Hoe smokkelparadijs Rotterdam Napoleons verbod op handel met Engeland omzeilde

De napoleontische tijd (1806-1813) bracht voor de circa twee miljoen Nederlanders van toen veel onzekerheid en economische rampspoed. Nadat de Britse admiraal Horatio Nelson in 1805 de gecombineerd Frans-Spaanse vloot bij Trafalgar had verslagen, waren de Britten oppermachtig geworden op zee. Napoleon probeerde hen op de knieën te dwingen met het continentaal stelsel, waaraan ook de door Frankrijk overheerste landen mee moesten doen. De handelsblokkade die er deel van uitmaakte bracht Holland, dat van oudsher een open economie had en sterk afhankelijk was van handel en scheepvaart, in grote problemen. Het pakte vooral funest uit voor Amsterdam. Rotterdam deed het beduidend beter. Johan Joor legt uit hoe dat kwam.

De pers werd gebreideld nadat koning Lodewijk Napoleon aantrad in 1806, en zeker na de inlijving van Nederland bij Frankrijk in 1810. Het napoleontische bewind had kenmerken van een militaire dictatuur en een politiestaat. Alle drukpersen moesten worden geregistreerd en er kon geen snipper gedrukt papier verschijnen voordat de politie en ambtenaren van het Directoraat van de Boekdrukkerij en Boekhandel (Direction de l’Imprimerie et de la Librairie) de tekst onder ogen hadden gehad. Ook toneelvoorstellingen werden preventief gecensureerd.
 

Gerrit Groenewegen, Oudehaven gezien uit het zuiden (1797). Bron: Stadsarchief Rotterdam (PD)
Gerrit Groenewegen, Oudehaven gezien uit het zuiden (1797). Bron: Stadsarchief Rotterdam (PD)

 

In cafés, kerken, trekschuiten, overal waar mensen samenkwamen, spioneerden Franse geheim agenten. Wie binnenshuis teksten van op straat gevonden oproerige strooibiljetten wilde bespreken, zo schreef P.O. van der Chijs later in zijn herinneringen, deed dit pas nadat de gordijnen waren gesloten en kinderen en huispersoneel de kamer uit waren gestuurd.

Grote onrust zaaide uiteraard ook de dienstplicht die per januari 1811 in Holland werd ingevoerd. En die onrust was terecht: er keerden hoogstens 1000 van de ca. 15.000 Nederlandse ‘conscrits’ terug die aan de Russische veldtocht (1812) deelnamen.

Het waren ook nog eens economisch zware tijden. Napoleon trok een streep door de internationale handel, de kurk waar de Hollandse economie op dreef, toen hij in 1806 in het Decreet van Berlijn Engeland in staat van blokkade stelde en alle handelsactiviteiten en contacten met dit land verbood. Naast Frankrijk zelf moesten alle vazalstaten die Napoleon had gecreëerd en waar hij familieleden op de troon had gezet, hieraan meedoen. Zo liet zijn broer Lodewijk Napoleon de havens in het nieuwe Koninkrijk Holland sluiten en werd er een heel leger aan controleambtenaren ingezet.

De handelsbeperkingen in de Franse tijd hakten er behoorlijk in. De grotere veerkracht van Rotterdam lag niet zozeer aan een verschil in ondernemerslust van individuele kooplieden, want in beide steden probeerden die creatief om te gaan met de mogelijkheden die er nog waren. Maar waarin dan wel? Je leest het in het volgende Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 1 december aan als abonnee, bestel ‘m begin december online of haal ‘m dan in de winkel.

Delen: