De wolf als menseneter?

Wolven vraten het lichaam van Karel de Stoute aan, nadat hij in 1477 op het slagveld bij Nancy was gesneuveld. Tijdgenoten keken hier nauwelijks van op. Uit tal van getuigenissen blijkt dat als het ergens oorlog was, je niet lang hoefde te wachten voordat er wolven verschenen die lijken aten en daarna levende mensen aanvielen. Gewapende conflicten, zo dacht men, zouden de gebruikelijke relatie tussen wolf en mens verstoren. Sander Govaerts neemt enkele waarnemingen onder de loep.

‘Het getal en de onrust door de menigte van Wolven, in de Meierye van ’s Hartogenbosch veroorzaekt, waer van wy in ons laetste bericht spraken, zyn sedert merkelyk toegenomen (...) Men schryft de menigte van dit Gedierte, welk anderszins in dit Saisoen zeldzaem is, daer aen toe, dat het zelve in Duitschland, onder het gewoel van zoo vele Legeren, geene rust vindende, zich herwaert heeft begeven’. 

Zo beschrijven de Nederlandse Jaarboeken van oktober 1757 een reeks wolvenaanvallen in Noord-Brabant in dat jaar. Ze melden dat de dieren uit Duitsland verdreven zijn door de onrust die werd veroorzaakt door de Zevenjarige Oorlog (1756-1763). De schrijver van dit nieuwsbericht is zeker niet de eerste om een verband te leggen tussen oorlog en aanwezigheid van wolven. In veel Noorse en Angelsaksische literaire teksten uit de 8ste tot en met 11de eeuw schuimt de wolf samen met raven en arenden slagvelden af op zoek naar een makkelijk maal. 

Omstreeks 800 kreeg dit beeld van de wolf als aaseter er een nieuwe dimensie bij, die steeds overheersender werd: de wolf als actieve mensenjager. De Kerk speelde een belangrijke rol in deze demonisering. In theologische geschriften en kronieken gingen geestelijken de wolf neerzetten als een stereotiep symbool van het kwade waartegen mensen zich dienden te verzetten. Het betekende dat er een religieus geïnspireerde vrees voor de wolf groeide, dat alle middelen geoorloofd waren om deze abjecte diersoort te bestrijden, maar ook dat men de wolven bloeddorstige eigenschappen ging toeschrijven. 

Een man beschiet wolven die door een kadaver zijn aangelokt met een kruisboog. Tekening gemaakt in 1459 voor een kopie van het oorlogstraktaat Bellifortis, dat de Duitse arts en militair technicus Konrad Kyeser in 1402-1405 opstelde. Het bevat ook een recept om wolven te vergiftigen (Kopenhagen, Det Kongelige Bibliotek, MS Thott.290.2°, f. 12 r.).

 

Mensenvlees
Thomas van Cantimpré, een dominicaner theoloog uit het hertogdom Brabant, beweerde in zijn De natura rerum (1228-1244) dat wolven de zoetige smaak van mensenvlees niet kunnen vergeten nadat ze een lijk hebben gegeten. De Italiaanse franciscaan Salimbene de Adam stelde in zijn kroniek uit de 13de eeuw hoe de oorlogen van keizer Frederik II het aantal wilde dieren in 1247 sterk deden toenemen. Met name wolven vormden een groot probleem: doordat de dorpen verlaten waren konden zij zich niet meer met lammeren en schapen voeden. Noodgedwongen begaven de dieren zich volgens de kroniek naar steden, waar zij mensen die op straat sliepen opaten en zelfs woningen binnendrongen om zuigelingen te doden. 

Niet iedereen kon zich zomaar vinden in het nieuwe gezichtspunt dat de kerk propageerde, dat de wolf een verdorven wezen was: de adel vond bijvoorbeeld wolven eerder uitdagende, krijgslustige tegenstanders waar je bewondering voor kon hebben, net zoals voor beren en wilde zwijnen. 
Maar ook ervaren krijgslieden wezen op het verband tussen het slagveld en mensenetende wolven. Zo schreef de Franse graaf Gaston Phoebus in zijn Le livre de la chasse, 1387-1389 dat de dieren rondtrekkende krijgslieden volgen om zich met de kadavers van paarden en vee die een leger achterlaat te voeden, en stelt daarnaast vast: ‘Er zijn twee redenen waarom wolven mensen aanvallen: de eerste is als zij oud zijn en hun tanden en kracht verliezen (...) De andere is wanneer zij zich midden in oorlogsgebied bevinden, waar er veldslagen en gevechten zijn en wanneer zij dode mensen eten (...) en mensenvlees is voor hen zo lekker en aangenaam dat als zij zich er eenmaal mee gevoed hebben, zij geen andere dieren meer eten.’

Dergelijke getuigenissen over mensenetende wolven stopten niet na de middeleeuwen. Was het verband tussen wolven en oorlog misschien meer was dan een door de Kerk aangewakkerd bijgeloof? Benieuwd of tijdgenoten wellicht een samenhang zagen die echt bestond? 
Lees verder in het nieuwste nummer van Geschiedenis Magazine. Meld je uiterlijk 4 december aan als abonnee, dan krijg je het decembernummer thuisgestuurd. Of bestel het nummer begin december online.

 

Een roedel wolven overrompelt kozakken op patrouille tijdens de Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905) (Le Petit Journal illustré, 1 mei 1904).

 

Delen: