Juli 1620: Pilgrims vertrekken naar Amerika

De Pilgrims waren radicale protestanten die om hun geloof werden vervolgd in Engeland. In 1608 vluchtten ze naar de Nederlandse Republiek en in 1620 vertrok een groep vanuit Delfshaven naar Amerika. Hun overtocht op de Mayflower is beroemd geworden en de Pilgrims hebben als grondvesters van de Thanksgivingtraditie een legendarische status verworven in de Amerikaanse geschiedenis en cultuur. Toch functioneerden zij  jarenlang uitstekend in migrantenstad Leiden.

Het was min of meer logisch voor deze Engelse protestanten om naar de Nederlandse Republiek te vluchten. Engeland was de belangrijkste bondgenoot van de Republiek in de onafhankelijkheidsoorlog met Spanje en stuurde daarvoor ook soldaten. Engelse handelaren waren er in groten getale aanwezig. Ook geloofsgenoten woonden al enige jaren in Amsterdam. Het ging om ‘separatisten’: radicale protestanten die de hoop hadden opgegeven de anglicaanse staatskerk van binnenuit te hervormen. Deze was in 1534 gevestigd door Hendrik VIII. Dit was niet omdat hij zich, zoals zijn tijdgenoot Luther, druk maakte over mistanden in de katholieke kerk, maar omdat hij af wilde van zijn echtgenote Catherina van Aragon en de paus hem geen toestemming gaf voor echtscheiding. 

De breuk met Rome en de komst van het protestantisme hadden in Engeland meer met macht dan geloof te maken. De hiërarchie in de anglicaanse kerk was niet wezenlijk veranderd, behalve dan dat niet de paus maar de koning er aan het hoofd stond. Wel wilden ook hier al gauw gelovigen de kerk ontdoen van corruptie. Puriteinen (Puritans), werden ze spottend genoemd. 

Het land uit of erger
De opvolgers van Hendrik VIII beschouwden deze wens om de kerk te hervormen als ondermijning van hun gezag. Elizabeth I begon met het afdwingen van trouw aan de staatskerk. In de jaren 1580 scheidden radicale Puritans zich af en stichtten kleine, onafhankelijke geloofsgemeenschappen naar het voorbeeld van de vroege christenen. Deze separatisten werden bloedig vervolgd en gedwongen ondergronds te gaan.

Jacobus I dreigde in 1604 dat hij hen ‘het land uit zou jagen, of erger’. In 1608 zag een groep van ongeveer dertig personen in het gehucht Scrooby in Nottinghamshire geen andere uitweg dan naar Nederland te vluchten. 

In de Republiek
Ze sloten zich in Amsterdam aan bij andere gevluchte separatisten, maar ontdekten al snel dat er grote verdeeldheid in deze Engelse kerkgemeenschap heerste. Toen het kort na hun aankomst tot een kerksplitsing kwam omdat een groep zich bekeerde tot wederdopers, besloten de vluchtelingen uit Scrooby, onder leiding van de predikant John Robinson en de ouderling William Brewster, hun heil elders te zoeken. Tientallen leden van de Amsterdamse kerkgemeenschap sloten zich bij hen aan. 

Leiden groeide enorm door alle nieuwkomers. In 1611 kwam er een stadsuitleg. Afgebeeld is de ‘skyline’ van de stad, detail van een kaart van de (vierde) stadsvergroting van 1611 van Jan P. Dou, gepubliceerd in Jan Orlers, Beschrijving der stad Leyden (1614) (Collectie Universitaire Bibliotheken Leiden).

 

In naam van ongeveer honderd personen vroeg Robinson toestemming voor vestiging in Leiden, die ze in februari 1609 kregen. In 1611 kocht hij samen met drie andere Pilgrims, zoals ze later genoemd werden, een huis in de Kloksteeg (bij de Pieterskerk) dat hij voorheen gehuurd had en waar ze ook hun gebedsbijeenkomsten hielden. Erachter kwamen huisjes voor zo’n twaalf Pilgrimgezinnen.

Bruisende stad
In Leiden waren ze welkom, omdat de stad behoefte had aan migranten. Tijdens het beleg door Spaanse troepen in 1574 waren minstens 4000 Leidenaars gestorven aan de pest en van de honger, ongeveer een derde van de bevolking. De textielindustrie was ingestort. Vandaar dat Vlaamse textielarbeiders werden geworven, tot in vluchtelingengemeenschappen in Engeland aan toe, met de belofte van gratis poorterschap en andere voorrechten. Ook gewild waren andere protestantse vluchtelingen die na de val van Antwerpen in 1585 uit de zuidelijke Nederlanden naar de noordelijke steden kwamen, onder wie veel Franstalige Walen. De textielwerkers onder de migranten waren gespecialiseerd in moderne lichte wollen stoffen als ‘saai’, waarnaar veel meer vraag was dan naar het zware ‘laken’ dat traditioneel in Leiden geproduceerd werd (voor dekens en bovenkleding). 

De Leidse textielindustrie kwam nu opnieuw tot bloei. Tegelijkertijd gaven de Waalse migranten Christoffel Plantijn en Louis Elsevier een enorme impuls aan de druknijverheid ter plaatse. De in 1575 gestichte Leidse universiteit was een belangrijke afnemer én producent van geleerde geschriften. 

Drukte op de Groenmarkt (1660, door Hendrick van der Burgh. Dit schilderij maakt deel uit van de expositie Pilgrims naar Amerika - en de grenzen
van vrijheid
die in het Leidse museum De Lakenhal te zien is van 2 juni t/m 13 september. Meer informatie: 071-5165360; www.lakenhal.nl

 

Leiden was anno 1609 een bruisende stad die almaar groeide. Het is bemoedigend hoe snel handel en nijverheid weer tot bloei kwamen nadat ziekte en economisch onheil hadden toegeslagen; vooral de komst van tienduizenden migranten droeg hieraan bij. Hoewel de meeste Pilgrims in Engeland landarbeiders geweest waren, vonden zij al snel emplooi in de stad. De meesten waren werkzaam in de textielproductie en -handel, sommigen waren herbergier of schoenmaker, en uit de ondertrouwboekjes en gerechtsverslagen blijkt dat anderen timmerman of metselaar werden: vanwege de stadsuitleg van 1611 was hier grote behoefte aan. Sommige Pilgrims waren actief in de tabakshandel en pijpmakerij, die net door andere Engelse migranten in Leiden was geïntroduceerd.

Het uitnodigende economische klimaat zorgde voor een grote mate van sociale integratie. Verschillende Pilgrims verwierven het poorterschap in Leiden, een soort eersteklas burgerschap.

Waarom gingen ze dan toch weg? Hoe verliep hun reis op de Mayflower? En wat is nu precies het verhaal achter Thanksgiving? U leest het in het juli/augustus-nummer van Geschiedenis Magazine, vanaf 3 juli in de boekhandel!
 

De Pilgrims waren aan hun lot overgelaten toen de Mayflower weer terugvoer. Dankzij de hulp van de plaatselijke bewoners overleefde de helft van de kolonisten. Het verhaal werd de basis van een romantische Thanksgiving-traditie, die weer de voedingsbodem was voor deze ansichtkaart uit ca. 1900. Te zien zijn de Pilgrims die de Mayflower nakijken (New York  Public Library).

 

Delen: