Koning Filips II ging vier keer failliet

Het moet voor de Spaanse koning Filips II een grote teleurstelling zijn geweest toen hij in 1556 de troon van zijn vader, Karel V, overnam. Weliswaar zwaaide hij nu de scepter over het grootste en machtigste rijk van Europa, maar een blik in de schatkist leerde dat de bodem in zicht was…

De vele oorlogen die zijn vader had gevoerd, met name tegen de Fransen en de Ottomanen, hadden klauwen met geld gekost. En omdat de strijd tegen de Fransen bij zijn aantreden nog niet gestreden was, moest ook Filips II kosten maken op het slagveld. Het oorlog voeren werd zó duur dat er niets anders op zat dan in 1557 een decreet uit te vaardigen dat de rente en de terugbetalingen van alle uitstaande kortermijnleningen opschortte. Of anders gezegd: Spanje werd het eerste land dat niet aan zijn betalingsverplichtingen voldeed en officieel bankroet was. Dat gebeurde in 1560, 1575 en 1596 opnieuw. Dit terwijl de inkomsten gigantisch waren.

 

Filips II in 1573, door Sofonisba Anguissola (Museo del Prado).

 

Zilver
Filips’ schatkist werd vooral gespekt door Castilië, het politieke, militaire en economische hart van het Spaanse rijk. Het aantal inwoners was er gedurende de 16de eeuw sterk toegenomen, van 4,8 naar 6,8 miljoen. Steden als Madrid en Toledo groeiden enorm, handel en bedrijvigheid bloeiden. Het hof profiteerde van hogere belastingtarieven, onder andere van de omzetbelasting. Kerken moesten door nieuwe heffingen steeds meer van hun inkomsten afdragen en dan waren er nog de afdrachten aan de kroon van het zilver uit de Amerikaanse mijnen die de Spanjaarden zich hadden toegeëigend en dat in Sevilla met vloten tegelijk binnenkwam. 

Inkomsten had Filips II te over. Maar kosten ook. Gedurende zijn regeerperiode was er geen jaar zonder strijd. Hij vocht tegen de Fransen, Ottomanen en Engelsen en kreeg te maken met  een hardnekkige opstand in de Nederlanden. Hij was niet de enige Europese vorst van zijn tijd die bijna al zijn geld naar het leger zag wegvloeien: landen gaven toen al snel driekwart van hun inkomsten uit aan oorlog.  

Inkomsten en uitgaven liepen lang niet altijd synchroon. Evenmin kon de koning er zeker van zijn. Enerzijds was het lastig om precies bij te houden hoeveel geld er op een bepaald moment werd verdiend of uitgegeven. Anderzijds waren de inkomsten grillig. Belastingopbrengsten konden tegenvallen. Het gebeurde dat een vloot met zilver uit Amerika door weersomstandigheden of piraterij te laat of helemaal niet in Spanje arriveerde. 

 

Filips II klopte daarom aan bij bankiers uit onder andere Duitsland, Spanje, Portugal en Genua om geld te lenen. Hoe werkte dat precies? En betaalde de koning (meestal) netjes terug? Of was hij een risicovolle investering? 
Je leest het in het nieuwe nummer van Geschiedenis Magazine. Meld je uiterlijk donderdag 31 augustus aan als abonnee, dan krijg je dit nummer thuisgestuurd.

Delen: