Een nieuw licht op de geschiedenis van de Gouden Eeuw

Veel historici en musea willen de term ‘Gouden Eeuw’ niet meer gebruiken omdat de 17de eeuw voor veel mensen allesbehalve glorieus was. Anderen vinden dat overdreven en zijn trots op de prestaties van de Republiek. De discussie is zeer gepolitiseerd geraakt. Toch nam historicus Marjolein ’t Hart het begrip zonder aarzelen op in de titel van haar nieuwe boek Oorlog en ongelijkheid. Een inclusieve geschiedenis van de Gouden Eeuw, over de maatschappelijke gevolgen van de Tachtigjarige Oorlog. Djoeke van Netten sprak met haar.

Marjolein, wat zien we op de voorkant van je boek?
Het is de plundering van een dorp, geschilderd door Philips Wouwerman. De uitgever vond het een mooi plaatje, omdat vrouwen er prominent op staan, wat het inclusieve karakter van het boek benadrukt. Het beeld is deels fantasie van de kunstenaar, want die vrouwen zijn vrij goedgekleed, terwijl er op het platteland juist ook veel arme vrouwen moeten zijn geweest. Aan de binnenkant van de omslag zie je de gruwelijke plundering in 1589 van Wommelgem (bij Antwerpen). Dit was in de tijd dat in Brabant de boeren voortdurend klappen kregen, van zowel het Spaanse als het Nederlandse leger. Naast dat ‘gewone’ oorlogsgeweld moesten ze ook brandschatting betalen: dan eisten de militairen een som geld op straffe van het afbranden van de boerderij. In het geval van Wommelgem vonden de Nederlandse soldaten dat de boeren niet genoeg brandschatting hadden betaald, en namen er op een vreselijke manier wraak: ze staken de kerktoren in brand waar de dorpsbewoners heen gevlucht waren. Velen vonden zo een afschuwelijke dood; het dorp werd verder leeggeplunderd. 

 

Het plunderen van een dorp door Philips Wouwerman (ca. 1650, Museum of Fine Arts Houston).

 

Waarom staan die ellendige voorvallen zo prominent afgebeeld?
Omdat ik wil laten zien wat er nou eigenlijk gebeurde in de Tachtigjarige Oorlog, vooral met de gewone mensen zoals in Wommelgem. Ik wil graag vertellen wat de keerzijde was van de succesvolle en supergoede militaire organisatie van de Republiek. Vooral de Hollandse stedelijke elites profiteerden van de oorlog. Ik vind niet dat we schuldigen moeten aanwijzen, maar zou graag zien dat mensen begrijpen welke ontzettend nadelige gevolgen die oorlog voor heel veel andere mensen had.

De oorlog tegen Spanje was een noodzakelijke voorwaarde voor de Gouden Eeuw, kunnen we achteraf vaststellen. Alleen een onafhankelijk land met overzeese contacten kon zo’n enorme rijkdom en macht vergaren als de Republiek heeft gedaan. Maar de oorlog pakte lang niet voor iedereen goed uit.

Het punt dat ik wil maken is dat die Tachtigjarige Oorlog tot grote ongelijkheid heeft geleid. Hiermee ga ik in tegen de opvatting dat oorlog ‘the great leveller’ is, een gelijkmaker. Men wijst dan vaak op de sociale verhoudingen in Europa na de Tweede Wereldoorlog. Ik denk dat dat hoogstens ten dele waar is: men vergeet dat in zo’n oorlog veel kansarme mensen uit het zicht verdwijnen. Oorlog kan alleen een ‘leveller’ zijn voor wie overleeft, niet voor wie is verjaagd of vermoord. In de Tachtigjarige Oorlog werd de Hollandse elite steeds rijker en machtiger, terwijl elders grootschalige verwoestingen plaatsvonden. Zo werd de bestaande ongelijkheid alleen maar vergroot: tussen klassen, tussen platteland en stad, tussen arm en rijk, tussen gekoloniseerde volken en koloniserende Nederlanders.

Benieuwd wat deze nieuwe geschiedenis van de Gouden Eeuw zo inclusief maakt? En waarom het inmiddels omstreden begrip ‘Gouden Eeuw’ toch in de titel terecht is gekomen? Lees het hele interview in het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 26 januari aan als abonnee of bestel het eind januari online.

Marjolein ’t Hart is gastonderzoeker bij het Huygens Instituut en emeritus hoogleraar in de geschiedenis van staatsvorming in mondiaal perspectief aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Van haar verscheen kortgeleden Oorlog en ongelijkheid. Een inclusieve geschiedenis van de Gouden Eeuw (Amsterdam: Boom 2022).

 

Delen: