Waarom de dood van Elizabeth II de hele wereld aangrijpt

Het overlijden van de Queen Elizabeth II heeft Engeland geschokt: het land is in rouw. Maar ook in Schotland en Noord-Ierland wordt getreurd. Eigenlijk komen de blijken van medeleven van over de hele wereld. Hoe heeft Groot-Brittannië die status gekregen? Ivo van de Wijdeven gidst ons door de ontstaansgeschiedenis van het Verenigd Koninkrijk. Het begon allemaal met een Engelse koning in de middeleeuwen…

Wie weleens een voetbaltoernooi volgt, ziet het Verenigd Koninkrijk opgesplitst in vier landen: Engeland, Wales, Schotland en Noord-Ierland. De huidige verzamelnaam voor het viertal bestaat sinds 1922, maar het verhaal van het Verenigd Koninkrijk begon eigenlijk al in 927 toen Aethelstan zich uitriep tot ‘rex anglorum’ (koning van de Engelsen) en daarmee het koninkrijk Engeland grondvestte, ruwweg het laagland in het zuiden van het eiland Groot-Brittannië. Onder andere de gezamenlijke strijd tegen de Vikingen had een verenigend effect gehad. Dankzij gunstige omstandigheden – kort gezegd: een gematigd klimaat en goede landbouwgrond – konden Aethelstans opvolgers een sterk koninkrijk opbouwen. 

Aethelstan, de eerste koning van Engeland, overhandigt de Heilige Cuthbert diens levensbeschrijving (Wikimedia Commons).

 

De Engelsen, zelf een amalgaam van Angelen, Saksen en na 1066 ook Normandiërs, verdreven de oorspronkelijke Keltische bevolking naar de uithoeken van de Britse eilanden in het noorden en westen. Schotland, Ierland en Wales (en eigenlijk ook Cornwall) staan daarom samen ook wel ietwat denigrerend bekend als de ‘Celtic Fringe’: een ‘rauwe Keltische rand’ om het ‘beschaafde centrum’ Engeland.

Van meet af aan waren er spanningen. De Engelse koningen moesten altijd rekening houden met de dreiging van invasielegers en andere onruststokers vanuit het noorden en westen. Soms werd een aanval afgekocht, maar vaak braken gevechten uit. Hoe dan ook was het een kostbare aangelegenheid. Onderwerping van de Celtic Fringe leek een betere oplossing.

Wales was het eerst aan de beurt. Eind 13de eeuw bouwden de Engelsen er een stelsel van kastelen en gefortificeerde steden om hun verovering en macht te benadrukken: middeleeuwse shock and awe. Pas in de 15de eeuw behoorden opstanden van ontevreden Welshmen tot het verleden en in 1534 gunde koning Hendrik VIII de Welsh parlementaire vertegenwoordiging in Londen. Negen jaar later werd Wales officieel toegevoegd aan het koninkrijk Engeland.

‘Auld Alliance’
Dat het voor de verdediging van Engeland van het grootste belang was om ook Schotland en Ierland te veroveren, bleek tijdens de langdurige oorlogen die de Engelse vorsten in de late Middeleeuwen met Frankrijk voerden. Via dynastieke verwikkelingen maakten zij aanspraak op de Franse troon en dat leidde tot de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) tussen de twee landen. De Schotten hadden vanwege hun gedeelde vijand een duurzaam bondgenootschap met de Fransen, de Auld Alliance genaamd, en schoten hen tijdens de Honderdjarige Oorlog regelmatig te hulp. De Engelsen werden dus in het noorden met enige regelmaat in de rug aangevallen. Maar de Fransen probeerden hen ook via Wales en Ierland in het nauw te drijven. De Celtic Fringe vormde een achterdeur voor invasies.

Ook na het einde van Honderdjarige Oorlog en de daaropvolgende strijd tussen het huis Tudor en het huis Lancaster om de Engelse troon, naar hun emblemen beter bekend als de Rozenoorlogen (1455-1485), bleef die achterdeur de Engelse koningen zorgen baren. Bovendien keken zij met een begerig oog naar Ierland en Schotland als potentiële bron van inkomsten en manschappen voor militaire avonturen op het Europese vasteland.

De Tudors, die als winnaars uit de bus kwamen in de Rozenoorlogen, trokken de banden met Ierland strakker aan. Twee derde van het eiland viel al sinds eeuwen als heerlijkheid met een eigen Iers parlement onder de Engelse kroon, maar Hendrik VIII rolde een Engels bestuursapparaat uit en in 1541 werd Ierland formeel een koninkrijk met de Engelse koning aan het hoofd. Elizabeth I maakte vlak voor haar dood in 1603 een begin met volksplantingen: de oorspronkelijke bevolking werd verdreven en vervangen door Engelsen, vooral in het Noord-Ierse Ulster. De Ieren moesten tandenknarsend toezien hoe de Engelsen hun eiland overnamen.

Personele unie met de Stuarts
Hoewel het onherbergzame hoge noorden moeilijk toegankelijk was, werd ook het onafhankelijke koninkrijk Schotland een aantal keer bezet, maar de Schotten wisten zich ondanks vele onderlinge twisten telkens weer te ontworstelen aan de Engelse greep. Van de 13de tot de 17de eeuw vochten de Engelsen en de Schotten talloze grotere en kleinere oorlogen uit. 

De oplossing van deze voortdurende conflicten school in familiebanden. Ondanks alle oorlogen waren het Engelse koningshuis Tudor en het Schotse koningshuis Stuart door huwelijken met elkaar verknoopt geraakt. De laatste Tudor op de troon was Elizabeth I. Zij stierf kinderloos en had Jacobus VI Stuart, die via beide ouders afstamde van de Tudorvorst Hendrik VII, aangewezen als haar opvolger: Jacobus I van Engeland. Zo zwaaide in 1603 voor het eerst één koning de scepter over de drie koninkrijken op de Britse eilanden: Engeland, Ierland en Schotland. Dankzij deze personele unie stond aan het begin van de 17de eeuw het raamwerk voor een verenigd Brits koninkrijk overeind.

De stamboom van Jacobus I (linksboven), de Stuart die in 1603 de Engelse en Schotse koninkrijken in een personele unie verbond. Linksonder Tusorvorst Hendrik VII (Wikimedia Commons).

 

Geboorte van de Britse staat
Het duurde nog meer dan een eeuw voordat de Schotten hun onafhankelijkheid opgaven. Met de ondertekening van de Acts of Union in 1707 vormden Engeland en Schotland een unie en ontstond het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië. De nationale parlementen van Engeland en Schotland hieven zichzelf op. De Schotten waren voortaan evenals de Welsh direct vertegenwoordigd in het nieuwe Britse parlement in Londen. 

Dat een meerderheid van het Schotse parlement hier vrijwillig mee instemde, had vooral een financiële achtergrond. Veel Schotse parlementariërs waren in dienst van Jacobus (die immers ook koning van Schotland bleef) en ontvingen van zijn hof een inkomen of pensioen; er vloeide ook rijkelijk smeergeld naar Edinburgh om de regeling door het Schotse parlement te krijgen. Belangrijker nog was dat de bodem van de Schotse schatkist was bereikt door een kortstondig maar peperduur avontuur met een handelskolonie in Panama dat faliekant was mislukt. De handelsvoordelen van een verbond met de Engelsen zouden de Schotse economie een broodnodige impuls geven.

Niet alle Schotten stonden te juichen dat dat ze Brits staatsburger waren geworden; er braken twee grote opstanden uit, maar na 1745 was het verzet gebroken. De Engelse achterdeur in het noorden was eindelijk veilig. Alleen het door een kleine protestantse elite bestuurde katholieke Ierland bleef een bron van onrust op de Britse eilanden, zelfs nadat het in 1801 eveneens het eigen parlement ophief en toetrad tot het Verenigd Koninkrijk.

Pax Britannica
Het in de loop van eeuwen bijeengeharkte Verenigd Koninkrijk bleek in de 19de eeuw veel meer dan de som der delen. Het ontwikkelde zich tot een solide basis voor het machtige Britse Rijk. Tussen de Napoleontische oorlogen en de Eerste Wereldoorlog heersten de Britten over de wereldzeeën en dwongen zij als politieagent van de wereld de Pax Britannica af. Schotse en Ierse militairen leverden hieraan een belangrijke bijdrage, al bleven Ierse katholieken (terecht) van mening dat hun land in de ogen van de Engelsen slechts een wingewest was. Tekenend is de ontoereikende overheidssteun uit Londen ten tijde van de Ierse hongersnood halverwege de 19de eeuw.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de verbanden binnen het Britse Rijk beschadigd geraakt door de oorlogseconomie, de oorlogsschulden, religieuze onrust en nationalisme. De katholieke Ieren vochten zich vrij. Zij gingen vanaf 1922 verder als Ierse Vrijstaat binnen het rijk en na 1937 als de volledig onafhankelijke Republiek Ierland. Alleen het dankzij de volksplantingen van de 16de en 17de eeuw overwegend protestantse Noord-Ierland bleef behouden voor het koninkrijk, dat nu door het leven gaat als het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland. De ‘harde’ internationale grens die toen ontstond op het Ierse eiland, was jarenlang aanleiding voor ingrijpende conflicten en discussie.

Achterdeur van het slot
Na de Tweede Wereldoorlog viel het ooit zo machtige Britse Rijk verder uiteen. India en de meeste andere kolonies werden onafhankelijk. Ook het Welsh en Schots nationalisme leefde op, zeker toen het Verenigd Koninkrijk in economisch zwaar weer terechtkwam. De opleving na de Britse toetreding tot de Europese Unie veranderde daar niet veel aan: de geest was weer uit de fles. 

Er bleek ook ruimte voor nieuwe relaties binnen het Verenigd Koninkrijk. Eind jaren ’90 kregen Wales en Schotland ieder, naast vertegenwoordiging in Londen, ook een eigen parlement met verregaande zeggenschap over binnenlands bestuur. Omdat de veiligheid van Groot-Brittannië werd gegarandeerd door de NAVO en de EU, konden tevens alle Engelse achterdeuren voor het eerst sinds 1707 van het slot, want in 1998 kwam er met de Goedevrijdagakkoorden eindelijk ook een einde aan de gewapende strijd om Noord-Ierland.

Vooral in de jaren ’70 en ’80 waren er talloze aanslagen gepleegd om de aansluiting van Noord-Ierland bij Ierland te bewerkstelligen of juist te voorkomen. Noord-Ierland was veranderd in een militaire vesting. De samenwerking met Ierland binnen de EU bood het raamwerk om die vesting af te breken: de gehate harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland kon dankzij de EU verdwijnen.

Brexit
De Brexit heeft het Verenigd Koninkrijk sterk onder druk gezet. Vooral de eventuele terugkeer van een internationale grens op het Ierse eiland baart zorgen. Niet voor niets stemde in Noord-Ierland een grote meerderheid vóór het EU-lidmaatschap en klinken er stemmen voor aansluiting bij de Republiek Ierland, ook al zou het afscheid van het Verenigd Koninkrijk ongetwijfeld niet zonder slag of stoot verlopen.

De Brexit bleek ook een impuls voor het Schotse nationalisme. In 2014 stemde al twee vijfde van de Schotten in een referendum voor Schotse onafhankelijkheid en in een eventueel volgend referendum zou dit door de Brexit heel goed meer kunnen worden: veel Schotten voelen zich tegen hun zin door de Engelsen uit de EU gesleurd. 

Kortom: de Celtic Fringe staat weer in de schijnwerpers. Een nieuwe naamsverandering voor het Verenigd Koninkrijk is niet ondenkbaar.
 

Juist in de laatste jaren van groeiende politieke tegenstellingen wist Queen Elizabeth II boven de partijen te staan en was ze in alle delen van het Verenigd Koninkrijk bijzonder geliefd bij een groot deel van de bevolking. Hier bezoekt ze, samen met haar echtgenoot de Duke of Edinburgh, Birmingham tijdens hun Diamond Jubilee Tour in 2012. West Midlands Police from West Midlands, United Kingdom, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons.   

 

Dit artikel verscheen eerder in het juli-augustus-nummer van 2020 van Geschiedenis Magazine.

Delen: