Het rapport waar de hele wereld het in 1972 over had

In 1972 bracht de Club van Rome zijn bekendste rapport uit over de milieuproblematiek. Het was eerder uitgelekt, dus de hele wereld had het er eigenlijk al over. Ook in Nederland werd het boek volop gekocht, gelezen en besproken: The Limits to Growth. Wat hield dit rapport in?

Uitgelekt concept
‘Rotaryclub voor het milieu’ wordt de Club van Rome wel genoemd. Het internationale gezelschap van vooraanstaanden uit het bedrijfsleven en de wetenschap werd in 1968 als onafhankelijk discussieplatform opgericht door de Italiaanse (auto-)industrieel Aurelio Peccei en de Schotse chemisch fysicus Alexander King. In diverse landen kwam er vanwege de grote belangstelling bij het publiek tevens een nationale afdeling. In Nederland gebeurde dit in 1971. Dit had alles te maken met de uitgelekte conceptversie van het eerste rapport dat de Club had laten maken: The Limits to Growth, opgesteld onder leiding van het echtpaar Donella en Dennis Meadows van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in het Amerikaanse Cambridge. Journalist Wouter van Dieren liet de concepttekst in 1971 uitlekken naar de pers, en journalist Willem Oltmans, bevriend met Aurelio Peccei, verzorgde dat jaar een uitzending over het rapport in het tv-programma Panoramiek.

Wereldwijde bestseller
The Limits to growth, dat in 1972 officieel verscheen, werd wereldwijd een bestseller en wakkerde het milieubesef in het Westen sterk aan. Het rapport haakte aan bij de groeiende zorgen over de natuur. In 1962 was het baanbrekende Silent Spring van de Amerikaanse biologe Rachel Carson verschenen, dat het ongebreidelde gebruik van pesticiden aan de kaak stelde, en de overmacht van de industrie in het algemeen. In 1964 werd het in het Nederlands vertaald: Dode lente. In de Verenigde Staten bestond sinds 1970 de succesvolle Earth Day (22 april) waarop wordt stilgestaan bij de impact van consumentengedrag op de aarde. In Nederland verscheen in 1972 ook de Urgentienota Milieuhygiëne van minister Louis Stuyt (KVP).

Er werden hier alleen al bijna een miljoen exemplaren verkocht van het goedkope Aulapocketje (fl. 2,50) getiteld Grenzen aan de groei, zo’n 10 procent van de wereldoplage. Het rapport van de Club van Rome was maandenlang hét onderwerp van gesprek. Iedereen die iets voorstelde in het publieke debat in Nederland, deed zijn zegje en de honger naar opinies leek onstilbaar. Zo liet Oltmans twee kloeke Nederlandstalige boeken verschijnen met 125 vraaggesprekjes met vooraanstaande politici en wetenschappers uit de hele wereld.

Autokerkhof bij Houston (Texas) in 1972. (Afbeelding: National Archives Washington, via Wikimedia Commons)
 

Inktzwart toekomstbeeld
Wat was de boodschap? De kern was dat de groei van de wereldeconomie binnen enkele decennia compleet zou vastlopen. Dit was met een computerprogramma berekend, waardoor het rapport voor velen een aureool van onweerlegbaarheid kreeg. Het was een typisch malthusiaanse studie. Thomas Malthus was de Engelse econoom en predikant die in 1798 waarschuwde dat de groei van de wereldbevolking onvermijdelijk zou leiden tot gebrek aan voedsel, hongersnoden en meer ellende, omdat de bevolking exponentieel groeide (1, 2, 4, 8, 16, 32, etc.) en de voedselproductie lineair (1, 2, 3, 4, etc.).

De snelle groei van de wereldbevolking na de Tweede Wereldoorlog werd in publicaties wel ‘The Population Bomb’ genoemd, zoals in The Limits of the Earth (1953) van Fairfield Osborne. De titel van het rapport van de Club van Rome verwijst duidelijk naar dit boek, waarin een inktzwart toekomstbeeld wordt geschetst. In Nederland hadden zorgen over de ‘bevolkingsexplosie’ bijvoorbeeld geleid tot overheidssteun voor het bevorderen van emigratie.

Grenzen aan de groei betrok niet alleen de bevolkingstoename, de voedselvoorziening en de uitputting van grondstoffen, maar ook de industriële productie en de vervuiling in de berekeningen. Het boek is beroemd geworden om zijn computermodellen, maar het bevatte ook bijzonder veel concrete gegevens over langetermijnontwikkelingen zoals de toenemende vervuiling van meren, de walvisvangst en de desastreuze effecten van het pesticide DDT.

Foto uit 1972 van een zieke boom, uit de serie Documerica: The Environmental Protection Agency's Program to Photographically Document Subjects of Environmental Concern. (Afbeelding: National Archives Catalog).

 

CO2-uitstoot
Donella en Dennis Meadows berekenden bovendien de interactie tussen deze ontwikkelingen. De versnelling van de bevolkingsgroei samen met de groei van de productie en het gestegen energiegebruik leverde gecombineerd gegevens op over onder andere de verwachte toename van vervuiling en het tempo waarin grondstoffen zouden opraken. Groei leidde in het model altijd wel ergens tot een onafzienbaar groot probleem.

Een mooi voorbeeld is de exponentiële toename van de uitstoot van CO2. Het is niet algemeen bekend dat de onderzoekers dit toen al rapporteerden. Ze beschouwden het als een groot vraagstuk, maar voorzagen wel een oplossing. Met de overschakeling op kernenergie zou de CO2-uitstoot tot stilstand kunnen komen ‘naar te hopen valt voordat het enig aantoonbaar ecologisch of klimatologisch gevolg heeft gehad’. Tegelijkertijd doemde het volgende obstakel op: volgens de berekeningen van het model steeg dan ook de hoeveelheid kernafval exponentieel, dat uiteraard veilig moest kunnen worden opgeslagen.

Geen groei meer
Zich verlaten op zulke technologische oplossingen om de gevolgen van de groei te maskeren zonder dat er verder iets veranderde, zag het rapport eigenlijk niet zitten. Nieuwe technologie, zoals het volgens het rapport aantrekkelijker alternatief van zonne-energie, was alleen toelaatbaar als die werd ingezet voor de beheersing van de groei. Dennis Meadows zei in zijn interview met Oltmans dan ook: ‘Growth must stop and it will stop.’

De enige groei die het rapport als mogelijk en positief zag, was de ontplooiing van de menselijke creativiteit, die de ruimte zou krijgen als men zich minder zou richten op materiële vooruitgang. Het rapport hoopte op een wereldomvattend evenwicht na omtreeks 2000: geen bevolkingsgroei, geen verdere groei van de industriële productie per hoofd van de bevolking, een betere en stabiele voedselvoorziening en een stabiele en zeer geringe vervuiling. Een en ander werd grafisch voorgesteld met een viertal horizontale lijnen in de 21ste eeuw. De enige daling betrof de grondstoffenvoorraad. De tegenstelling tussen deze en de voorafgaande reeks ‘groei’-grafieken, die steeds maar weer op catastrofes uitliepen, kon niet groter zijn.

Thomas Malthus (Afbeelding: John Linell, Iconographic Collections, via Wikimedia Commons, CC-BY-SA 4.0).
 

Doemdenken?
Hoe moeten wij nu, een halve eeuw later, het rapport beoordelen? Discussies gaan vaak over de vraag of de Club van Rome met dit pessimistische verhaal gelijk had, heeft gekregen of dreigt te krijgen. Het rapport is altijd bekritiseerd wegens zijn doemdenken, maar het heeft in zijn beeld van de 21ste eeuw ook optimistische trekken. Het kan door het gepropageerde stabiele wereldmodel met zijn rem op materialisme en groei van de creativiteit beter gelezen worden als een politiek programma: menselijke aanpassingen kunnen de catastrofe afwenden.

De opstellers van het rapport wilden de evenwichtstoestand die ze in de 21ste eeuw mogelijk achtten niet idealiseren, maar het commentaar dat de Club achter in het boekje toevoegde, deed dit wel. Het stelde een billijke verdeling van de mondiale rijkdom voor, en als de mensheid de aanbevelingen van het rapport serieus zou nemen en de groei zou stoppen, zag de Club een harmonische toekomst gloren.

Dit artikel verscheen in nummer 2 (2022) van Geschiedenis Magazine onder de titel: 'Het rapport van de Club van Rome'. Benieuwd geworden naar rapport, The limits to growth, dat de Club van Rome in 1972 uitbracht? Je kan het rapport hier volledig teruglezen.

Delen: