Ongekamde haren, getooid in dierenvellen – wie zijn deze wilde vrouwen van Alma-Tadema?

Lawrence Alma-Tadema schilderde graag mooie vrouwen. Veel van zijn doeken worden bevolkt door elegante jongedames die op aangename wijze de tijd verdrijven in weelderige klassieke decors. Daar genieten ze van poëzie, laten zich door minnaars het hof maken of liggen loom te luieren. Ook op het doek De vrouwen van Amphissa (1887) wemelt het van de jeugdige schoonheden. Ze liggen uitgestrekt op een marktplein te slapen of worden net wakker.

Toch zijn dit niet de elegante vrouwen die we van andere schilderijen kennen. Ze hebben ongekamde haren, dragen kransen van klimopbladeren, zijn getooid in dierenvellen en hebben tamboerijnen naast zich liggen. Ze lijken een wilde nacht achter de rug te hebben. Om hen heen heeft zich een kring goed verzorgde, conventioneel geklede vrouwen verzameld die zich over hun verfomfaaide zusters ontfermen en hun voedsel en drank aanbieden. Wat is hier aan de hand?
 

Lawrence Alma-Tadema, De vrouwen van Amphissa (1887). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Lawrence Alma-Tadema, De vrouwen van Amphissa (1887). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Derde Heilige Oorlog
De kunstenaar heeft zich laten inspireren door een anekdote uit de Moralia van de Griekse auteur Plutarchus, die een reeks verhalen opdist om de moed van vrouwen te illustreren. Hij vertelt dat een groep maenaden, vrouwelijke aanbidders van de wijngod Dionysos die ook wel bekend stonden als bacchanten, tijdens een nachtelijk ritueel door waanzin werd bevangen. Zwervend door de omgeving kwamen ze in de stad Amphissa in het noorden van Griekenland terecht. Daar legden de vrouwen zich uitgeput op het marktplein te rusten.

Veel Griekse steden waren op dat moment verwikkeld in de Derde Heilige Oorlog (355-346 v. Chr.), die was uitgebroken toen de inwoners van de streek Phocis zich landbouwgrond van het naburige heiligdom van Delphi hadden toegeëigend. Amphissa had zich bij de Phociërs aangesloten, maar de maenaden waren afkomstig uit het andere kamp en begaven zich dus zonder het door te hebben op vijandelijk terrein.

Toen de vrouwen van Amphissa hen de volgende ochtend aantroffen, vormden ze een beschermende kring rondom de slapende maenaden, om te voorkomen dat de mannen van het stadje hen zouden beledigen of aanvallen. Toen de onverwachte bezoekers wakker werden, gaven de vrouwen hen te eten en begeleidden hen ten slotte veilig de stad uit.

Alma-Tadema schilderde dit werk in 1887. Zijn schilderijen kun je zien als spiegel voor de victoriaanse tijd. Hoe zit dat bij dit werk? En wie is toch die ene vrouw in de donkere kleding, die ons vanuit het midden van het schilderij recht aankijkt? Je leest het in de volgende editie van Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 1 september aan als abonnee, bestel ‘m vanaf begin september online of haal ‘m dan in de winkel.

Delen: