EEUWIGE RAADSELS | De verdwenen kolonie

Vreemde verdwijningen, mysterieuze verschijningen, raadselachtige plekken… De geschiedenis zit vol onopgeloste raadsels. Wat is er eigenlijk precies gebeurd? Daarover liggen wetenschappers (en anderen) nog wel eens met elkaar in de clinch. Geschiedenis Magazine dook in enkele van deze mysterieuze geschiedverhalen én hun mogelijke verklaringen. Lees hier de derde aflevering: de verdwenen kolonie op Roanoke.

18 augustus 1590. Na een zware zeereis voelt John White eindelijk het zandstrand van Roanoke weer onder zijn voeten. Drie jaar eerder was het de koloniale gouverneur gelukt de eerste Engelse kolonie in Amerika te stichten. Brieven van White doen verslag van de moeilijke omstandigheden die hem dwongen Roanoke snel weer te verlaten. De kolonisten, waaronder zijn vrouw, dochter en kleindochter, liet hij op het eiland achter. Nu, drie jaar later, is hij weer terug en rent het strand over naar de nederzetting. Maar daar stuit hij op een houten omheining. Die stond er nog niet toen hij wegging. In de poort is het woord ‘CROATOAN’ gekerfd. Verderop ontdekken zijn mannen de letters ‘CRO’ in een boom gesneden. White gaat het hek door, de nederzetting binnen: de kolonie is totaal verlaten. De huizen zijn leeggehaald en de boten verdwenen. Er is geen spoor van leven, zelfs niet van doden. Wat is er gebeurd met de kolonie op Roanoke?

Een hoopvolle ambitie
Met de ontdekking van de Nieuwe Wereld in 1492 door Columbus, barstte er een strijd los tussen Europese staten om een stukje van dit ‘nieuwe’ continent. Ook de Britse koningin Elizabeth had de ambitie om deze ‘barbaarse’, onchristelijke gebieden te koloniseren. Rijkdommen lonkten, een doorsteek naar Azië zou handig zijn en een uitvalsbasis voor aanvallen op de Spaanse schatvloten zou goed van pas komen. In 1584 machtigde Elizabeth de Brit Sir Walter Raleigh om de eerste permanente Engelse nederzetting in Noord-Amerika te stichten. Het eiland Roanoke, voor de kust het huidige North Carolina, leek hem daarvoor een geschikte plek.

Een kaart van de oostkust van Noord-Amerika uit 1585 door John White. Het roze eilandje is Roanoke. Publiek domein.

 

Raleigh ging direct van start. Hij stuurde twee verkenningsschepen naar het gebied. Ze kwamen terug met rooskleurige verhalen: de lokale indianen zouden gastvrij zijn en Roanoke had een strategische ligging. De koningin was verrukt en gaf het gebied waartoe het eiland behoorde de naam Virginia. Raleigh kreeg op zijn beurt de titel ‘Knight Lord and Governor of Virginia’. Dit hoopvolle enthousiasme zou de Engelsen echter snel vergaan…

De eerste mislukking
Raleigh gaf zeeman en militair Richard Grenville de taak om de kolonie te vestigen. In 1585 vertrok Grenville met kolonisten naar het eiland: hij stichtte de nederzetting en keerde zelf snel weer huiswaarts. Onder de belofte spoedig terug te keren gaf hij gouverneur Ralph Lane de leiding en liet hem met 107 mannen achter.

William Segar, Sir Walter Raleigh, 1598, publiek domein.

 

De kolonisten kregen het zwaar. Tijdens de heenreis waren veel van de schepen met proviand vergaan, waardoor de achtergeblevenen al snel waren aangewezen op voedsel van de lokale bevolking. Hun relatie met deze oorspronkelijke bewoners werd echter hoe langer hoe slechter. Daar kwam bij dat van goud en zilver – waar veel kolonisten op gehoopt hadden – geen spoor te ontdekken viel. Toen er op een dag een Engels schip langs voer, hadden de kolonisten hun keuze snel gemaakt: ze besloten mee te gaan en het eiland achter zich te laten.

Nog geen twee weken later kwam Grenville op het eiland aan. Een oorspronkelijke bewoner vertelde hem over de evacuatie, waarop Grenville vijftien nieuwe kolonisten achterliet. Het ging niet lang goed. Kort nadat Grenville was vertrokken werden ze aangevallen door lokale stammen en vermoord.

Als sneeuw voor de zon
Het weerhield Raleigh er echter niet van om een nieuwe poging te ondernemen. Vol goede moed stuurde hij twee jaar later, in 1587, de cartograaf en kunstenaar John White als koloniale gouverneur erop uit. Onder de kolonisten die hem vergezelden bevonden zich dit keer ook vrouwen en kinderen, waaronder Whites eigen vrouw en zwangere dochter. Wat ze aantroffen was beroerd. Menselijke beenderen leverden tastbaar bewijs van het lot van hun voorgangers. Het door de eerdere kolonisten gebouwde fort was afgebroken en de huizen waren overwoekerd door meloenplanten. In de hoop niet hetzelfde mee te maken, probeerden de kolonisten een wapenstilstand te sluiten met de lokale bevolking – maar tevergeefs. Uiteindelijk smeekten ze White terug te keren naar Engeland en hulp te halen.

Whites dochter beviel op Roanoke van een dochter. Omdat zij de eerste christelijke baby was die in Virginia geboren werd, werd zij Virginia gedoopt. William Ludwell Sheppard, Doop van Virginia Dare, 1876, publiek domein.

 

White was van plan snel terug te komen, maar alles leek hem tegen te zitten. In 1588 werd zijn met voorraden beladen vloot aangevallen door Franse piraten. De bemanning werd gedood en de schepen geplunderd. Vervolgens gooide de Engels-Spaanse oorlog roet in het eten. Geen schip mocht de Engelse havens verlaten, omdat de hele vloot nodig was voor een tegenaanval op de Spaanse Armada. Pas in 1590 kon White weer naar de kolonie, maar met achterlating van de mysterieuze woorden ‘CROATOAN’ en ‘CRO’ waren de kolonisten als sneeuw voor de zon verdwenen. Wanhopig over het lot van zijn familie startte White een zoektocht. Slecht weer en een gebroken ankerkabel van één van de schepen dwongen hem echter terug naar Engeland te zeilen, zonder dat hij ooit zou weten wat er van de kolonie terecht was gekomen. Ook bij Raleigh was de verslagenheid groot. Hij zou geen poging meer ondernemen om het vervloekte Virginia te koloniseren.

Een impressie van White en zijn bemanning bij de ontdekking van het verlaten fort. William Ludwell Sheppard en William James Linton, De Verloren Kolonie, 1876, publiek domein.

 

Vergeefse zoektochten
De kolonie bleef de gemoederen in het thuisland echter bezighouden. Er werden verschillende expedities op touw gezet om de verloren nederzetting te vinden. Kapitein John Smith reisde in 1607 naar het gebied en liet zich door de lokale bevolking vertellen over onder meer de plaatsen ‘Ocanahonan’ en ‘Panawicke’, waar mensen gekleed in Europese kleding in huizen van steen zouden woonden. Misschien waren de verloren kolonisten daar terechtgekomen? Op het spoor kwam Smith de kolonisten echter niet.

Waterverftekening van John White van een stam in North Carolina, 1585, publiek domein.

 

Bijna een eeuw later, in 1701, deed ontdekkingsreiziger John Lawson tijdens een verkenning in het gebied een andere ontdekking. Bij zijn bezoek aan Hatteras-eiland, zo’n 85 kilometer ten zuiden van Roanoke, vertelden de Hattera’s hem dat verschillende van hun voorouders wit waren geweest. Bovendien had de Engelse cultuur duidelijk haar sporen nagelaten. Volgens Lawson kon dit maar één ding betekenen: de verloren kolonisten waren met de Hattera’s gaan samenleven, nadat ze de hoop hadden verloren ooit nog iets uit hun thuisland te vernemen. Hiermee leek het raadsel opgelost.

Of toch niet? Met het ontstaan van de archeologie in de 19de eeuw kon de Verloren Kolonie rekenen op hernieuwde belangstelling. Verschillende archeologen deden opgravingen om sporen van de eerste permanente Engelse nederzetting in Noord-Amerika te achterhalen. Maar doorslaggevend bewijs vonden ze niet: het bleef onzeker of hun vondsten afkomstig waren van de groep kolonisten die zich in 1587 vestigde of van hun voorgangers van twee jaar eerder. Bovendien had oevererosie veel van het archeologisch materiaal weggespoeld. Ook het genetisch onderzoek dat sinds 2005 wordt gedaan levert weinig op: er zijn immers nooit stoffelijke resten van de verloren Roanokers gevonden.

Opgegaan in inheemse stammen?
Vanwege het uitblijven van een sluitend antwoord, blijft het lot van de Verloren Kolonie onderwerp van discussie. De bekendste en meest aannemelijke aanname is de reeds door Lawson gemunte theorie dat de kolonisten in aanraking kwamen met lokale stammen en zijn geassimileerd. De vraag blijft echter bij welke stam de kolonisten zich aansloten. Was het de Croatoan-stam, omdat White die naam op het houten hekwerk en de boom aantrof? Deze Croatoanen zouden dan de voorouders zijn geweest van de Hatteras-stam die Lawson in 1701 aantrof. Of zou het eerder een stam op het vasteland zijn geweest? Op sommige 17de-eeuwse kaarten werd met ‘Croatoan’ namelijk een locatie op het vasteland aangeduid. 

Een archeologische opgraving in 2009 door de First Colony Foundation op de plek waar de Verloren Kolonie was gesticht, nu het Fort Raleigh National Historical Site. Publiek domein.

 

Volgens onderzoekers van de First Colony Foundation, een Amerikaanse non-profit organisatie die archeologisch en historisch onderzoek doet naar de Verloren Kolonie, zouden de kolonisten zijn vertrokken naar een stam op de mysterieuze ‘site X’. Op een kaart uit die tijd ontdekten zij een nederzetting vijftig kilometer ten noorden van Roanoke die later onzichtbaar was gemaakt. Archeologisch onderzoek op site X leverde Tudor-aardewerk en wapens op. Maar of dit om materiaal van de Verloren Kolonie gaat blijft onbewezen.

Schipbreuk, geheime plantage, religieuze samenzwering…
Of was er helemaal geen sprake van assimilatie? Enkele auteurs van populair-historische boeken over de kolonie beweren dat de kolonisten al snel na het vertrek van White zelf ook probeerden terug te keren naar hun thuisland. Maar dit mislukte: op de terugweg leden ze schipbreuk en is er niks meer van ze vernomen. Ingenieur Phillip McMullan en amateurarcheoloog Fred Willard beweren zelfs dat de kolonisten nooit echt zijn verdwenen. Volgens hen diende de expeditie slechts als rookgordijn, om een andere onderneming te verbloemen: het geheim oogsten van sassafrasplanten. De sassafrasolie die dit opleverde zou Raleigh vervolgens als wondermiddel duur verkocht hebben in Engeland.

Een botanische tekening van de sassafrasplant uit 1890. Publiek domein.

 

Volgens weer anderen was een geloofskwestie de oorzaak voor de verdwijning. Zo is antropoloog Lee Miller ervan overtuigd dat Sir Francis Walsingham, principal secretary van koningin Elizabeth I, een geheim plan beraamde om van Engeland een protestantse wereldmacht te maken. Raleigh was hierachter gekomen en wilde hem dwarsbomen. Maar Walsingham stond dat niet toe: hij ontvoerde Raleighs aanhangers en dumpte ze op het eiland Roanoke. Of waren het toch de Spanjaarden die verantwoordelijk waren voor de verdwijning? Zij zouden Roanoke willen inlijven en vielen daarom de Engelse kolonisten aan die nog net op tijd wisten te vluchten.

Dubieuze inscripties
En dan zijn er nog enkele twijfelachtige ‘vondsten’. Een eik op het Hatteras-eiland met de inscriptie ‘CORA’ zou volgens schrijver Scott Dawson bewijzen dat de Roanokers zich gevestigd zouden hebben op Coranine op het vasteland. En een reeks stenen met inscripties die verhalen over de reis en het einde van de kolonisten, zouden geschreven zijn door de dochter van White. Maar de meeste historici denken er anders over: de stenen zijn vals.

Een artistieke impressie van de eerste ‘Dare Stone’. Sommigen beweren dat deze steen wel ‘echt’ zou zijn. Op de steen staat, vertaald naar hedendaags Engels: ‘Ananias Dare & Virginia went to Heaven, 1591. Any Englishman show [this rock to]  John White, Governor of Virginia’. Nesnad 2018, Wikimedia Commons.

 

Eén ding is duidelijk: de verloren kolonie blijft de gemoederen bezighouden. Zal er ooit doorslaggevend bewijs worden gevonden? Vooralsnog zijn er vooral veel theorieën en speculaties. Wat denkt u dat er met de kolonisten is gebeurd?

Delen: