Hoe katten zo geliefd werden

De poes is bijzonder populair online. Onderzoek heeft uitgewezen dat kattenfilmpjes en foto’s veel vaker viral gaan dan die van andere dieren. ‘LOLcats’ en ‘grumpy cats’ domineren YouTube en Instagram. Hoewel het om een recent fenomeen gaat, heeft de online populariteit van de kat 19de-eeuwse wortels. Hanneke Ronnes duikt in de geschiedenis van de mediagenieke kat. 

De ongekende populariteit van de kat online is opvallend; de fan base van poezen in Nederland was eeuwenlang immers uiterst bescheiden. Slechts een enkele kunstenaar of eenzame monnik had affiniteit met het dier en was gevoelig voor zijn esthetische kwaliteiten: de sierlijke staart, lichaamslijnen, puntige oortjes en mooie vacht. Ook vrouwen en kinderen, zo blijkt uit vroegmoderne bronnen, hechtten zich soms aan de muizenvanger in hun huis. Op 17de-eeuwse schilderijen duikt de kat regelmatig op, meestal als symbool van ondeugd, maar soms ook van huiselijkheid. 

Deze positieve uitzonderingen ten spijt waren katten hun leven zelden veilig. Nog tot in de 19de eeuw waren kattenmeppers actief die het voorzien hadden op de pels of het vlees van de poes, en kattenknuppelaars: kwajongens die een het dier in een vat stopten, dat ze afranselden totdat het kapot was en de poes tussen de knuppelslagen door weg moest vluchten. In het circus werden de dieren ingezet voor dressuurstukjes of ‘kattenmuziek’: door ze op verschillende momenten pijn te doen vormden hun kreten een soort ritme en melodie. Ook het bijgeloof bleef ze nog lang achtervolgen. In onze contreien was het nog tot 1850 gangbaar, zo schreef een journalist een halve eeuw later, om de kat te beschouwen als bondgenoot van heksen en de duivel.

 

Eigenzinnige kat op een kalenderplaat uit 1898 (Library of Congress) en speelse huisgenoten die veel mogen: ‘De pianoles’ (ca. 1890 tot 1897) door de befaamde kattenschilderes Henriëtte Ronner-Knip (Teylers Museum Haarlem).

 

Ook zogenaamd objectievere beschrijvingen waren midden 19de eeuw nog weinig vleiend. Volgens de Haarlemse onderwijzer J. Spaan was de poes lui, amoreel en onbetrouwbaar. Ze houdt van ‘gemak’ en ook als ze eigenlijk geen honger heeft, eet ze muizen die ze op slinkse wijze vangt. Misschien wel het ergste is dat de poes ‘zeer vrij’ is en ‘doet wat ze wil’. Spaan maakt het wel heel bont als hij beweert dat katten stinken, in tegenstelling tot honden. Het zijn variaties op een bekend, eeuwenoud thema dat in de L’Histoire Naturelle (1749-1782) een pseudowetenschappelijke basis had gekregen. Deze beroemde natuur-encyclopedie van Georges-Louis de Buffon portretteerde de poes als een vals en egocentrisch schepsel. Hoewel Spaan De Buffon nog napraatte, accepteerde opvallend genoeg niet iedereen deze stereotypering meer. 

De anti-hond
Katten mochten dan stelen, weglopen en compleet onopvoedbaar zijn, daarmee verdienden ze het nog niet om zo afgekraakt te worden, aldus de natuurfilosoof L.A.J. Burgersdijk in zijn driedelige dierenencyclopedie uit 1862-1873. Het waren in eerste instantie echter vooral adellijke figuren als de eerste Franse, romantische schrijver François-René de Chateaubriand en de uitvinder van de gothic novel, Horace Walpole, die De Buffons aanval op de poes bekritiseerden en haar in de armen sloten. Vooral bijzondere exemplaren zoals de angora waren geliefd. Walpole liet een van de meest gerenommeerde Engelse dichters van dat moment een geestige ode op zijn kat Selima schrijven, nadat ze was verdronken in een grote, antieke Chinese schaal waarin een vis zwom die ze probeerde te vangen. Het gedicht stond bol van verwijzingen naar Homerus en andere klassieke auteurs. Dit vroege raskatten-fetisjisme was volgens sommigen typisch ‘adellijke aanstellerij’, maar er is meer aan de hand. Chateaubriand en Walpole golden beiden als tamelijk excentrieke figuren en het waren juist deze buitenbeentjes die voor de poes, zelf een buitenbeentje, op de bres sprongen.
 

Eind 19de eeuw zouden ook avant-garde schilders en schrijvers de poes omarmen. Vrouwen uit de gegoede bovenlagen van de Nederlandse samenleving wilde de kat nu beschermen. Waarom waren zij zo verzot op de kat? En welke rol speelden de kranten, met hun zo herkenbare kattenbelletjes, in de verdere popularisering van de poes? 

Dat, én meer, lees je in het nieuwe nummer van Geschiedenis Magazine. Meld je uiterlijk donderdag 31 augustus aan als abonnee, dan krijg je dit nummer thuisgestuurd.

Delen: