Spaanse scheepswrakken in kaart gebracht

De Spaanse koloniale expansie is weer actueel: de Mexicaanse president eiste excuses van Madrid voor de excessen tijdens de strijd van Hernandez Cortez, die bijna 500 jaar geleden de Azteekse beschaving vernietigde. Ook op historisch archeologisch gebied is er nieuws: een team onderzoekers inventariseerde op basis van zeekaarten en archiefinformatie de 681 Spaanse schepen die tussen moederland en kolonie voeren en gezonken zijn. Hoe gingen ze precies ten onder? Je zou denken dat zeerovers hier een grote rol speelden…

Ze dateren van Columbus’ tijd tot omstreeks 1900, toen het Spaanse koloniale imperium bijna geheel verkruimeld was. Ze liggen in Caribische wateren, voor Panama, bij Bermuda, de Bahama’s en voor de oostkust van de Verenigde Staten. Het beroemdst is de Santa Maria, het vlaggenschip waarmee Columbus in 1492 op weg was naar India en strandde bij het tegenwoordige Haïti.

Replica van de 'Santa Maria', het vlaggenschip van Columbus, tijdens de Worlds Columbian Exposition in 1893 (Library of Congress).

 

Het viel de onderzoekers, onder leiding van archeoloog Carlos León, op dat de meeste schepen waren vergaan door zwaar weer: 92 %. Averij door verkeerde navigatie waardoor het schip op bijvoorbeeld een rif liep, was voor 4,4 % fataal. Slechts 1,4 % zonk door een treffen met Britse, Nederlandse of Amerikaanse schepen en 0,8 % door een piratenaanval. Nog lang niet alle 681 wrakken zijn gelokaliseerd, maar waar dat wel het geval is, hebben schatzoekers vooral belangstelling voor de retourschepen vol goud, zilver en edelstenen. Toch is ook de lading van de schepen met bestemming Amerika interessant en veelzeggend. Sommige hadden relieken en stenen aan boord om in de kolonie kerken te bouwen, andere brachten kleding voor de eerder meegevoerde onvrije Afrikaanse arbeiders mee.

Delen: