In 1607 streken de Engelsen neer in het rijk van Powhatan, de vader van Pocahontas

Op 22 maart 1622, vijftien jaar na het eerste contact, vielen de oorspronkelijke bewoners van de westkust van Noord-Amerika de Engelse kolonisten uit het stadje Jamestown genadeloos aan. Het was de ultieme poging om hen zo veel mogelijk van hun land te verdrijven. Wat ging eraan vooraf?

Virginia Company
Engelsen probeerden in 1585 en 1587 een kolonie op het Noord-Amerikaanse continent te stichten, Roanoke (in het huidige North Carolina). Toen in 1590 een expeditie ging kijken hoe het ermee ging, was elk spoor van de ongeveer 120 kolonisten verdwenen. Nog altijd is hun lot een raadsel. Ook de eerste kolonie die uiteindelijk wél slaagde, Jamestown, had een precaire start. De nederzetting werd in 1607 gesticht in Virginia (naar ‘Virgin Queen’ Elizabeth I), een gebied vele malen groter dan de huidige staat met deze naam.

De eerste kolonisten hier vestigden zich op een smal, twee mijl lang schiereiland in de rivier de James, zo’n 90 kilometer westelijk van de Chesapeake Bay. Men meende dat deze plek bescherming zou bieden tegen vijandige aanvallen, maar het zompige moerasgebied bleek later een bron van ziekten. Koning Jacobus I had in 1606 het patent op Virginia geschonken aan de Virginia Company, een van de vele handelsmaatschappijen in de vroege 17de eeuw waar investeerders geld in staken om het later met de verkoop van koloniale producten weer terug te verdienen. Aanvankelijk was het doel om via de rivierendelta van Virginia een alternatieve route naar Azië te vinden.
 

Henricus Hondius, Nova Virginiae Tabula (1630). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Een kaart van de kolonie, gebaseerd op tekeningen die John Smith in 1612 maakte. Henricus Hondius, Nova Virginiae Tabula (1630). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Het rijk van Powhatan
Naast handel en winst zat er een ontluikende toekomstvisie van Engeland als protestants, koloniaal imperium achter de Virginia Company. Maar ook Powhatan koesterde een imperiale droom. Vanaf de jaren 1580 onderwierp deze machtige leider, die de naam van zijn volk de Powhatans had aangenomen, de andere in de kustvlakte levende stammen op brute wijze en maakte ze schatplichtig. Hij was niet uit op persoonlijke verrijking, maar ontleende macht en aanzien aan het (willekeurig) herverdelen van deze belasting en andere schaarse middelen onder zijn onderdanen.

Tegen de tijd dat Jamestown gesticht werd, bestreek Powhatans rijk ruwweg de driehoek tussen de huidige plaatsen Richmond, Norfolk en Fredericksburg. Hier woonden zo’n 15.000 mensen. Zijn macht over de dertig stammen in de kustvlakte die samen de Powhatans vormden, was echter niet absoluut en moest voortdurend op vijandige volken bevochten worden.

Toen de Engelse kolonisten arriveerden, werd de kustvlakte van Virginia net geteisterd door extreme droogte, met voedselschaarste als gevolg. Ze waren totaal onvoorbereid. Het waren vooral jongere zoons van welgestelde Engelse families en een paar avonturiers zoals John Smith, en verder was het een bont gezelschap van bedienden en wat ambachtslieden. De meegebrachte voorraden waren beperkt omdat men erop rekende dat voedsel te krijgen was door handel met de inheemse bevolking. Maar deze bleek weinig toeschietelijk. Al snel werden plundertochten op touw gezet om de karige voedselvoorraden van de Powhatans te roven.
 

Hendricus Hondius, Illustratie op een landkaart van Virginia (1630). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Stamhoofd Powhatan met mensen uit zijn volk. Hendricus Hondius, Illustratie op een landkaart van Virginia (1630). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Pocahontas
Eind 1607 werd John Smith als leider van een van die strooptochten gevangengenomen en uiteindelijk voor de machtige Powhatan zelf gebracht. Drie dagen duurde de ceremonie. Het leek erop dat hij geëxecuteerd zou worden, maar hij werd plotseling vrijgelaten. Toen Smith jaren later verslag deed van het incident, schreef hij zijn bevrijding toe aan de elfjarige ‘lievelingsdochter’ van Powhatan, Pocahontas. Volgens dit verslag, een verhaal dat later mythische proporties aannam en door Disney werd verfilmd, had Pocahontas Smith vastgepakt en haar hoofd op het zijne gevlijd om hem voor een fatale slag te behoeden.

De Indianen zelf wisten beter wat er was gebeurd: Smith had een initiatieritueel ondergaan. Hij werd als vermeend leider van de kolonie geadopteerd door Powhatan en opgenomen in de bestaande politieke alliantie, als een van de tientallen aan hem ondergeschikte leiders in de kustvlakte. Pocahontas’ gebaar, als het al heeft plaatsgevonden, moet geënsceneerd zijn geweest.

Dit incident maakt duidelijk wat de strategie van Powhatan was: hij wilde de kolonisten niet verdrijven of uitroeien, maar hen territoriaal en politiek inperken en aan zijn gezag onderwerpen. Hij had immers belang bij de wapens en andere moderne middelen die zij hem konden verschaffen.
 

Sarony, Major & Knapp, Tabacco package Powhatan brand (ca. 1860). Bron: Library of Congress
Of Pocahontas nu wel of niet het leven van John Smith gered heeft, het verhaal is een eigen leven gaan leiden. Een Amerikaans tabaksmerk gebruikte het omstreeks 1860 als beeldmerk. Sarony, Major & Knapp, Tabacco package Powhatan brand (ca. 1860). Bron: Library of Congress

 

Koning Jacobus speelde zijn eigen diplomatieke spel en schonk Powhatan twee jaar later een kroon (en een ledikant). De kolonisten gebruikten de term koning voor belangrijke stamhoofden en het wás een vorm van erkenning, maar wel op Engelse voorwaarden. De kroon was maar van koper en Powhatan werd bij de kroning geacht te knielen, wat hij trots weigerde. Maar aangezien hij lang was, moest hij zijn hoofd wél licht buigen.

De eerste ‘Indian War’, 1609-1614
Intussen lukte het de Virginia Company niet om voldoende vrijwilligers te vinden om de nederzetting aan de overkant van de oceaan te bevolken. De straten en tuchthuizen van Londen werden regelmatig afgeschuimd, wetsovertreders en dakloze kinderen werden tegen hun wil ingescheept, maar zonder voldoende middelen om in Virginia te overleven. Het koloniale bestuur ter plaatse kreeg ook niet genoeg tijd om de stromen nieuwkomers onderdak en bescherming te kunnen bieden.

De conflicten over voedsel en leefruimte tussen de kolonisten en de Indianen namen zozeer toe dat de periode tussen 1609 en 1614 wel de eerste Indian War genoemd wordt. De wreedheden die tijdens de wederzijdse wraakexpedities werden begaan, waren van beide kanten even gruwelijk.

In 1614 brak een periode van relatieve vrede aan. Als verklaring hiervoor geldt meestal het romantische verhaal over de bekering van Pocahontas tot het christendom en haar huwelijk met de Engelse planter John Rolfe. Op zich klopt het dat ze christen werd en met hem trouwde, maar er was wel iets aan voorafgegaan. Pocahontas was in 1613 ontvoerd door de Engelsen en ze wilden haar ruilen tegen gevangengenomen kolonisten, wapens en mais. Tijdens haar gedwongen verblijf in Jamestown werd Pocahontas bekeerd, waarbij de liefde die opbloeide tussen haar en de weduwnaar Rolfe een rol speelde. De strenggelovige Rolfe wilde haar niet trouwen als zij zich niet bekeerde. Dat zij al een man had, Kocoum geheten, hinderde kennelijk niet.
 

John Gadsby Chapman, Baptism of Pocahontas (1840). Bron: Wikimedia Commons (PD)
De doop van Pocahontas. John Gadsby Chapman, Baptism of Pocahontas (1840). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Tabaksplantages
De ware reden dat de conflicten na 1614 verminderden, was dat Powhatans macht afnam. Hij trok zich verder terug naar het binnenland, droeg in 1617 het leiderschap over aan zijn broer Opechancanough, en stierf in 1618. De expansiedrift van de Virginia Company bleef evenwel onverminderd groot en er kwamen nieuwe nederzettingen bij. Stonden er in 1618 nog zestien tabaksplantages langs de rivier de James, in 1622 ware het er 43. Ze moesten volgens compagnieregels minstens 10 mijl van elkaar verwijderd zijn (om zoveel mogelijk grond te claimen). Dit betekende dat de Engelse nederzettingen tot ver in het leef- en landbouwgebied van de Indianen gevestigd waren. De grenzen tussen de twee werelden waren vaag: men leefde naast elkaar en er waren veel contacten over en weer.

Zowel in Londen als in Jamestown begon men over de toekomst van de kolonie te denken in termen van vreedzame co-existentie, gesymboliseerd door het huwelijk van Pocahontas en Rolfe. Het paar vertrok in 1616 op kosten van de Virginia Company naar Engeland om de kolonie te promoten en de beschavende kracht van het christendom te demonstreren.

Toch ging het een paar jaar later echt goed mis. De Engelsen mochten dan Rolfes huwelijk met een Indiaanse als een symbool van vrede met de Powhatans beschouwen, Opechancanough dacht er anders over. Je leest alles over het bloedbad van 1622 in de volgende editie van Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 3 maart aan als abonnee, bestel ‘m vanaf begin maart online of haal ‘m dan in de winkel.
 

Delen: