Dromen van de monarchie: Wilhelm II en de nazi’s

‘De Hohenzollerns moeten leren dat de tijd van ruiterstandbeelden voor adellijke nazaten voorbij is.’ Katja Kipping, voorzitster van Die Linke, gooide kortgeleden nog eens olie op het vuur in een fel debat over de voormalige Duitse keizerlijke familie. Wilhelm II, de laatste keizer, deed al een hele eeuw terug afstand van de troon, maar zoals Jacco Pekelder bespreekt: de politieke keuzes van hem en zijn zoon zijn uiterst actueel.

De ongewilde aanstichter van het Duitse debat over de Hohenzollerns eind 2019 was Wilhelms in 1976 geboren achterachterkleinzoon Georg Friedrich, prins van Pruisen. Deze huidige ‘Chef’ van de Hohenzollern-dynastie bleek een claim te hebben ingediend bij de Duitse overheid: de prins eist teruggave van of schadeloosstelling voor kunstvoorwerpen en paleizen die direct na de Tweede Wereldoorlog in de Sovjetbezettingszone in Oost-Duitsland zijn geconfisqueerd. 

 

Wilhelm II in 1910 door A.E. Hering, publiek domein via wikimedia commons.

 

Nuchter beschouwd maakt de prins gewoon gebruik van een wet uit 1994. Velen vinden het echter moreel verwerpelijk dat de voormalige keizerlijke familie nog eens een beroep doet op de staatskas. Na 1918 waren de Hohenzollerns door de nieuwe Republiek van Weimar immers al uiterst genereus behandeld: de keizer kreeg meteen al hele forse geldbedragen uit Berlijn en de republiek gaf hem in 1926 bij verdrag een groot aantal bezittingen in Duitsland terug.

Bovendien zijn er juridische complicaties. Volgens de wet hoeft compensatie of teruggave niet plaats te vinden als de ‘erflater’ het ‘nationaalsocialistische systeem aanzienlijke steun’ heeft verleend. Maar dit is nu juist het punt. Kroonprins Wilhelm (1882-1951) én zijn vader, ex-keizer Wilhelm II (1859-1941), hebben wat dit betreft geen brandschone handen.

 

Hitler, kroonprins Wilhelm (met bontmuts) en Hermann Göring op 21 maart 1933 bij de opening van de Rijksdag(via Wikimedia).

 

Hitler in beeld
In Nederland droomde de ex-keizer in zijn ballingsoord Doorn nog tot in de jaren dertig van herstel van de monarchie. Zijn miniatuurhofhouding volgde de politieke ontwikkelingen in Duitsland nauwlettend. Wilhelm probeerde met boeken, artikelen en interviews de Duitse publieke opinie te beïnvloeden, mede omdat hij begon te beseffen dat het keizerschap voortaan brede steun van ‘het volk’ behoefde.

Met vele andere conservatieven speurde de keizer daarom ‘op rechts’ naar een massapartij die de arbeiders weg zou kunnen lokken van de sociaaldemocratische SPD en de communistische KPD. Zo raakte hij geïntrigeerd door de nazi’s, al stuitten hun ‘socialisme’ en volkse platheid hem tegen de borst. In september 1930 kwam Adolf Hitler definitief in beeld als de man die de keizer weer naar de troon zou leiden: bij de Rijksdagverkiezingen schoot zijn NSDAP van 12 naar 107 zetels.

Hoe ver waren de Keizer en de kroonprins bereid te gaan in hun samenwerking met Hitler? Hoe stonden ze tegenover het nazistische gedachtengoed? En welke gevolgen had hun toenadering? U leest het in het mei/juninummer van Geschiedenis Magazine, vanaf 22 mei in de boekhandel!

Delen: