Met wapens in actie tegen de Amerikaanse slavernij, 1859

De Verenigde Staten kwamen 160 jaar geleden een grote stap dichter bij de Burgeroorlog toen een man met een gewone naam een ongewone daad van verzet pleegde. Met zijn witte baard en doordringende blik zag John Brown eruit als een oudtestamentische profeet en zo gedroeg hij zich ook: hij geloofde dat God hem had uitverkoren om de miljoenen mensen te bevrijden die in slavernij op Amerikaanse bodem werkten en als vee verkocht konden worden. Zijn doelwit op die 16de oktober 1859: het federale wapenarsenaal bij Harpers Ferry in Virginia. Chuck Riesz neemt ons mee naar het gespleten en gewelddadige Amerika van vlak voor de Burgeroorlog.

Founding Father Thomas Jefferson zei in 1820 dat slaveneigenaren zoals hij zelf een ‘wolf bij het oor hadden’: ze konden het dier niet lang vasthouden maar het vanwege hun eigen veiligheid evenmin loslaten: ‘Justice is in one scale, and self-preservation in the other.’ Waar in de 18de eeuw nog de hoop bestond dat het stelsel vanzelf zou uitsterven, kreeg het in de 19de eeuw juist een impuls door de uitbreiding van de VS in westelijke richting. De plantages in het oosten kampten met uitputting van de bodem, maar in het westen was voldoende vruchtbare grond. Ook de uitvinding van allerlei machines zoals de cotton gin, die katoenvezels van zaden scheidt, maakte de uitbreiding van het plantageareaal economisch zeer aantrekkelijk.

'Bleeding Kansas' 

De nieuwe gebieden werden geleidelijk als staat toegelaten tot de Unie. Het was daarbij voor de Senaat in Washington zaak het evenwicht te bewaren tussen slavenstaten en vrije staten. Anders zou de pas eind 18de eeuw gestichte republiek wellicht splijten. Senatoren bedachten vernuftige politieke constructies, zoals toen Missouri toegelaten wilde worden als slavenstaat, wat de balans in de Senaat zou verstoren. Volgens het Missouri Compromis (1820) kreeg Missouri zijn zin, mits tegelijkertijd de vrije staat Maine tot de Unie werd toegelaten, en voortaan 36 graden noorderbreedte als grens gold: nieuwe staten erboven mochten geen slavernij hebben, ten zuiden ervan wel.

Dit compromis gold voor een groot gebied in het middenwesten, maar de kolonisten trokken nog veel verder westwaarts, met opnieuw gevolgen voor het politieke evenwicht. Vanaf 1850 werd overeengekomen dat voor nieuwe aanvragen van toelating tot de Unie de bevolking in de kandidaat-staten zelf maar moest uitmaken of ze in hun nieuwe staat slavernij wilden of niet. Dit leidde tot hevige debatten en bloedige conflicten waarbij tientallen doden vielen. Tussen 1855 en 1861 was dit het geval in Kansas. ‘Bleeding Kansas’ werd deze generale repetitie voor de Burgeroorlog in de pers genoemd: de politiek kwam er niet uit en burgers raakten slaags. Proslavernijactivisten uit onder andere het naburige Missouri probeerden met intimidatie en geweld de stemming te beïnvloeden of stemden zelfs illegaal mee. Ook sympathisanten van slaven schuwden het geweld niet. Een van hen was John Brown.

De harde hand

Brown werd in 1800 geboren op een boerderij in Connecticut. Hij was net als zijn ouders een fanatieke calvinist die meende dat het zijn religieuze plicht was om een zondeloze wereld te bewerkstelligen, voor zichzelf én anderen. Als kind zag hij dat een man een slaaf, een jongen nog, met een spade mishandelde. Hij schreef in een terugblik dat dit voorval hem voorgoed tot tegenstander van de slavernij maakte. Het abolitionisme was een rode draad in zijn leven. Hij ontmoette belangrijke zwarte leiders zoals Frederick Douglass en schreef onder een zwart pseudoniem radicale antiblanke artikelen in de abolitionistische pers.

John Brown deugde voor weinig beroepen of had pech met zijn ondernemingen. Hij trok het land door op zoek naar werk en kansen. Hoe meer hij zakelijk mislukte, hoe fanatieker hij werd als abolitionist. Waar dat allemaal toe leidde en wie en wat hij daarmee inspireerde lees je in het oktober/november-nummer van Geschiedenis Magazine, nog tot 21 november verkrijgbaar in de boekhandel! 

Afbeelding: Een soort seculier bidprentje voor John Brown uit 1865 én geïdealiseerde weergave van Browns vertrek uit de gevangenis (Thomas Hovenden, ca. 1884, Fine Arts Museum San Francisco).

Delen: