Drie vragen aan: Koen de Vos

In Drie vragen aan… interviewen we historici over hun meest recente onderzoek aan de hand van drie vaste vragen: Waar bent u mee bezig? Wat heeft u ontdekt? En waarom is dit belangrijk? Deze keer is de beurt aan Koen de Vos. De Vos studeerde Romaanse filosofie in Gent, Rome en Bologna, met als zwaartepunt Italiaanse taal- en letterkunde. Hij deed onderzoek naar genieën uit Florence. Want waarom kwamen er eigenlijk zo veel renaissancekunstenaars en geleerden uit die Italiaanse stad?

Waar bent u op dit moment mee bezig?

Ik richt me op Florence in de renaissance en meer specifiek op de periode van eind 14de eeuw tot ongeveer 1530. Dit was Florences gouden eeuw, vergelijkbaar met de gouden zeventiende eeuw van Amsterdam. De stad was toen de culturele hoofdstad van Europa en de plek waar tal van befaamde kunstenaars, geleerden en ontdekkingsreizigers opgroeiden zoals Leonardo da Vinci, Michelangelo, Botticelli, Fra Angelico, Machiavelli, Brunelleschi, Donatello, Lorenzo de’ Medici, Masaccio, Amerigo Vespucci en vele anderen. Wat me vooral intrigeert is de vraag hoe deze relatief kleine stad in korte tijd zoveel ‘genieën’ wist voort te brengen, figuren die een grote bijdrage hebben geleverd aan de westerse cultuur.

Wat heeft u ontdekt?

Wat meteen duidelijk werd is dat Florences hoogdagen niet veroorzaakt werden door één specifieke, eenvoudig te verklaren oorzaak zoals de immense rijkdom van de Medici die een fortuin aan kunst besteedden. Dat speelde zeker mee, maar de verklaring is uiteraard veel complexer. Wat ik heb trachten te doen is de verschillende puzzelstukken bij elkaar te brengen, een globaal beeld te scheppen van de verschillende factoren die Florences uitzonderlijke bloei positief hebben beïnvloed, zoals haar geografische ligging, haar democratische politieke systeem, haar grote rijkdom, de lay-out van de stad die de doorstroming van ideeën vergemakkelijkte, haar fanatieke chroniqueurs enzovoort. Wat ik van al die factoren het opmerkelijkst vindt, en waar ik aanvankelijk moeilijkheden mee had om het te plaatsen, is Florences bizarre, directe democratische systeem in die periode, een systeem dat met de nodige aanpassingen meer dan 400 jaar heeft standgehouden en dat zonder twijfel mee de grote dynamiek en vernieuwingsdrang teweegbracht die er toen in de stad heerste. 

Waarom is het belangrijk dat dit aan het licht komt?

Omdat de vraag – waarom bloeit een stad of regio op een bepaald moment? – me simpelweg heel relevant lijkt. Elk verhaal, ook over lang vergane steden, dat ons daar meer inzicht in verschaft, kan ons misschien helpen bij het organiseren van onze moderne gemeenschappen en vooral om bepaalde fouten die jammer genoeg steeds opnieuw worden gemaakt in de toekomst te vermijden. Dat wil zeker niet zeggen dat de ‘lessen’ van het vijftiende-eeuwse Florence zomaar toe te passen zijn op onze moderne tijden - de omstandigheden waren toen helemaal anders. Maar bepaalde onderliggende principes zijn dat misschien wel, zoals het toelaten of bevorderen van culturele diversiteit, van een vlotte ideeënuitwisseling en van een grote betrokkenheid van de bevolking bij het bestuur van de stad. 
 

Koen de Vos, De geniale stad. Waarom Florence zoveel genieën voortbracht in haar gouden vijftiende eeuw. (Ambo|Anthos, 2019) € 29,99. 

Delen: