Geïnterneerd op ‘Duivelseiland’: buitenlandse soldaten op Urk tijdens de Eerste Wereldoorlog

Erewoord! Of toch niet? Het neutrale Nederland hield zich tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het internationale vredesverdrag van 1907. Dit leidde onder meer tot angstvallig naleven van de regel dat buitenlandse militairen die de grens over kwamen, werden vastgezet. Mandy van Dijk volgt een Ierse piloot die in een nieuwgebouwd interneringskamp op Urk terecht kwam. Eén formuliertje had hem meer vrijheden kunnen geven. Waarom weigerde hij te tekenen?

Het was 13 december 1914. Het wild schokkende vliegtuig van de 35-jarige Ierse flight lieutenant Thomas Alfred ‘Sunshine’ Rainey bleef hoogte verliezen. Zijn squadron bracht boven het westelijk front routes in kaart en bombardeerde vijandelijke doelen. Hij was kilometers eerder getroffen door kogels van het Duitse afweergeschut. Negentig meter hoogte, weer beschietingen. Daar: een vuurtoren en huizen in de verte. Dat moest Nieuwpoort zijn, in het deel van België dat nog niet door de Duitsers bezet was.
 

De Ierse piloot Thomas Rainey (links), luitenantkolonel Vreedenburg en de Engelse luitenant Hugh May Fixsen voor de interneringsbarak voor vluchtgevaarlijke officieren op Urk, 1915.
De Ierse piloot Thomas Rainey (links), luitenantkolonel Vreedenburg en de Engelse luitenant Hugh May Fixsen voor de interneringsbarak voor vluchtgevaarlijke officieren op Urk, 1915. © Mandy van Dijk

 

Rakelings vloog hij over de dijk, zijn wielen schampten de grond. Erachter was een vers geploegd boerenveld – niet de beste plek, maar het kon erger. Hij moest wel om de bom aan zijn chassis denken. De landing ging goed. Maar toen kwam de domper: binnen de kortste keren stonden militairen voor zijn neus. Op het eerste gezicht leek hun uniform op het Duitse, schreef Rainey hierover in zijn dagboek. Maar ze vroegen hem alleen zijn wapen af te geven, en ze vroegen het nog beleefd ook. Hij bleek in het Nederlandse Breskens te zijn geland, neutrale grond waar wapens niet waren toegestaan. De tranen schoten hem in de ogen toen hij dit hoorde.

Hij en zijn collega’s waren zich er zeer van bewust dat ze niet in Nederlands luchtruim terecht moesten komen, want dan zouden ze worden opgepakt en bewaakt door gemobiliseerde Nederlandse militairen om te voorkomen dat ze opnieuw aan de strijd konden deelnemen. De officieren in Zeeland duwden Rainey een verklaring onder de neus. Zou hij even willen tekenen? Dan kreeg hij meer vrijheden. Let wel, hij mocht nog steeds het land niet verlaten en moest zich op verplichte momenten melden, maar hij kon zich in ieder geval binnen een bepaald aantal kilometers vrij bewegen. Dan kon hij een interneringskamp vermijden. Als hij maar zijn handtekening zette onder de erewoordverklaring waarin hij beloofde niet te zullen ontsnappen uit Nederland. Rainey weigerde.
 

Luchtfoto van Urk met linksonder bij de vuurtoren de witte barak. Fototechnische Dienst Luchtvaartafdeeling, Luchtfoto van Urk (ca. 1925). Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie (PD)
Luchtfoto van Urk met linksonder bij de vuurtoren de witte barak. Fototechnische Dienst Luchtvaartafdeeling, Luchtfoto van Urk (ca. 1925). Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie (PD)

 

Geen deserteurs
Nederland had in 1899 en 1907 samen met tientallen andere landen deelgenomen aan de Vredesconferenties in Den Haag, waar onder andere was afgesproken wat er moest gebeuren als er opnieuw oorlog dreigde of zelfs uitbrak, en wat er met oorlogvoerende militairen moest gebeuren die de grens van een neutraal land overstaken.

In 1914 werd dit voor Nederland praktijk. Naast de vele Belgische vluchtelingen die vooral na de val van Antwerpen in oktober de Zeeuwse, Brabantse en Limburgse grens over kwamen, deden in de eerste oorlogsmaanden ook tienduizenden militairen dit. Soms was het per ongeluk, want waar de grens precies lag stond lang niet altijd helder aangegeven of hij liep grillig, diagonaal over een klinkerweg bijvoorbeeld. Of ze werden gewoonweg te ver door de Duitsers (of de Belgen) naar achteren gedreven en dan was de keuze: de grens over of je leven dan wel krijgsgevangenschap riskeren. Later kwamen er ook piloten met pech in Nederland terecht. Het ging niet om deserteurs: het gros wilde juist zo snel mogelijk weer meevechten.

Erewoord terugnemen
Een ‘onzijdige mogendheid’ diende volgens artikel 11 van het Vredesverdrag van 1907 zulke troepen van oorlogvoerende legers op eigen bodem te interneren en ‘zover mogelijk van het oorlogstoneel te verwijderen’. In Nederland kwamen hiervoor her en der interneringskampen. Het neutrale land mocht zelf beslissen of de militairen opgesloten zouden worden, maar alleen officieren mochten zich relatief vrij in en rond de interneringsplaats bewegen en dan nog alleen na het tekenen van een erewoordverklaring: het papiertje dat Rainey weigerde te ondertekenen.

In eerste instantie hadden veel officieren er geen kwaad in gezien om hun erewoord te geven, maar veel kwamen erop terug: ze vonden het hun eer te na om ergens in veiligheid te lanterfanten terwijl collega’s in de loopgraven streden. Sterker nog: ze voelden het als hun plicht om te proberen terug te gaan naar het front. Het niet geven of het terugnemen van het erewoord was volgens hen de beste oplossing; Engelse officieren die in Groningen geïnterneerd waren, vroegen het eind 1914 massaal terug. Zowel het Duitse als het Engelse ministerie van Oorlog besloot halverwege november om het erewoord officieel zelfs niet meer toe te staan.
 

Onbekende maker, Groep vissers bij de visafslag op Urk (ca. 1910). Bron: Noord-Hollands Archief (PD)
Onbekende maker, Groep vissers bij de visafslag op Urk (ca. 1910). Bron: Noord-Hollands Archief (PD)

 

Strenger bewaken
Hiermee plaatsten ze de Nederlandse overheid voor een probleem, hoewel die de officieren best begreep. Maar een neutraal land had nu eenmaal angstvallig de regels te volgen wilde het die status behouden. Zou Nederland militairen onbewaakt de grens over laten lopen, welke grens dan ook, dan zou dat zeker repercussies hebben, misschien zelfs dat Nederland bij de oorlog betrokken zou worden.

Strenger bewaken dus, deze officieren. Voor de Engelsen werd het 17de-eeuwse fort Wierickerschans bij Bodegraven ingericht, voor Duitsers werd een extra beveiligde barak gebouwd bij het soldatenkamp in Bergen aan Zee, maar hardnekkig probeerden officieren te ontsnappen uit wat de overheid eufemistisch interneringdepots noemde: kamp klonk zo onvriendelijk. Een van hen was Thomas Rainey, die eerst naar Groningen was gebracht en daarna in Wierickerschans geïnterneerd zat. Voor deze vluchtgevaarlijke geïnterneerde officieren kwam er een extra plek op Urk, toen nog een eiland in de Zuiderzee op anderhalf uur varen van het vasteland.

De eerste vier Belgen die zeiden hun erewoord te willen terugnemen, werden op 31 december 1914 op de stoomboot gezet. Bijna veertig Belgen, Britten en vooral Fransen zouden volgen. Rainey werd na zijn zoveelste poging om het gezag van de Nederlanders te ondermijnen en een mislukte ontsnappingspoging waarbij hij aan zijn been geblesseerd raakte, in februari 1916 op een ijskoude dag op de veerboot naar Urk gezet.


De Fransen doopten Urk al snel onder tot ‘Duivelseiland’. Hoe werden de opstandige soldaten in toom gehouden? Wat vonden de Urkers (die veelal pro-Duits waren) er eigenlijk van? En wat kwam er onder deze omstandigheden nogterecht van Rainey? Je leest het in onze eerste Geschiedenis Magazine van 2022. Meld je voor donderdag 27 januari aan als abonnee, bestel ‘m vanaf eind januari online of haal ‘m dan in de winkel!
 

Delen: