Drie vragen aan: Richard Hoving

In Drie vragen aan… interviewen we historici over hun meest recente onderzoek aan de hand van drie vaste vragen: Waar bent u mee bezig? Wat heeft u ontdekt? En waarom is dit belangrijk? Deze keer is de beurt aan Richard Hoving. Hij promoveerde onlangs aan de Rijksuniversiteit Groningen op de biografie van de Duitse oorlogsmisdadiger Josef Kotalla.

Waar bent u momenteel mee bezig?


De afgelopen zes jaar heb ik naast mijn baan als journalist bij het AD gewerkt aan de biografie van SS’er Josef Kotalla, de beul van Amersfoort en één van de Drie van Breda. De andere twee Duitse gevangenen in de koepelgevangenis in Breda waren Ferdinand aus der Fünten en Franz Fischer, beiden hoofdrolspelers in de Nederlandse Jodenvervolging. Na mijn promotie en de verschijning van de handelseditie van mijn proefschrift, denk ik na over een nieuw onderzoek. De kans is groot dat ik weer bij de Tweede Wereldoorlog uitkom. Er zijn nog zoveel verhalen die moeten worden onderzocht en verteld. Ondertussen reageer ik op e-mails en andere berichten waarin ik word aangesproken op mijn boek. De oorlog in het algemeen en Kotalla in het bijzonder roept nog altijd veel emoties op.

Wat heeft dit onderzoek tot nu toe opgeleverd?


Ik presenteer in mijn onderzoek geen compleet nieuw beeld van Josef Kotalla. Hij is en blijft de beul van Amersfoort. Maar doordat ik mij in zijn leven heb verdiept, is voor het eerst de vraag beantwoord hoe hij kon uitgroeien tot een van de beruchtste Duitsers die in Nederland rondliep tijdens de oorlog. 

Kotalla had psychische problemen door een hersenbeschadiging die hij opliep in zijn jeugd. Maar dat is niet de enige verklaring voor zijn gewelddadige optreden. Hij werd ook gedreven door ambitie. Door hard op te treden tegen gevangenen in Kamp Amersfoort maakte hij carrière. Dat was hem nog niet eerder gelukt in zijn leven. Kotalla stond altijd in de schaduw van zijn succesvolle vader en broers. In Amersfoort werkte hij zich ten kostte van de gevangenen omhoog. Een derde bepalende factor voor zijn brute optreden was de omgeving waarin hij werkte. In Kamp Amersfoort was geweld de norm.

Waarom is het belangrijk dat dit aan het licht komt?


Biografisch onderzoek leert ons niet alleen iets over een persoon, maar ook over het grotere geschiedverhaal. In mijn boek verdiep ik me aan de hand van het levensverhaal van Kotalla bijvoorbeeld in de bestaande kennis over Kamp Amersfoort. Mijn onderzoek werpt ook nader licht op de rechtspleging na de oorlog. Ik heb het proces tegen Kotalla uitvoerig bestudeerd en kom tot de conclusie dat tijdens zijn rechtsgang niet is bewezen dat hij gevangenen heeft doodgeslagen of –geschopt in het kamp. Op grond van de 77 executies die hij in Amersfoort heeft uitgevoerd, is Kotalla volgens de geldende wetten terecht ter dood veroordeeld in december 1948. Het bewijs voor het doodslaan van gevangenen werd tijdens zijn proces echter niet geleverd, maar dat weerhield het Bijzonder Gerechtshof er niet van hem hier wel voor te veroordelen.


Richard Hoving, De beul van Amersfoort. Biografie van Josef Kotalla (1908-1979), Uitgeverij Prometheus, €24,99
 

Delen: