WO II: Het doodgezwegen Kamp Erika

Lange tijd beschouwde historica-journaliste Hester den Boer (1981) het verhaal van haar grootvader als een gegeven: de laatste oorlogsmaanden had hij in Kamp Westerbork gezeten, voor iets dat te maken had met Joodse onderduikers. Zijn naderhand solitaire, bruuske en soms opvliegende gedrag kon daaruit worden verklaard. Tijdens haar masteropleiding Holocaust- en Genocidestudies kreeg ze het besef dat de werkelijkheid achter een verhaal niet zelden anders is, vertelt ze aan Geschiedenis Magazine.

Vragen over de oorlog ging Jan den Boer (1921-2018) steevast uit de weg. Zelfs toen hij op hoge leeftijd instemde met een gesprek met zijn kleindochter, zegde hij de afspraak af. Maar tijdens een spontaan bezoek begon hij opeens te vertellen tot hij door hevige emoties overmand moest stoppen. 

Na zijn overlijden ging zijn kleindochter op onderzoek uit. Het verhaal over de Joodse onderduikers heeft ze niet kunnen achterhalen maar wel ontdekte ze al snel dat hij niet in Westerbork had gezeten, maar in Kamp Erika bij Ommen (Overijssel), vanaf februari 1945. De Rotterdammer zat in Drenthe ondergedoken om tewerkstelling te ontlopen toen hij werd betrapt bij het stelen van melk, en naar Kamp Erika werd gestuurd. Dat was een van de vijf Duitse concentratiekampen in Nederland (de andere lagen bij Amersfoort, Schoorl, Vught en Westerbork). De Nederlandse bewakers in Erika gingen zich stelselmatig te buiten aan geweld, sadisme en vernedering. 

Jan den Boer op een ongedateerde pasfoto, ca. 1945.

 

De persoonlijke verhalen die zij optekende uit de mond van tientallen ooggetuigen, gevangenen, bewakers, hun nabestaanden en andere betrokkenen werden het boek Kamp Erika. Het oorlogsverhaal van mijn opa en het Nederlandse kamp dat verzwegen werd (Atlas Contact, 2023).


De wreedheden die de bewakers in Erika begingen waren erger dan in Duitse kampen, vertelde na de oorlog een Joodse gevangene die onder andere ook Auschwitz had meegemaakt. Wie waren deze bewakers?
‘Dat waren vooral laaggeschoolden en werklozen die het Nederlandse Arbeidsfront, de nationaalsocialistische vakcentrale die in 1942 was opgericht, rekruteerde uit met name Amsterdam. Zo’n driekwart was lid van de NSB. Ze werden gelokt door het aantrekkelijke salaris en de machtspositie die ze kregen. Ze konden zich ongestraft uitleven en wellicht ook afrekenen met de vernederende ervaringen die ze zelf in loondienst en werkverschaffing hadden ervaren. De gevangenen werden daar ernstig de dupe van.’

 

In het nieuwe nummer vertelt Hester den Boer over de verklaringen voor dit sadisme, over de schaamte bij slachtoffers en daders en over de geschiedenis van het doodgezwegen Kamp Erika.
Meld je uiterlijk donderdag 31 augustus aan als abonnee, dan krijg je dit nummer thuisgestuurd. 

 

Delen: