Het dodelijk effect van de Vikingen

Waarom vestigden de Vikingen zich eigenlijk op IJsland, Groenland en in Noord-Amerika? Volgens wetenschappers zou dat te maken hebben met de vraag naar walrusivoor. Maar er zitten toch helemaal geen walrussen bij IJsland?

Het ivoor van walrusslagtanden was in de Europese Middeleeuwen een kostbaar goed. Gespecialiseerde ambachtslieden versneden het tot luxe objecten die gretig aftrek vonden, tot in India aan toe. De vraag was enorm, maar het aanbod beperkt. Wetenschappers denken dat de voortdurende behoefte aan ivoor voor de handel een belangrijke reden voor de Vikingen was om kolonies te stichten op IJsland, Groenland en Noord-Amerika. Maar er leven al eeuwen geen walrussen bij IJsland. Wat zochten ze daar dan? Een team onderzoekers uit Denemarken, IJsland en het Arctisch Centrum aan de Rijksuniversiteit Groningen heeft nu aannemelijk gemaakt dat Vikingjagers er al snel na hun aankomst omstreeks 870 de walruspopulatie uitgeroeid hebben. Hun bewijs bestaat uit een combinatie van gegevens, o.a. nauwkeurig gedateerde walrusbotresten en oude plaatsnamen. Zouden kroniekschrijvers namen als  Hvallatúr (‘Plek waar walrussen zich voortplanten’) uit hun duim gezogen hebben? Onwaarschijnlijk. Dat er al zo vroeg dieren vanwege het gewin in het arctische gebied zijn uitgeroeid, was nog niet bekend. Men dacht dat dit begin 17de eeuw begon met de commerciële walvisvaart rond Spitsbergen. In het tijdschrift Molecular Biology and Evolution publiceerde het team zijn bevindingen. Een van de conclusies: zelfs de relatief simpele historische jacht pakte in dit kwetsbare ecosysteem desastreus uit; het is daarom de vraag of in de toekomst westerse exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen hier ooit mogelijk is, hoe ‘duurzaam’ ook.

Afbeeling: ca. 1596, Rijksmuseum Amsterdam.

Delen: