Notre-Dame: eeuwig in aanbouw

Weet u het nog? In 2019 werd de Notre-Dame getroffen door een verwoestende brand. Niet alleen de Parijzenaren, maar bijna de hele wereld leek in tranen. Er had zich een ongekende cultuurhistorische ramp voltrokken. ‘Een deel van ons staat in brand,’ schreef president Emmanuel Macron op Twitter en een dag na de brand was er al 700 miljoen euro gedoneerd voor de restauratie. Maar was de verwoesting wel zo uitzonderlijk?

De eerste scheuren
In het voorjaar van 1163 legden paus Alexander III en Lodewijk VII van Frankrijk de eerste steen van een bouwwerk dat zou uitgroeien tot een icoon van Parijs: de Notre-Dame. De bouw nam meer dan honderd jaar in beslag, en in die eeuw veranderde de kunststijl. Het oorspronkelijke romaanse ontwerp van bisschop Maurice de Sully pasten zijn opvolgers nog tijdens de bouwperiode aan, aan de opkomende Gothiek. Massieve muren met kleine ramen maakten plaats voor licht en lucht. Dat betekende: opengewerkte torens, extra hoge ramen en dunne muren.
 

15-de eeuws stadsgezicht van Parijs, waarboven de heilige geest afdaalt om de gelovigen tegen de demonen te beschermen, Jean Fouquet, publiek domein.

 

Maar dat deze dunne muren met hun extra ramen niet sterk genoeg waren om de kathedraal te dragen, daar was geen rekening mee gehouden. Al snel scheurden ze en de kathedraal dreigde in te storten. Om deze ramp te voorkomen improviseerden de architecten met luchtbogen aan de buitenkant van de kerk. Nu heel beroemd, maar geen deel van het oorspronkelijke plan.

Andere tijden, andere Notre-Dame
In de 18de eeuw veranderde de Notre-Dame opnieuw van gedaante. De Renaissance had tot een nieuwe kunstmode geleid, waardoor de Parijzenaren hun kathedraal maar ouderwets vonden. Kardinaal de Noailles besloot het bouwwerk daarom eens flink op te frissen. Hij liet het koor volledig renoveren en inrichten in de populaire barokstijl. Kanunniken vernietigden de glas-in-loodramen en vervingen ze door wit glas – dat maakte de kerk lekker licht.
 

Vijf van de 28 hoofden van de onthoofde koningen van Juda die tot de Franse Revolutie de Notre-Dame sierden, Cluny Museum, Parijs.

 

Aan het einde van de eeuw zorgde de Franse Revolutie voor nog veel radicalere veranderingen. De kathedraal werd staatsbezit en de katholieke eredienst werd verboden. De revolutionairen doopten de Notre-Dame om in de ‘Tempel van de Rede’. Ze plunderden en vernielden het gebouw en stalen er beroemde kunstwerken uit. De 28 koningen van Juda, die als beelden de westgevel sierden, werden onthoofd. De revolutionairen dachten dat het Franse koningen waren…

Kroning in een ruïne
Toen Napoleon Bonaparte zich in 1804 tot keizer kroonde in de Notre-Dame, was de kathedraal niet meer dan een ruïne. Om toch een enigszins keizerlijke setting te creëren, liet hij de muren wit kalken en de kerk versieren met zijden en fluwelen draperieën en een houten portiek.
 

Notre-Dame de Paris door Maximillien Luce, 1900. Publiek domein.

 

Zelfs deze schamel herstelde restanten hielden niet lang stand. De revolutionairen van 1830 vernielden de overgebleven glas-in-loodramen en vernietigden de kathedraal door het nabijgelegen aartsbisschoppelijk paleis in brand te steken. De Notre-Dame was dusdanig toegetakeld dat de Parijse autoriteiten overwogen haar maar helemaal af te breken.

Klokkenluider brengt redding
Dit keer kwam de redding niet van een keizer of kardinaal, maar uit literaire hoek: met zijn De klokkenluider van de Notre-Dame maakte Victor Hugo de kathedraal ontzettend populair onder de Fransen, die massaal opriepen tot bescherming van het gebouw. De Franse minister van Justitie en Religieuze Zaken besloot hierom in 1842 de kathedraal in ere te herstellen. 
 

De Notre-Dame tijdens de restauraties door Viollet-le-Duc, Rijksmuseum Amsterdam.

 

Eugène Viollet-le-Duc leidde de restauratie. Hij herstelde de koningsgalerij met door hemzelf ontworpen beelden en bootste de hoge ramen uit de Middeleeuwen na in neogotische stijl. Viollet-le-Duc hield er echter een zeer persoonlijke interpretatie van middeleeuwse kunst en architectuur op na…

In de 20ste gingen de werkzaamheden door. De glas-in-loodramen deden hun herintrede, er kwam een nieuw, moderner altaar en de klokken werden opnieuw gegoten.

Geschiedenis in een gebouw
En hoe gaat het nu met de iconische kathedraal? Na de verwoestende brand staat ze erbij zoals ze bijna haar hele leven heeft gedaan: in aanbouw. Eind 2019 zijn de door de brand gesmolten steigers verwijderd. Tekenend: deze steigers waren geplaatst vanwege restauratiewerkzaamheden, die tevens de oorzaak van de brand waren. De duur van de restauratie: vijf jaar.
 

De Notre-Dame staat in brand: 15 april 2019. Foto GodefroyParis / CC BY-SA, via wikimedia commons, publiek domein.

 

Hoewel we nu treuren over het verlies van deze icoon, zien we de restauratiewerkzaamheden anno de 21e eeuw in de toekomst misschien juist als een waardevolle bijdrage aan de kathedraal. De geschiedenis van de Notre-Dame leert ons namelijk dat het niet gaat om een middeleeuws gebouw, maar om een bouwwerk dat de sporen van haar tijd met zich meedraagt. De Franse geschiedenis gevat in een bouwwerk.

Misschien was de verwoesting van 2019 voor de Notre-Dame niet zo uitzonderlijk, toch heeft die veel losgemaakt. Wilt u verder lezen? Recent zijn er - naar aanleiding van de ramp - twee boeken verschenen:

 

Meer van dit? Word abonnee van Geschiedenis Magazine, bestel losse nummers online of haal het meest recente in de winkel!

Delen: