Historische twist: Macedonië - Bulgarije
Wie mag de naam Macedonië gebruiken? Een referendum op 30 september moet een einde maken aan de hoogoplopende discussie met buurland Griekenland, dat om die reden de toetreding van Macedonië tot de EU en de NAVO blokkeert. Ivo van de Wijdeven bekijkt een andere burenruzie van Macedonië: met Bulgarije.
Op 2 augustus 1903 was vlak na zonsondergang in de wijde omgeving van de stad Monastir overal het schijnsel van brandende hooibalen zichtbaar, van Debar in het noorden tot Kastoria in het zuiden. Priesters zegenden banieren met teksten als ‘Vrijheid of dood’ en ‘Macedonië voor de Macedoniërs’. Duizenden mannen waren druk in de weer op deze feestdag van Sint-Elias , ‘Ilinden’ op de Macedonische kalender. Wapens die maanden of soms zelfs jaren waren verborgen, werden opgegraven. Kleine guerrillalegertjes, zogeheten četa’s, kwamen in actie. Telegraafpalen werden omver gehaald, bruggen werden opgeblazen en wegen werden geblokkeerd. Het was het begin van wat later de ‘Ilinden-opstand’ ging heten. Het doel: een autonoom Macedonië.
Ilinden-opstand: gedeelde nationale helden
De Ilinden-opstand speelt een hoofdrol in de Macedonische geschiedenisboeken. Samen met de eerste bijeenkomst van de Antifascistische Raad voor de Bevrijding van Macedonië in 1944 - niet toevallig ook op 2 augustus - is het een sleutelmoment in het ontstaan van de huidige staat Macedonië. Dat wordt ieder jaar 2 augustus herdacht met de Dag van de Republiek. De leiders van de Ilinden-opstand zijn nationale helden.
Dit geldt echter niet alleen voor Macedonië. Ook in Bulgaarse geschiedenisboeken heeft de opstand een prominente plek en staan de leiders ervan op een voetstuk. Dit leidde tot een langdurige ruzie. De basis ligt in de tweede helft van de 19de eeuw.
Congres van Berlijn
De Balkan maakte eeuwen deel uit van het Osmaanse Rijk, maar dit was in verval geraakt. Nadat de Turken in 1878 een verpletterende nederlaag hadden geleden tegen de Russen, kwamen de Europese grootmachten op het Congres van Berlijn bijeen om de inrichting van de Balkan te bepalen. Na de Vrede van Berlijn liepen er ‘harde’ grenzen door een gebied waar tot dan toe een mix van Albanezen, Bulgaren, Grieken, Serviërs, Turken, Vlachen en andere groepen samen had geleefd onder Osmaanse heerschappij. Roemenië, Servië en Montenegro werden namelijk erkend als onafhankelijke koninkrijken. Bosnië en Herzegovina bleven formeel onderdeel van het Osmaanse Rijk, maar werden bezet door Oostenrijk-Hongarije. Thessalië werd aan het sinds 1832 onafhankelijke Griekenland gegeven. Het kersverse koninkrijk Bulgarije had bij de Vrede van Stefano, nog maar een paar maanden eerder, Macedonië, Thracië en Oost-Roemelië toegewezen gekregen, maar deze gebieden bleven nu onderdeel van het Osmaanse Rijk.
Tegen het Osmaanse Rijk
In Bulgarije was de teleurstelling zo groot over dit verlies van invloed dat het Bulgaarse buitenlands beleid voortaan in het teken stond van de terugwinning van de rest van ‘Groot-Bulgarije’. De inwoners van Macedonië waren verdeeld in zij die dit verlangen deelden (‘Bulgaren’) en zij die verbolgen waren over het feit dat onafhankelijkheid aan hun neus voorbij was gegaan (‘Macedoniërs’). Beide partijen pakten de strijdbijl op tegen het Osmaanse Rijk. Četa’s pleegden in Macedonië en Thracië aanslagen op Osmaanse gezagsdragers en iedereen die met hen samenwerkte. De Turken sloegen hard terug.
Autonomie voor Macedonië
De anti-Turkse bevrijdingsbeweging was onderling sterk verdeeld. De belangrijkste groepering was de Interne Macedonische Revolutionaire Organisatie (Vătrešna Makedonska Revoljoecionna Organizacija, VMRO), opgericht op 23 oktober 1893 in Thessaloniki door zes onderwijzers uit Macedonië onder leiding van Damjan Groejev (1871-1906). De mannen van de VMRO wilden door het organiseren van een massale gewapende volksopstand autonomie afdwingen voor Macedonië. Volgens Macedonische historici zag Groejev autonomie als opmaat voor onafhankelijkheid, maar hun Bulgaarse collega’s zijn van mening dat hij streefde naar aansluiting bij Bulgarije. Het ‘interne’ in de naam moest in ieder geval benadrukken dat de VMRO handelde zonder hulp van buitenaf.
‘Staat binnen de staat’
Al snel trad Gotse Deltsjev (1872-1903) toe tot de VMRO-gelederen. Hij was vanwege zijn streven naar Macedonische onafhankelijkheid van de Bulgaarse militaire academie in Sofia getrapt en was eveneens werkzaam als onderwijzer. Hij hielp de organisatie groeien. Samen met Groejev bouwde Deltsjev een netwerk van revolutionaire cellen in Macedonië op. De VMRO ontwikkelde zich tot ‘staat binnen de staat’, beschikte over eigen rechtbanken, drukkerijen, politie, een postdienst én bommenfabrieken. Opvallend veel onderwijzers waren lid en andere leden van de middenklasse, maar de VMRO ronselde ook met succes onder boeren op het platteland.
Gedwarsboomd door concurrent
De grote concurrent was het in 1895 in het Bulgaarse Sofia opgerichte Opperste Macedonisch-Adrianopolitaanse Comité of, kortweg, Opperste Comité. Dit Vărhoven Komitet (VK) streefde nadrukkelijk naar aansluiting van Macedonië bij Bulgarije. De VMRO wilde zorgvuldig een grote opstand voorbereiden, terwijl het VK dat werk juist dwarsboomde met een aantal slecht georganiseerde en makkelijk door de Osmaanse autoriteiten onderdrukte verspreide opstandjes. Volgens Macedonische historici was dit een bewuste tactiek: met deze acties provoceerde het VK Turks ingrijpen waar vooral de cellen van concurrent VMRO in Macedonië zelf de dupe werden, terwijl de četa’s van het pro-Bulgaarse VK een veilig heenkomen konden zoeken in Bulgarije.
Gotse Deltsjev sneuvelt
De grote volksopstand waar de VMRO op hoopte, was gepland voor de feestdag van Sint-Elias in augustus 1903. Dag en nacht had geestelijk vader Gotse Deltsjev gewerkt aan de voorbereidingen, maar hij kwam op 4 mei bij een vuurgevecht met Turkse militairen om het leven. Hij heeft niet meer meegemaakt hoe de Ilinden-opstand uitliep op een faliekante mislukking. Grootschalige steun van de bevolking bleef namelijk uit. Het lukte de četa’s van de VMRO niet om de strategisch belangrijke stad Monastir in te nemen. Alleen in het stadje Kruševo werd het Osmaanse garnizoen verdreven door zo’n driehonderd opstandelingen. Zij riepen een republiek uit, maar die hield amper twee weken stand. Ze gaven zich over na een belegering van vier dagen door 5000 Osmaanse soldaten, die Kruševo met zware artillerie in de as legden.
De Turken namen op gruwelijke wijze wraak voor de Ilinden-opstand. Duizenden Macedoniërs werden als VMRO-sympathisanten vermoord en hun huizen werden platgebrand. Meer dan 50.000 vluchtelingen zochten hun heil in de bergen.
Macedonië opgedeeld
In de daaropvolgende decennia werd Macedonië na twee bloedige Balkanoorlogen en de Eerste Wereldoorlog opgedeeld. De Bulgaren hadden zich in de Eerste Wereldoorlog aangesloten bij de Centralen in een nieuwe poging om ‘Groot-Bulgarije’ te realiseren. Het Verdrag van Neuilly (1919) bepaalde dat Bulgarije nog slechts een klein deel van Macedonië mocht behouden. Dit schiep de omstandigheden voor een ommezwaai in de doelstellingen van de VMRO, die gedecimeerd door Turkse tegenacties na de Ilinden-opstand in Bulgarije een thuisbasis had gevonden. Het werd nu vooral een terreurinstrument in Bulgaarse handen om de wens tot het herwinnen van het aan Griekenland en de nieuw gecreëerde staat Joegoslavië ‘verloren’ grondgebied kracht bij te zetten.
Tegengeluid niet geduld
Iedereen die hier anders over dacht, liep gevaar. Zo werd in 1923 de Bulgaarse premier Aleksandar Stambolijski op beestachtige wijze vermoord, omdat hij toenadering zocht tot Joegoslavië. Zijn hoofd werd in een blik opgestuurd naar Sofia. In 1934 kwamen de Joegoslavische koning Alexander en de Franse minister van Buitenlandse Zaken Louis Barthou om het leven bij een aanslag in Marseille. Na die actie trok de Bulgaarse regering echter de handen af van de VMRO en werd de organisatie opgerold door het Bulgaarse leger.
Republiek Macedonië
Na de Tweede Wereldoorlog werd de wens van Groejev en Deltsjev dat er een aparte Macedonische staat kwam, alsnog verhoord. De Antifascistische Raad voor de Bevrijding van Macedonië realiseerde de stichting van de socialistische republiek Macedonie binnen de Joegoslavische federatie. Om uit de verschillende bevolkingsgroepen een eenheid te smeden werden een Macedonische standaardtaal én een Macedonische geschiedenis geïntroduceerd. Groejev en Deltsjev werden bestempeld tot nationale helden, de VMRO gold als een Macedonisch-nationalistische organisatie.
De nazaten van Deltsjev
Na het uitroepen van de onafhankelijkheid in 1991 werd het opbouwen van een eigen identiteit zo mogelijk nog belangrijker. Opnieuw speelde de geschiedenis een grote rol. Een van de twee grote politieke partijen in Macedonië draagt zelfs trots de naam VMRO-DPMNE (dit laatste staat voor: Democratische Partij voor Macedonische Nationale Eenheid) en zegt de ideologische opvolger van de in 1934 gesneefde VMRO te zijn.
Maar ook in Bulgarije is er met de rechts-nationalistische VMRO-BND (Bulgaarse Nationale Beweging) een politieke partij die claimt een nazaat van de VMRO te zijn. In Bulgaarse geschiedenisboeken wordt de VMRO afgeschilderd als een zuiver Bulgaarse verzetsbeweging tegen de Turkse overheersing die vóór het ideaal van een Groot-Bulgarije was. VMRO-voorlieden Groejev en Deltsjev zijn ook in Bulgarije nationale helden en net zoals in Macedonië siert hun beeltenis postzegels.
Macedonisch-Bulgaars conflict
De kern van het Macedonisch-Bulgaarse conflict over hun nationale helden is de Bulgaarse bewering dat de VMRO Groot-Bulgarije nastreefde. De Macedoniërs vreesden heimelijk Bulgaars irredentisme: streven naar het herwinnen van het verloren gebied. De Bulgaren op hun beurt verweten de Macedoniërs dat ze hun Bulgaarse wortels miskenden - een verwijt dat paste bij het feit dat Bulgarije wel de Macedonische staat, maar niet de Macedonische nationaliteit en taal erkende.
Respecteren
In de periode dat VMRO-DPMNE in Macedonië aan de macht was, ruziede het land met zijn buurlanden over de gedeelde geschiedenis. De huidige sociaaldemocratische premier Zoran Zajev heeft echter in 2017 met zijn Bulgaarse collega Bojko Borisov een vriendschapsverdrag getekend. Beide landen erkennen nu elkaars territoriale integriteit en zullen de rechten van de Bulgaarse en Macedonische minderheden binnen de landsgrenzen respecteren. Een commissie gaat proberen de verschillende visies op de gezamenlijke geschiedenis te verenigen.
Hiermee is een van de struikelblokken voor Macedonische toetreding tot de Navo en de EU weggenomen. En er zit ook schot in de onderhandelingen met Griekenland over de naamskwestie. Een reëel perspectief op toetreding tot de EU kan ook in de vele andere gevallen waarbij historische conflicten op de Balkan in de weg zitten, wellicht een positief effect hebben.
Dit artikel verscheen eerder in Geschiedenis Magazine.
Delen: