Elizabeth Stuart, aanjaagster van de Haagse hofcultuur

Een spilzieke vrouw die met haar ambities Europa in het ongeluk stortte – dat is de reputatie van Elizabeth Stuart. Zij leefde vanaf 1621 op uitnodiging van de Oranjes als balling in Den Haag. Ambitieus was ze zeker, maar spilziek niet. Voor het maartnummer interviewde Geschiedenis Magazine Elizabeths biografe Nadine Akkerman. Lees hier het artikel dat zij eerder voor ons schreef over deze ‘hartenkoningin’, haar politieke doelen en haar luxe leven, waar de Haagse hofcultuur zo van opbloeide.

Den Haag in de Gouden Eeuw

Den Haag was begin 17de eeuw een geolied militair regeringscentrum, maar het hart van de Republiek klopte elders. Maurits van Nassau, stadhouder en prins van Oranje, had acht bastaardzonen bij zes verschillende vrouwen, maar hij is nooit getrouwd geweest. Dit betekende dat hij geen wettige echtgenote had die zijn Haagse hof opluisterde. En dat was te merken. In levendigheid legde de hofstad het rond 1600 zonder meer af tegen de bloeiende handelsstad Amsterdam of de illustere universiteitsstad Leiden.

Maar Den Haag bloeide op in de jaren 1620. Het aantal opdrachten aan schilders, edelsmeden, beeldhouwers en andere kunstenaars nam toe en de straten en pleinen in Den Haag kregen kleur door verklede ruiters die optraden in processies en deelnamen aan toernooien. Tot diep in de nachtelijke uurtjes genoot men er van hofbals en toneel. Tijdens een maskerade in 1624 zouden hovelingen zelfs zo wild hebben gedanst dat dit een dijkdoorbraak in Vianen ten gevolge had gehad, aldus Henricus Rosaeus, predikant van de Haagse Kloosterkerk, die dergelijk entertainment als verderfelijk afdeed.
 

Frederik V van de Palts en zijn vrouw Elizabeth Stuart waren een jaar het koningspaar van Bohemen tot ze werden verjaagd en in 1621 ballingen werden in Den Haag. Ze waren als vorsten hoger in rang dan hun gastheer, prins Maurits. Bezoekers moesten altijd eerst bij hen op audiëntie. Afbeelding: Maurits met zijn gasten te paard, bij de Hofvijver, 1621, door Pauwels van Hillegaert, Rijksmuseum Amsterdam

 

Amalia van Solms

Deze opbloei van kunst en cultuur in de hofstad werd gedragen door mecenassen. Een van hen was Amalia van Solms. Zij was in 1625 getrouwd met Frederik Hendrik, de opvolger van Maurits en dus de nieuwe stadhouder en prins van Oranje. Amalia was echter niet de enige weldoenster. Het was juist uit rivaliteit met een andere vrouwelijke mecenas dat ze zoveel geld uitgaf. Dit was Elizabeth Stuart, keurvorstin van de Palts en koningin van Bohemen. Zij en haar man Frederik waren sinds 1621 ballingen in Den Haag en hadden een eigen hof, dat vele opdrachten verstrekte – een belangrijke culturele impuls. Amalia en Elizabeth kenden elkaar goed. Ze waren namelijk samen uit Bohemen gekomen, Amalia als Elizabeths hofdame. 

De onderlinge competitie tussen Amalia en Elizabeth stimuleerde de culturele bloei van Den Haag enorm. Omdat de dames steeds probeerden elkaar de loef af te steken, kreeg het voorheen bescheiden Den Haag een allure die deed denken aan de Europese vorstenhoven waar geen stadhouders maar koningen en keizers zetelden.

Hoe Elizabeth Stuart in Nederland terecht kwam

De protestantse Elizabeth was in 1596 geboren als de dochter van de Schots-Engelse koning Jacobus. In 1613 trouwde ze met Frederik V, keurvorst van het Paltsgraafschap aan de Rijn en een van zeven keurvorsten van het Heilige Roomse Rijk. Toen in 1619 de Habsburgse keizer en koning van Bohemen Matthias stierf, werd zijn katholieke neef Ferdinand als nieuwe keizer gekozen. De vertegenwoordigers van de vijf Boheemse landen protesteerden echter tegen zijn kandidatuur als koning van Bohemen, want zij wilden geen katholieke vorst – dit was midden in de tijd van de godsdienstoorlogen. Ze braken met de gewoonte dat de Habsburgse keizer ook meteen koning van Bohemen werd en boden de kroon aan Ferdinand van de Palts aan. Hij voelde zich verplicht deze titel te aanvaarden om de protestantse belangen te behartigen. Frederik en Elizabeth ruilden hun kasteel met zijn prachtige tuinen in Heidelberg in voor een kasteel in Praag. In november 1619 werd het paar hier officieel gekroond als koning en koningin van Bohemen.          

Keizer Ferdinand verzette zich echter tegen zijn onttroning. In de slag bij de Witte Berg bij Praag in november 1620, de eerste grote veldslag van de Dertigjarige Oorlog, werden de protestantse legers van Frederik verslagen door de katholieke troepen van de keizer. Elizabeth nam haar taak als vorstin zeer serieus. Hoewel hoogzwanger wilde ze haar onderdanen niet teleurstellen door te vluchten. Het kanonvuur kwam steeds dichter bij maar Elizabeth weigerde Praag te verlaten. Dezelfde Engelse ambassadeurs die tevergeefs hadden geprobeerd Ferdinand en Frederik te verzoenen, moesten haar dwingen de stad de rug toe te keren. 

Wat moest hun bestemming worden? Frederik slaagde er niet in zijn legers te reorganiseren. Niemand stond immers te springen om een vogelvrije prins te verdedigen. Ook konden Elizabeth en Frederik niet terugkeren naar Duitsland: de Palts werd overspoeld door Spaanse legers die zich samen met de keizer als een blok tegen de protestanten keerden. Asiel in de Republiek der Nederlanden leek de beste optie. De Oranjeprinsen Maurits en Frederik Hendrik waren halfbroers van Frederiks moeder Louise Juliana van Nassau. Toen Elizabeth in Berlijn beviel van een zoon, noemde ze hem Maurits, om hun medestander in de Lage Landen, de prins van Oranje, vast gunstig te stemmen. 

Haar vader probeerde in elk geval een terugkeer naar Engeland te ontmoedigen: Elizabeths aanwezigheid in Londen zou immers anti-Spaanse gevoelens kunnen aanwakkeren, net nu er zicht was op een huwelijk voor zijn zoon Karel met een Spaanse prinses. Die mogelijke verbintenis kon de sleutel zijn tot vrede tussen Frederik en Spanje. Teruggave van de Palts werd onderdeel bij de huwelijksonderhandelingen. Een verblijf in Den Haag in plaats van Londen had ook politiek gezien voor Jacobus een groter tactisch voordeel. In Den Haag waren Britse soldaten gelegerd, die al sinds jaar en dag in het staatse leger van Maurits meevochten. De lijfelijke aanwezigheid van een Engelse prinses kon daar het moraal hoog houden.
 

Elizabeth is in de Nederlandse herinnering terechtgekomen als een verkwistende excentrieke dame die zonder scrupules op kosten van de Staten Generaal de bloemetjes buitenzette, en die zich op haar koninklijke titel liet voorstaan om First Lady Amalia van Solms af te troeven. Op deze prent, meer dan een eeuw na haar dood gemaakt in 1766, is een gemaskerde Elizabeth op het ijs bij Arkel te zien. Links van haar Frederik. Rijksmuseum Amsterdam. 

 

Elizabeth Stuart, de Winterkoningin

Maurits nodigde het paar inderdaad uit naar de Republiek te komen, misschien uit wroeging: hij had zijn neef aangemoedigd de kroon van Bohemen te accepteren. De Staten-Generaal zaten er vervolgens mee opgescheept; ze gingen akkoord uit angst keizer Ferdinand tegen het hoofd te stoten. Frederik en Elizabeth, door hun vijanden spottend Winterkoning en Winterkoningin genoemd daar ze maar één volledige winter in Bohemen regeerden, werden ondergebracht in het huis van de enige jaren eerder geëxecuteerde landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt. Ook kregen zij het naastgelegen huis van diens verbannen schoonzoon Cornelis van der Mijle tot hun beschikking. Cornelis’ echtgenote kreeg de twijfelachtige eer om in haar eigen huis te mogen blijven wonen als hofdame van Elizabeth. 

Om hun Haagse hofhouding van 223 man – inclusief schoenpoetser, sommelier en stalmeester – in stand te houden, hadden deze hoge ballingen heel wat geld nodig. De Staten-Generaal voorzagen gedeeltelijk in het levensonderhoud van Elizabeth en Frederik, die in 1632 bij een verblijf in Mainz overleed aan de pest, door de eerste jaren de huur van deze panden op zich te nemen en de gewestelijke Statencolleges keerden pensioengelden voor de kinderen uit. De Engelse regering zegde jaarlijks een ruime toelage toe, aangevuld met een kinderbijslag (het paar zou dertien kinderen krijgen). Ook ontving het echtpaar geld voor het salaris van de leraren en overige bedienden van de crèche: het Prinsenhof aan het Rapenburg in Leiden. De kinderen werden namelijk tot hun elfde jaar buitenshuis opgevoed zoals dat de gewoonte was bij de Schotse aristocratie. Het hof raakte al snel in financiële problemen toen bleek dat de schatkist van Elizabeths vader niet zo rijkelijk gevuld was dat de beloofde toelages ook werkelijk regelmatig konden worden uitgekeerd. 

Elizabeth Stuart, Queen of Hearts

Het voeren van een rijke hofstaat en het mecenas spelen zonder bijbehorende inkomsten waren geen frivole liefhebberijen van Elizabeth. Dit is alleen wél haar imago geworden. Ze staat bekend als spilziek en ze zou een klaploper zijn geweest. Ze zou enkel geïnteresseerd zijn geweest in toneelstukken, maskerades en het lezen van romantische vertellingen. Ook zou ze meer aandacht voor haar honden en aapjes hebben dan voor haar kinderen. De tomeloze ambitie van de ‘Helena van Duitsland’ zou Europa in de Dertigjarige Oorlog hebben gestort, zoals de klassieke Helena aan het begin van de Trojaanse Oorlog stond, ook al is er geen enkel historisch bewijs voorhanden dat ze haar man heeft aangezet tot het accepteren van de kroon van Bohemen. Dit negatieve beeld van Elizabeth dat zich in ons historisch bewustzijn heeft verankerd, is echter slechts een samenraapsel van anekdotes, afkomstig uit dagboeken van rancuneuze familieleden of uit katholieke propaganda. 

Uit Elizabeths eigen correspondentie komt een ander beeld naar voren. Er zijn inmiddels zo’n tweeduizend brieven bekend. Ze laten het handelen zien van een vrouw die volledig politiek geëngageerd was. De honderden brieven, vaak in cijfercode, die ze schreef aan staatshoofden, diplomaten, kerkleiders en spionnen, hadden een duidelijk doel: het terugwinnen van de verloren landen in Duitsland voor haar kinderen. Ook probeerde ze haar hof van de financiële ondergang te redden: zo trachtte ze haar weduwenpensioen uitgekeerd te krijgen, belegde ze juwelen en handelde ze in staatsobligaties. Door spaarzaam om te gaan met haar geld kon ze in 1638 een omvangrijk leger financieren. Het werd echter compleet verslagen, waardoor ze in één klap haar hele vermogen kwijtraakte. 
 

Elizabeth zag haar bestedingspatroon als investering in de toekomst van haar kinderen. Door het zichtbaar maken van haar koninklijke status op portretten bijvoorbeeld hoopte ze macht en aanzien af te dwingen. Op dit weduwenportret uit 1635 van Gerard van Honthorst staan dus kroon én scepter.

 

Toen ook vanaf begin jaren veertig de koning van Engeland, sinds 1625 haar broer Karel I niet langer in staat was om haar toelages uit te keren omdat hij zelf in een burgeroorlog verzeild was geraakt, kwam Elizabeth pas echt in geldnood. Als ‘Queen of Hearts’ leefde ze vervolgens op krediet, maar regeerde nog wel over de harten van ‘haar’ volgelingen: met haar charisma nam zij mensen voor zich in, soldaten bleven voor haar vechten en ambassadeurs bleven voor haar onderhandelen. 

Ook het vasthouden aan haar rijke hofstaat was een middel in de strijd. Door nimmer haar koningstitel op te geven, zich vorstelijk te blijven gedragen en zich dienovereenkomstig af te laten beelden op portretten, kon zij haar politiek handelen legitimeren en aanspraak blijven maken op de verloren landen voor haar kinderen. In 1648 accepteerde zoon Karel Lodewijk een gedeeltelijke teruggave van de Palts bij de Vrede van Westfalen: hij kreeg de helft van de erflanden van zijn vader terug en moest de keurvorstelijke titel en privileges delen met Beieren. In 1636 had Elizabeth dit compromis nog van tafel geveegd: zij was voor alles of niets. In 1662 overleed ze.

 

Dit artikel verscheen eerder in Geschiedenis Magazine 2015-1.

Delen: