wie was hij?

Mausolus zwaaide van 377 tot 354 v.Chr. de scepter over Carië, een regio in het zuidwesten van het huidige Turkije die toen deel uitmaakte van het uitgestrekte Perzische rijk. Formeel deed hij dat als satraap (provinciegouverneur) in naam van de Perzische koning. Het hof in Persepolis bevond zich echter ver weg en had andere besognes, zodat Mausolus in de praktijk zijn eigen gang kon gaan. Zo sloot hij op eigen gezag verdragen met naburige steden en werd hij soms als koning aangesproken. Na zijn dood verrees in de Carische hoofdstad Halicarnassus zijn indrukwekkende praalgraf. Wellicht had de vorst reeds zelf opdracht tot de bouw ervan gegeven, maar het initiatief kan ook zijn genomen door zijn weduwe Artemisia. Mogelijk wilde ze haar echtgenoot de grootst mogelijke eer bewijzen, maar een politiek motief is ook denkbaar, want Artemisia nam het bestuur van Mausolus over en had er belang bij om zijn nagedachtenis op te hemelen en hun nauwe band te benadrukken. Toen ze twee jaar later zelf stierf, werd ze in de tombe van haar echtgenoot bijgezet.

Net als de meeste wereldwonderen kennen we het mausoleum van Halicarnassus vooral uit de beschrijvingen van klassieke auteurs. Waarschijnlijk ging het om een rechthoekig marmeren bouwwerk met een solide basis, daarbovenop een zuilengalerij en daar weer bovenop een trapvormige piramide. Een reusachtige strijdwagen met vierspan stond helemaal op de top. Volgens de Romeinse schrijver Plinius de Oudere (eerste eeuw n.Chr.) was het geheel ruim 42 meter hoog.

 

Reconstructie van het mausoleum uit ca. 1800 (Wellcome Collection, Londen).

 

De architect was Pythius van Priëne, die verschillende (verloren) verhandelingen over architectuur schreef, maar de status als wereldwonder heeft het gebouw vooral te danken aan de vele prachtige sculpturen waarmee het was versierd en waarvoor de beste beeldhouwers uit Griekenland werden aangetrokken. Onder hen bevond zich bijvoorbeeld Leochares, de man die het bronzen origineel maakte waarop de beroemde Apollo van Belvedère is geïnspireerd - de bronzen beelden uit de Griekse oudheid kennen we vaak alleen als Romeinse, marmeren kopieën.  

Statige man en vrouw
Hoewel het mausoleum in de 13de eeuw bij een aardbeving werd verwoest en er veel bouwmateriaal uit de ruïne is gehaald, kwamen er bij archeologische opgravingen vanaf ca. 1850 toch nog overblijfselen tevoorschijn. De grafkamer onder het monument was weliswaar geplunderd, maar bevatte nog resten van een sarcofaagdeksel. Ook is een deel van een wiel van de strijdwagen teruggevonden. Dat heeft een diameter van ruim twee meter; het complete beeld zal dus zo’n zes meter hoog zijn geweest. Van veel andere fragmenten van beelden en friezen is niet duidelijk waar ze zich precies op het gebouw hebben bevonden. Dat geldt ook voor de spectaculairste vondst: meer dan levensgrote en tamelijk ongeschonden beelden van een statige man en dito vrouw die zich nu in het British Museum bevinden. Het is natuurlijk verleidelijk om hier Mausolus en Artemisia in te zien, maar het zou erg toevallig zijn als nu net hun beelden bewaard zijn gebleven. Het zou net zo goed om voorouders of andere familieleden kunnen gaan - er is niets om hun identiteit te staven.

 

Beelden uit het mausoleum, traditioneel geïdentificeerd als Mausolus en Artemisia II van Carië. De laatste bracht tijdens haar korte, maar spraakmakende bewind het naburige eiland Rhodos een gevoelige nederlaag toe. De Rhodiërs dachten Carië met gemak te kunnen binnenvallen nu er een vrouw aan het roer stond, maar Artemisia kaapte hun schepen en gebruikte die om op haar beurt Rhodos in te nemen. Foto Carole Raddato via Wikimedia Commons.

 

Sinds de klassieke wereldwonderen in de Renaissance opnieuw de belangstelling trokken, is het mausoleum van Halicarnassus vaak nagevolgd. Dat leidde soms tot opmerkelijke resultaten. Zo plaatste de 18de-eeuwse Engelse architect Nicholas Hawksmoor zijn reconstructie ervan bovenop de kerktoren van St. George’s in Bloomsbury. Maar niet alleen het bouwwerk zelf prikkelde de artistieke verbeelding. Volgens de Romeinse auteur Valerius Maximus werd Artemisia na de dood van haar man zo door verdriet verteerd dat ze niet alleen een mausoleum bestelde, maar ook een brouwsel vermengd met Mausolus’ as opdronk. Dit is door talloze schilders als uitzonderlijke blijk van echtelijke toewijding op doek vastgelegd. Daarbij werd maar even verdonkeremaand dat Artemisia niet alleen de echtgenote, maar ook de zuster van Mausolus was. Een ongemakkelijk feit, ook al was zo’n broer-zus-huwelijk in sommige antieke culturen niet ongebruikelijk als middel om de macht binnen de familie te houden. Wat echter wél alom bewondering oogstte, was de grenzeloze liefde van een vrouw die een levend graf voor haar man wilde worden.
 

De vrouw van Mausolus, Artemisia II, was niet de eerste Halicarnassische heerseres die haar stempel op de geschiedenis drukte. Haar voorgangster Artemisia I, die ruim een eeuw eerder leefde, was minstens net zo formidabel. Herodotus bewonderde haar zeer. Als een van de aanvoerders van het leger van de Perzische koning Xerxes trok ze ten strijde tegen de Grieken…  
Lees verder over de ‘mannenmoed’ van deze Artemisia in het maartnummer van Geschiedenis Magazine! Meld je uiterlijk 22 februari aan als abonnee, dan krijg je het maartnummer thuisgestuurd. Of bestel het nummer vanaf 10 maart online.

Delen: