Gezondheidszorg 5300 jaar geleden

Helemaal fit zal Ötzi zich niet hebben gevoeld. De 5300 jaar oude ijsmummie Ötzi stierf waarschijnlijk aan een pijlwond, maar daarvoor had hij ook al last van zijn knieën, een flinke maag-darmparasiet en een rot gebit. Uit nieuw onderzoek blijkt echter dat hij zijn kwaaltjes niet zomaar hoefde te accepteren: zijn tatoeages en de kruiden die hij gebruikte wijzen op een verfijnd systeem van gezondheidszorg.

Ötzi, die in 1991 werd gevonden in de Italiaanse Ötztaler Alpen, was 45 toen hij overleed; behoorlijk op leeftijd voor een kopertijdman. Ötzi had halflang donderbruin tot zwart haar en bruine ogen. Met ongeveer 1,60 meter en 50 kg was hij klein van stuk. Hij werd vrij hoog in de bergen gevonden. Wat hij daar precies deed is niet te achterhalen: wellicht was hij een herder of was hij op jacht. In ieder geval was hij niet onvoorbereid op pad gegaan. Ötzi droeg een uitgebreide uitrusting: naast ingenieus gevoerde schoenen van twee soorten leer, een geitenleren lendenschort, beenbeschermers en jas, en een muts van berenvacht, had hij verschillende gebruiksvoorwerpen meegenomen. Zo droeg hij in een tasje aan zijn gordel meerdere vuurstenen voorwerpen, verder had hij een net bij zich, ronde dozen van berkenbast met daarin tondel en mogelijk een smeulend houtskooltje, een aantal – deels onafgewerkte – pijlen en een boog, een koperen bijl en twee soorten zwammen.

 

Reconstructie van Ötzi (Thilo Parg via Wikimedia Commons).

 

Zwammen tegen de pijn

Eerdere studies hadden al laten zien dat Ötzi de berkenzwammen die hij bij zich droeg, gebruikt kan hebben als ontstekingsremmer of antibioticum. In zijn maag is bovendien adelaarsvaren aangetroffen: een plant die kan dienen ter behandeling van maag-darmparasieten zoals de zweepworm waar Ötzi last van had. Ook zijn vele tatoeages hadden wellicht een medische functie.

Een soort acupunctuur

In een nieuw onderzoek, dat is gepubliceerd in de International Journal of Paleopathology, hebben wetenschappers Ötzi’s tattoos nader bekeken. Sommige lijnen en punten blijken zich precies daar te bevinden, op zijn pols en enkels, waar hij door ouderdom en slijtage last had van zijn gewrichten. Veel van de tatoeageplekken komen daarbij overeen met traditionele acupunctuurpunten. Het maken van de markeringen zal veel tijd in beslag hebben genomen. Gecombineerd met de verschillende kruiden en medicijnen die Ötzi gebruikte, wijzen de tatoeages op sterk ontwikkelde geneeskundige praktijken. Een dergelijke gezondheidszorg kan volgens de onderzoekers alleen ontstaan zijn met een langdurige systematische, proefondervindelijke aanpak: Ötzi’s voorouders bleven proberen, tot ze iets vonden wat werkte. De verzamelde kennis moet zo steeds verder zijn aangevuld en telkens zijn doorgegeven aan de volgende generatie.

Dit alles suggereert dat de cultuur waar Ötzi deel van uitmaakte enige kennis had van anatomie en min of meer wist hoe ziektes ontstaan en hoe ze te behandelen. Of Ötzi ook enige baat bij de behandelingen heeft gehad? Dat weten we niet.

Dit artikel is gebaseerd op een bericht dat verscheen op de website van Science.

 

Delen: