Het verhaal achter de antisemitische kinderboeken van vroeger

Misschien heb je ze zelf weleens gelezen: jeugdverhalen over joden met grote neuzen, griezelige loopjes en vooral een grote hekel aan het christendom. Het klinkt absurd, maar veel kinderen zijn ermee opgegroeid. Voor zijn nieuwe boek Met de paplepel: Beeldvorming over joden in Nederlandstalige jeugdverhalen, 1782-heden analyseerde taalhistoricus en journalist Ewoud Sanders ruim 350 van die verhalen. “Het leverde een onthutsende inventarisatie van schokkende stereotyperingen op, die jonge kinderen tot op de dag van vandaag voorgeschoteld krijgen.”

Jeugdverhalen over de Tweede Wereldoorlog

Benjamin is een oudere joodse man uit het boek Geen nacht meer (1969) van Cor van Rijswijk. Hij heeft zich al vroeg in zijn leven tot het protestantisme bekeerd. In de Tweede Wereldoorlog komt hij in Kamp Auschwitz terecht. Benjamin weet wat hem hier te wachten staat, maar blijft kalm. Verheugd misschien zelfs, zo lijkt Van Rijswijk ons willen doen geloven:

“En terwijl het blauwzuurgas van boven in de kamer stroomt, roept Benjamin in verrukking uit: ‘Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien’ [een citaat uit het Bijbelboek Lucas]. Tien minuten later is Benjamin niet meer. Hij ging in de vreugde zijns Heeren.”
 

‘Zoekpuzzel’ van een ‘jodenkop’ voor kinderen uit 1913.
‘Zoekpuzzel’ van een ‘jodenkop’ voor kinderen uit 1913.

 

“Het is een tamelijk verbijsterende, zo niet weerzinwekkende beschrijving van een vergassing”, zegt Ewoud Sanders. Opvallend genoeg is Van Rijswijk in orthodox-protestantse kringen een zeer gerespecteerd jeugdboekenschrijver. “Hij was lang directeur van een reformatorische basisschool in Barneveld, schreef ruim honderd jeugdboeken en publiceert nog steeds”, vertelt Sanders. “In een interview op de website van uitgeverij Gebroeders Koster wordt aan Van Rijswijk gevraagd: ‘Krijgt u reacties van het lezerspubliek?’ Zijn antwoord: ‘De series en verhalenbundels slaan heel goed aan. Van sommige boekjes zijn al zeven herdrukken verschenen.’”

Antisemitische vooroordelen in de Nederlandse taal

Van Rijswijks Geen nacht meer is een van de vele jeugdboeken met ronduit bizarre opvattingen over joden. Antisemitisme is al zo oud als het jodendom zelf, maar voor zijn onderzoek naar de beeldvorming over joden in de 350 jeugdverhalen begint Sanders in 1782. Uit dat jaar stamt het gedicht De verkeerde vrees van de Utrechtse advocaat Hieronymus van Alphen (1746-1803). “Bij mijn weten is dit de oudste tekst bestemd voor kinderen over een joods personage,” schrijft Sanders in zijn boek. “Sindsdien verschenen er steeds meer liedjes, boeken en jeugdverhalen over joden.”
 

Een karikatuur van een joodse marskramer (ca. 1920).
Een karikatuur van een joodse marskramer (ca. 1920).

 

Aanvankelijk werden de teksten vooral geschreven door dominees. Soms poogden deze dominees volgens Sanders ook positieve kanten van joden te belichten, zoals hun strikte arbeidsethos en geheelonthouding. Veel vaker ging het echter over negatieve eigenschappen: joden maken veel kabaal en zijn vies, donker, materialistisch en hebzuchtig. Ook zouden ze uit reflex spugen wanneer iemand het woord ‘Jezus’ in de mond neemt.

Bovendien slopen er al vroeg antisemitische uitspraken in onze taal. Denk aan woorden en gezegden als ‘jodenneus’, ‘jodenfooi’ en ‘twee joden weten wat een bril kost’.

Kinderboeken vol antisemitisme, geschreven door schoolmeesters

In de negentiende eeuw kwam dit genre jeugdverhalen verder tot bloei, maar tegelijkertijd ontstond er weerstand. Eind negentiende en begin twintigste eeuw uitten joden steeds vaker hun ongenoegen over de lasterlijke vooroordelen. “De joodse emancipatie maakte hen mondiger. Joden protesteerden vaker tegen uitgaves waarin joden worden neergezet als karikaturen”, zegt Sanders.
 

Omslag van het boek Het kerstjoodje uit 1924.
Omslag van het boek Het kerstjoodje (druk uit 1924). Boeken over kerstmis en bekering waren erg populair. Als de joodse jongen Maurits tijdens een kerstviering in aanraking komt met het christendom wil hij zich bekeren, maar zijn familie is tegen. Zijn oom en tante gooien Maurits’ Bijbel in het vuur en kijken ‘met een wreeden lach’ toe hoe het boek door vlammen wordt verteerd.

 

Het genre raakte steeds meer uit de gratie en werd steeds minder getolereerd. “De ergste jeugdverhalen zijn dan ook van vóór 1950”, zegt Sanders. “Na de Tweede Wereldoorlog verschenen er bovendien steeds meer goede jeugdboeken over joden, met thema’s als de vervolging en onderduiken. Maar in orthodox-christelijke kringen blijven de verhalen met curieuze opvattingen over joden tot op de dag van vandaag populair. Het zijn nu vooral leraren en schooldirecteuren die deze jeugdboeken schrijven, net als de eerdergenoemde Van Rijswijk.”

De meest recente generatie

Exemplarisch voor deze meest recente generatie dubieuze jeugdverhalen is De zoektocht van Lea Rachel (1999) van M.H. Karels-Meeuse. In 2015 verscheen de zesde druk bij uitgeverij Den Hertog. In het boek komt het joodse meisje Lea Rachel in aanraking met het Nieuwe Testament, waarna ze door haar christelijke buren steeds meer interesse krijgt in het christendom. Dit tot groot ongenoegen van haar familie.
 

Omslag van De kleine bloedgetuige (1932)
Omslag van De kleine bloedgetuige (druk uit 1932), gedrukt in het RK Jongensweeshuis. Het boek dat in de Tweede Wereldoorlog nog (of juist) werd voorgelezen op katholieke scholen. De joodse jongen Abel wil zich bekeren, maar zijn vader en rabbi willen dit koste wat het kost voorkomen. Uiteindelijk kruisigen en vermoorden ze hem.

 

Het boek staat vol met dezelfde clichés als de achttiende-eeuwse verhalen. De vader van Lea heeft een gebogen neus en een grondige hekel aan “vuile christenen”, die hij steevast ‘gojims’ (niet-joden) noemt. Hij “spuwt altijd op de grond” als hij over hun christelijke buren praat. “Het zwarte haar en de gebogen neus geven hem een echt Joods uiterlijk”, zo beschrijft Karels-Meeuse Lea’s broer. Wanneer Lea leert dat Jezus de Messias is, begint voor haar een lange lijdensweg, schrijft Sanders over dit boek. “Joodse jongens mishandelen haar en verbranden haar Bijbel, rabbijnen proberen haar om te kopen en bedreigen haar, orthodoxe joden sluiten haar op en geven haar dagenlang niets te eten. Als Lea blijft weigeren om Jezus af te zweren, wordt zij hardhandig op straat gezet.”

Gelezen door honderdduizenden kinderen

Zijn deze auteurs fervente antisemieten? Volgens Sanders beweren ze juist het tegendeel: “Steevast geven de schrijvers aan dat ze juist houden van de joden, het uitverkoren volk, en hun beloofde land Israël. Maar de joden moeten zich wel bekeren. In hun ogen hebben ze het beste met de joden voor.”

Omslag van Het joodje (1935)
Het joodje (druk uit 1935) werd geschreven door Regina van der Hauw-Veltman, die ook titels als Ook voor jou bloeit een bloem en Door kracht van boven publiceerde. Ook in dit boek komt een joodse jongen, Sam, in aanraking met het christendom en wil hij zich bekeren, maar zijn norse, achterdochtige en onaardige orthodoxe grootvader wil dat niet hebben.

 

Dat neemt niet weg dat de impact niet moet worden onderschat. Sommige jeugdverhalen hebben oplages bereikt van boven de 100.000 exemplaren, enkele zelfs een half miljoen. Van De zoektocht van Lea Rachel werden tussen 1999 en 2015 ruim tienduizend exemplaren verkocht. “Hoogstwaarschijnlijk heeft het nog veel meer kinderen bereikt”, zegt Sanders. “In menig reformatorische school staat het nog altijd in de schoolbibliotheek. Weliswaar zal daar meestal slechts één exemplaar staan, maar een oud-leerling van zo’n school vertelde me dat deze titel door haar hele klas was gelezen, omdat een docent er bij herhaling zo gunstig over sprak.”

Dit is wat Sanders het meest kwalijk vindt. “Het gaat hier bijvoorbeeld niet om volwassenen die online antisemitische complottheorieën uitwisselen: deze boeken werden en worden aan kinderen op school voorgelezen. Met deze studie wil ik laten zien welke stereotyperingen kinderen met de paplepel werden ingegoten, en dat dit tot op de dag van vandaag nog steeds gebeurt.”
 

Omslag van Ewoud Sanders' Met de paplepel (2023)

Lees meer over Met de paplepel van Ewoud Sanders.

Delen: