De grootste boerenopstand van de Russische geschiedenis
Het is 250 jaar geleden dat er bij Tsaritsyn (nu Wolgograd) een bloedig einde kwam aan de grootste boerenopstand van de Russische geschiedenis: de Poegatsjovopstand. Wie was Poegatsjov en wie waren zijn volgelingen? Waarom kwamen ze eigenlijk in verzet tegen de verlichte Catharina de Grote? Zij zette zich toch juist in voor de rechten van haar onderdanen? Hans van Koningsbrugge volgt de rebellenleider op zijn tocht door Zuid-Rusland.
In september 1773 vaardigde een analfabete Don-Kozak genaamd Jemeljan Poegatsjov zijn eerste manifest uit. Hij richtte zich tot de Jaïtsk-Kozakken, woonachtig aan de rivier de Oeral, en beloofde ze land, brood en vrijheid. Het manifest was slim gecomponeerd. Zo refereerde Poegatsjov aan het verleden met de woorden: ‘Zoals jullie vaders en grootvaders vroeger tot hun laatste druppel bloed eerdere tsaren hebben gediend, zo zullen jullie, vrienden, mij dienen, de Grote Soevereine Keizer Peter Fjodorovitsj’.
Dit was een verwijzing naar de echtgenoot van Catharina de Grote, Peter III. Hij was na een korte regeringsperiode door twee minnaars van diezelfde Catharina, de gebroeders Orlov, via een staatsgreep eerst onttroond en later omgebracht. De reputatie van de keizerin was door deze moord aangetast - ook onder de regerende Europese vorstenhuizen. Catharina diende volgens Poegatsjov dan ook in een klooster opgesloten te worden, zoals paste in de Russische traditie. De Don-Kozak sloot met zijn manifest aan bij nóg een Russische traditie, namelijk die waarbij een zogeheten samozvanets - oftewel een bedrieger - de troon claimde. Dat dit eenmaal daadwerkelijk was gelukt, toen de Valse Dimitri in 1605 de kroon bemachtigde, zorgde dat avonturiers maar al te bereid waren een kans te wagen.
Bij de scheurmakers
Zo ook Poegatsjov. Hij had in de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) in het Russische leger tegen Pruisen gevochten en was, in een rang gelijkwaardig aan luitenant, ook actief geweest in de Turks-Russische oorlog (1768-1774). Nadat hij in 1770 gewond was geraakt, deserteerde hij echter en leidde vervolgens een zwervend bestaan. Dit bracht hem onder andere bij oudgelovigen, een sekte die de kerkhervormingen van patriarch Nikon uit 1666 niet accepteerde. De oudgelovigen die - grof gesteld - alle veranderingen in de orthodoxe religieuze praktijk afwezen, werden hierom door de reguliere Russische orthodoxie als Raskolniki (letterlijk: ‘scheurmakers’) bestempeld en genadeloos vervolgd door de overheid. Ze trokken zich terug in afgelegen gebieden van Rusland waar de staatscontrole logischerwijs geringer was. Veel van deze oudgelovigen voelden zich aangetrokken tot Poegatsjovs boodschap. Dat gold ook voor anderen die de repressieve Russische staat beu waren, zoals Kozakken, maar ook Basjkieren en Kazachen en vooral weggelopen horigen.
Een verlicht despoot?
Ondanks de Verlichtingsidealen van Catharina de Grote was de positie van de horige boeren tijdens haar regering bepaald niet verbeterd. Als ‘verlicht’ opgevoede prinses van een Duits vorstendom wenste ze aan het begin van haar bewind Rusland ook ‘te verlichten’. Dit kwam goed tot uiting in de zogeheten Nakaz, een instructie voor een wetgevende vergadering die in 1767 voor het eerst bijeenkwam. In deze Nakaz werd de gelijkheid voor de wet van alle burgers beleden. Franse verlichtingsfilosofen waren enthousiast over de instructie, die in Frankrijk als te libertijns werd verboden. De horige boerenstand maakte echter geen deel uit van Catharina’s nieuwe wetgevende commissie. Van een juridische ‘bevrijding’ van de boeren kwam dan ook niets terecht. Dit mocht de keizerin betreuren, ze deed er weinig aan om het lot van deze onderdanen te verbeteren. De boeren bleven grotendeels rechteloos: gebonden aan de grond en overgeleverd aan de grillen van hun meesters, aan wie ze een deel van hun oogst, zoals graan, dienden af te dragen en voor wie ze ook ander werk moesten verrichten. Sterker nog, naarmate in de loop van Catharina’s regering, werden de ketenen die de horigen verbonden aan de adel alleen maar sterker.
In opstand
Al snel wist het bonte gezelschap dat Poegatsjov onder zijn banieren verzamelde de vroegmoderne metaalfabrieken van de Oeral in handen te krijgen. Toen de fabrieksarbeiders zich bij de opstandelingen aansloten, konden ze bovendien beschikken over voldoende wapens. Met de steun van lokale geestelijken greep de opstand verder om zich heen. De stad Iletsk, regio Orenburg, viel al begin oktober en dat was pas het begin. Het steeds groter wordende rebellenleger trok noordwaarts waarbij edellieden - niet ten onrechte gezien als steunpilaren van de troon - aan stukken werden gehakt. Dat het grootste deel van het Russische leger wegens een oorlog tegen het Ottomaanse Rijk vocht nabij Moldavië, kwam de opstandelingen daarbij goed uit.
Het was een bloederige opstand. Boeren doodden talloze landeigenaren. De rebellie was daarmee een regelrechte bedreiging voor het fundament van de Russische staat: stel dat miljoenen boeren tegen hun meesters in opstand zouden komen… Hoe het afliep met de grootste boerenopstand van de Russische geschiedenis en de aanvoerder Poegatsjov, dat lees je in het nieuwe nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 15 augustus een abonnement, dan krijg ook jij dit nummer omstreeks 29 augustus in de brievenbus. Of haal het nummer in huis via de website of in de winkel.
Delen: