1923: het Blue Band meisje komt naar Nederland

In een voor die tijd spectaculair opgemaakte krantenadvertentie lacht een vrolijke jongedame de lezer vanuit elke hoek van de pagina guitig toe. Het is 1923 en het Blue Band meisje doet haar intrede in Nederland. Ze beveelt margarine aan. In het nieuwe nummer van Geschiedenis Magazine gaat Jan Brauer na waar zij vandaan kwam, hier kun je het Blue Band meisje in actie zien in een ouderwets lang reclamefilmpje uit 1933. 

De oorsprong van het vrolijke boegbeeld was minder harmonieus: ze kwam in 1923 voort uit de slepende en felle concurrentiestrijd tussen de tycoons Sam van den Bergh en Arnold Jurgens Hzn. Respectievelijk in 1864 en 1867 in Oss geboren, leidden zij grote familiebedrijven die succesvol opereerden in de internationale boterhandel. Eind 19de eeuw was het door nieuwe technische ontwikkelingen mogelijk geworden om margarine te maken op basis van goedkope plantaardige vetten. De olie uit kokos, palmpitten, sesamzaad of noten, geïmporteerd uit Azië en Afrika, werd geperst en gehard en zo tot smeerbare margarine gemaakt.  Het procedé kwam uit Duitsland waar 90 procent van de Europese raffinage plaatsvond. Van den Bergh en concurrent Jurgens veroverden rond 1900 door heel Europa en in de hele keten belangen in andere bedrijven of namen fabrieken over. 

De zaken liepen goed.  En net als andere bedrijven ontdekten de concerns rond 1900 de zegeningen van marketing. De gewone consument kwam in beeld; de huisvrouw – die over het budget beschikte – kreeg in reclames met krachtige slogans uitgelegd waarom ze een bepaald product niet mocht missen. 

Grote budgetten kwamen beschikbaar voor creatieve reclamepioniers, die veel nieuwe technische mogelijkheden kregen (foto, film, etalages, lichtreclame). Prikkelende beelden en pakkende merknamen sierden de publieke ruimte. In het straatbeeld, op stations, omnibussen, trams en in bioscopen en winkels verschenen allerlei veelkleurige reclameposters en -borden, voor koffie thee, tabak en bier maar ook voor margarine. 

De merken moesten herkenbaar zijn. Vaak werd daar ook een vertrouwd gezicht en figuur bij gezocht of gemaakt: aantrekkelijke, sympathieke en stereotype vrouwen- en mannenbeelden, eerst getekend en later gefotografeerd. Het was allemaal psychologie voor de massa: wat past beter bij de beoogde klanten, een moderne, kwieke stadse jongedame of iemand met een betrouwbaar, landelijk imago? Soms kozen ze vanwege de gewenste agrarische associatie een stoere boerenknecht, terwijl in Duitse reclames vaak de deskundige ‘Herr Dr.’, die in witte jas autoriteit uitstraalt, de producten warm aanbeveelt. 

Blauwe linten

Terug naar Blue Band. Van den Bergh introduceerde het merk in 1915 met groot succes eerst in het Verenigd Koninkrijk. Zijn marketeers daar hadden de naam zorgvuldig gekozen. Blue Band liftte mee op de blauwe linten-mode in dat land: die werden op kleding aangebracht en ingezet om bijvoorbeeld sportwedstrijden, ondernemingen en allerlei producten een statig imago te geven. Ze verwezen snobistisch naar de chique Orde van de Kousenband, herkenbaar aan het blauwfluwelen lint om adellijke scheenbenen of damesarmen. Een kwieke Blueband girl prees het aan.

In september 1923 werd het merk ook in Nederland gelanceerd, met paginagrote advertenties en ander promotiemateriaal. Door de fijne smaak kon het product elke vergelijking doorstaan, zo werd gesteld, want was het niet ‘versch gekarnd’? Een handige verwijzing naar een onderdeel van het productieproces dat op karnen leek. De geïrriteerde zuivelsector kon er juridisch niets tegen beginnen. 

Het publiek pikte het nieuwe merk op, geholpen door advertenties en door reclamefilmpjes zoals dat hieronder, dat slim de alledaagse huishoudelijke zorgen wist te combineren met kindersprookjes en voorzag van een tikje sexappeal.  

 

 

Dit nummer van Geschiedenis Magazine niet missen, maar nog geen abonnee? Meld je uiterlijk donderdag 31 augustus aan, dan krijg je dit nummer ook thuisgestuurd.

 

 

Eerste reclame voor Blue Band in Nederland (Geheugen van Nederland).

 

 

Delen: