Wil de échte Baron van Münchhausen opstaan?

Hij temde een wild paard en reed ermee over de theetafel zonder het servies te breken. Hij liet zich op een kanonskogel naar een bezette stad schieten om die te inspecteren, stapte in de lucht over op een terugvliegende kogel, en kwam veilig terug in het eigen legerkamp. En toen hij eens ongewapend een vervaarlijke wolf tegenkwam, stak hij zijn vuist diep in de geopende muil en keerde het dier als een handschoen binnenste buiten. Met weinig woorden en op levendige, opgeruimde toon vertelt de wereldberoemde baron van Münchhausen de meest fantastische verhalen. Merel Klein voorziet ze van context: wat werd er in de 18de eeuw van een heer verwacht? Hoe eerlijk moest hij zijn, en wat gebeurde er als hij loog?

De échte baron van Münchhausen en het boek

De baron van Münchhausen heeft echt bestaan. Althans, de Duitse wetenschapper Rudolf Erich Raspe (1736-1794) baseerde The Surprising Adventures of Baron Munchausen (1785) op een historische figuur: Hieronymus Karl Friedrich von Münchhausen (1720-1797). Münchhausen behoorde tot het geslacht Rinteln-Bodenwerder, een aristocratische familie in het Noord-Duitse hertogdom Braunschweig-Lüneberg. Tijdens de Russisch-Turkse oorlog (1735-1739) nam de jonge Münchhausen als vaandrig in een Russisch cavalerieregiment deel aan veldtochten tegen de Turken en was hij in 1737 aanwezig bij de belegering van Ochakov. Erg veel indruk maakten zijn wapenfeiten echter niet op zijn meerderen. Toen Münchhausen op veertigjarige leeftijd met pensioen ging, had hij het niet verder geschopt dan ritmeester. Hij was inmiddels getrouwd en vestigde zich op zijn landgoed in Bodenwerder, waar hij zich wijdde aan de jacht en de landbouw.
 

Na het diner vertelt de baron van Münchhausen zijn wonderlijke avonturen aan zijn gasten. Oskar Herrfurth, Postkartenserie nach den Lügengeschichten des Baron Münchhausen (ca. 1900). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Na het diner vertelt de baron van Münchhausen zijn wonderlijke avonturen aan zijn gasten. Oskar Herrfurth, Postkartenserie nach den Lügengeschichten des Baron Münchhausen (ca. 1900). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Münchhausen leefde als een gemiddelde, ingedutte 18de-eeuwse Duitse landheer. Tot ‘s avonds na het diner. Dan ontpopte hij zich als een geboren verteller. Met een uitgestreken gezicht vermaakte hij zijn adellijke bezoek met absurde en overdreven verhalen over zijn Russische belevenissen. Zijn fenomenale vertelkunst raakte bekend en rondreizende edellieden bezochten het landgoed om de sterke soldatenavonturen en jachtverhalen van de baron te horen. Onder hen Raspe, die in 1775 zijn eigen versie in Londen, en in het Engels, publiceerde.

De Duitse vertaling in 1786 maakte een einde aan de gemoedelijke avondjes in Bodenwerder. Het boek genoot al snel grote populariteit en Münchhausens jachtopziener probeerde tevergeefs de toeristen en indringers op afstand te houden. Münchhausen ontving geen gasten meer en trok zich verbitterd terug: zijn goede naam was door het slijk gehaald, hij stond nu bekend als ‘de leugenbaron’.

Fantastische verhalen of keiharde leugens?

Sommige tijdgenoten begrepen de verontwaardiging van Münchhausen wel: zijn fabelachtige, ongelooflijke verhalen waren toch geen eenvoudige leugens? Ze waren niet bedoeld om te misleiden, maar moesten juist de goedgelovigheid en de hang naar het wonderbaarlijke onder zijn toehoorders bespotten.

Raspe speelt in zijn boek een vergelijkbaar – verwarrend – spel. Hij laat de fictieve baron telkens weer oproepen niet aan zijn geloofwaardigheid te twijfelen. Tegelijkertijd benadrukt het voorwoord dat de baron zijn avonturen vertelt om praatjesmakers en bevooroordeelde mensen ertoe te brengen hun gezonde verstand te gebruiken.
 

Noorse omslag van Rudolf Erich Raspes De wonderlijke avonturen van baron von Münchhausen (1919). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Noorse omslag van Rudolf Erich Raspes De wonderlijke avonturen van baron von Münchhausen (1919). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Nieuwe uitvindingen zijn nieuwe kansen én risico’s

De leugens van de (fictieve) baron zouden dan in dienst staan van de waarheidsvinding een belangrijk Verlichtingsideaal. En Münchhausen was de enige niet die loog met een missie. Historicus Marleen de Vries wijst erop dat ook zijn tijdgenoot Casanova ‘bedroog mensen om ze de ogen voor de waarheid te openen’. Bedrog en leugens waren in de 18de eeuw veelvuldig onderwerp van debat. De problematiek was dan ook nauw verwant met kernbegrippen van de Verlichting, zoals rationaliteit en scepticisme.

Bovendien meenden veel tijdgenoten dat ze veel meer dan hun voorouders het risico liepen te worden bedrogen. Nieuwe uitvindingen en wetenschappelijke inzichten volgden elkaar in hoog tempo op: de stoommachine, sextant, Leidse fles, optische telegraaf, luchtballon, onderzeeër, bliksemafleider en pokkenvaccinatie deden hun intrede. Mensen moesten ineens gaan geloven in zaken die kortgeleden nog onmogelijk waren geweest. En ook de nieuwe kredieteconomie, waarin waardepapieren een steeds grotere rol speelden, bracht nieuwe risico’s met zich mee én nieuwe kansen voor vervalsers en bedriegers. Daar kwam bij dat factchecken moeilijk was: nieuws reisde langzaam en internationaal nieuws nog trager. Dat Lissabon op 1 november 1755 getroffen was door een verwoestende aardbeving wist men in Amsterdam pas aan het einde van de maand.

De Verlichting, toen bedrog en leugens hoogtij vierden?

Niet iedereen vond liegen met een opvoedende missie overigens toegestaan. Voor hardliners zoals de filosoof Immanuel Kant was zelfs een leugentje om bestwil taboe. Ook de Nederlandse doopsgezinde predikant Marten Schagen was in 1735 helder in zijn oordeel: ‘de gezonde Reden, en Gods uitdrukkelyke Wet’ verboden elke vorm van liegen. Hij riep de bevolking op zich hiernaar te gedragen.
 

Verbeelding van baron van Münchhausens verhaal over de kanonskogel. August von Wille, Baron von Münchhausen's flight on a cannonball (ca. 1850). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Verbeelding van baron van Münchhausens verhaal over de kanonskogel. August von Wille, Baron von Münchhausen's flight on a cannonball (ca. 1850). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Toch zagen de meeste 18de-eeuwers het niet zo zwart-wit: de ene onwaarheid was immers de andere niet. Het geheim houden of verhullen van de waarheid vond men van een andere orde dan een harde, directe leugen, en ook de motieven van de leugenaar wogen mee. Bovendien waren er verzachtende omstandigheden: aan een ondergeschikte was men minder verplicht de waarheid te vertellen dan aan een gelijke, en soms was een leugentje nu eenmaal sociaal wenselijk. Vooral hovelingen stonden bekend als huichelaars, al konden ze rekenen op enig begrip: het was nu eenmaal onmogelijk om in een dergelijke afhankelijkheidsrelatie eerlijk te blijven.

Een heer liegt niet. Punt.

Blijkbaar was liegen niet onder alle omstandigheden even schandelijk. Waarom was Münchhausen (de echte) dan zo gekwetst?  Dit had alles te maken met zijn stand. De Amerikaanse wetenschapshistoricus Steven Shapin toont in zijn A Social History of Truth (1994) aan dat de mate waarin iemand als eerlijk of betrouwbaar werd beschouwd in de vroegmoderne tijd nauw verbonden was met zijn plek in de maatschappelijke. Liegen, zo dacht men, vloeide voort uit benarde materiële omstandigheden. Een heer bezat wat hij nodig had en hoefde dus niet te liegen. Je kon hem op zijn woord geloven.

Tegelijk vormden oprechtheid en betrouwbaarheid het bewijs van de adellijke positie. Met zijn eerlijkheid liet een heer immers zien dat hij niet te koop was: hij kon zich veroorloven oprecht te zijn. Eerlijkheid was daarmee essentieel voor de identiteit en eer van een edelman, en het was een grove belediging als die in twijfel werd getrokken.  Met zijn reputatie verloor een heer een belangrijk deel van zijn sociale netwerk en zakelijke mogelijkheden, met alle gevolgen van dien. De (echte) baron van Münchhausen was niet voor niets zo boos: híj, als edelman, een leugenaar? Dat kon niet.
 

De échte baron van Münchhausen. G. Bruckner, Karl Friedrisch Hieronymus Freiherr von Münchhausen (ca. 1740). Bron: Wikimedia Commons (PD)
De échte baron van Münchhausen. G. Bruckner, Karl Friedrisch Hieronymus Freiherr von Münchhausen (ca. 1740). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Eer werd verdedigd in een duel

Een vroegmoderne edelman kon zo’n beschuldiging dus niet over zijn kant laten gaan. Op dit punt doet de fictieve baron niet onder voor zijn echte tijdgenoten. Wanneer de luisteraars in het boek twijfelen aan de waarheid van zijn verhalen, is hij herhaaldelijk bereid om tot het uiterste te gaan: ‘Alles wat ik tot dusverre verteld heb is waar; en als er iemand zo brutaal is dat te ontkennen, ben ik bereid met hem te vechten met het wapen van zijn keuze.’ De ‘baron’ zinspeelt hier op een duel, een wezenlijk onderdeel van de vroegmoderne Europese adellijke cultuur.

Het was voor heren niet ongebruikelijk hun gekwetste eer gewapend te verdedigen, soms tot de dood erop volgde. Het is veelzeggend voor het belang dat er gehecht werd aan waarheid en eerlijkheid, dat de beschuldiging te liegen een centrale plek had in de rituele opmaat naar het daadwerkelijke gevecht. Wanneer een heer door een andere edelman werd beledigd of anderszins in zijn eer werd aangetast, diende hij direct te zeggen dat de tegenpartij loog; in het Engels heette dit ‘giving the lie’, in het Frans ‘démenti’, en Italiaanse edelen spraken van ‘mentita’. De tegenpartij had na deze provocatie weinig keuze meer: hij moest de heer in kwestie uitdagen voor een gevecht.

Was Rudolf Erich Raspe zelf een bedrieger?

Münchhausen heeft het niet geweten, anders had het hem misschien enige genoegdoening kunnen geven, maar ook schrijver Raspe ervaarde wat het betekende om als bedrieger bekend te staan. Raspe was een veelzijdig en productief man. Hij studeerde in Göttingen en Leipzig en publiceerde op het gebied van de geologie, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie. En met succes: hij werd een belangrijk figuur in het Duitse culturele en wetenschappelijke leven, hield er een enorm Europees netwerk op na, en werd in 1769 zelfs fellow van de Britse Royal Society.
 

Medaillon met de beeltenis van Rudolf Erich Raspe. Bron: Wikimedia Commons (PD)
Medaillon met de beeltenis van Rudolf Erich Raspe. Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Als student al maakte Raspe schulden. Boeken, porto en vermaak waren duur en hij begaf zich graag in adellijke en geleerde kringen, waar de schone schijn wel moest worden opgehouden. Zijn schuldeisers betaalde hij door nieuwe leningen aan te gaan. Hij was curator van de verzameling van de landgraaf van Hessen-Kassel, en verpandde penningen uit de collectie. Toen dit in 1775 uitkwam, vluchtte hij naar Londen. Hier moest hij de sociale gevolgen van zijn bedrog onder ogen zien. Niet alleen had Raspe zijn gezin in Duitsland moeten achterlaten en deden zijn oude vrienden of ze hem nooit hadden gekend, hij werd bovendien uit de Royal Society gezet. President Sir John Pringle noemde hem vanwege zijn gedrag “unfit for the society of gentlemen”. Als bedrieger was Raspe déclassé. Dit zou de rest van zijn leven niet meer goedkomen.

Ook de baron bleven de leugens achtervolgen. Zonder succes probeerde hij de anonieme auteur en uitgever van de in het Duits vertaalde leugenverhalen voor het gerecht te krijgen. Na de dood van zijn vrouw in 1790 trouwde hij de 57 jaar jongere Bernadine van Brunn. Vlak na de bruiloft werd ze ziek; om te herstellen bracht ze de zomer door in het kuuroord Bad Pyrmont. Na negen maanden werd er een dochter geboren. De laatste jaren van zijn leven vulde de baron met rechtszaken over de echtscheiding en alimentatie. Münchhausen voelde zich bedrogen.


Dit artikel verscheen eerder in Geschiedenis Magazine 2020-3.
Ben je nog geen abonnee van Geschiedenis Magazine? Word 't dan nu!

Delen: