De geavanceerde VOC-schepen. Monsters van scheepshout en onthulde bouwgeheimen

Op weg naar Zuidoost-Azië passeerden veel VOC-schepen de West-Australische kust. De Batavia had weinig geluk op z’n eerste reis in 1629. Het sloeg lek op het koraalrif Morning Reef nabij Beacon Island. De resten van het schip zijn in 1970 opgegraven en te zien in een Australisch scheepswrakmuseum. Wetenschappers van Flinders University, Universiteit van Amsterdam en Universiteit van Kopenhagen onderzochten het hout van de Batavia en deden een verrassende ontdekking.

706 schepen  
In de 17de-eeuwse Republiek werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) de eerste multinationale handelsonderneming. Dit was onder andere mogelijk door de vele geavanceerde vaartuigen die op de scheepswerven van de Republiek werden gemaakt. In totaal werden er in de 17de eeuw 706 schepen gebouwd, waarvan er ‘maar’ 75 vergingen en 23 ten prooi vielen aan piraterij of een vijandelijke macht.  
 

ADZee, Replica van de Batavia op het Markermeer tijdens filmopnames van Scheepsjongens van Bontekoe (2007). Bron: Wikimedia Commons (PD)
De replica van de Batavia op het Markermeer, tijdens de filmopnames van de film Scheepsjongens van de Bontekoe. Normaliter ligt de replica bij Bataviastad in Lelystad, waar het toegankelijk is voor publiek. ADZee, Replica van de Batavia (2007). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Grote houtvraag  
Maar hoe lukte het zo’n klein landje als de Republiek der Verenigde Nederlanden om aan voldoende hout te komen om zoveel schepen te maken? Eindeloze voorraden hout werden in de door wind aangedreven zaagmolens op de werven verwerkt tot onmisbare scheepsonderdelen. In de Republiek zelf was niet genoeg hout te vinden – in ieder geval niet het soort dat de voorkeur had bij scheepsbouwers: eiken. Andere zeevarende naties als Engeland, Spanje, Portugal en Frankrijk kampten eveneens met tekorten. Het was bijna onmogelijk om aan de houtvraag voor de steeds grotere vloten te voldoen.  

Monsters van het scheepshout
Waar haalde de Republiek de belangrijkste grondstof vandaan voor hun bloeiende scheepvaartindustrie? Het onderzoek naar de Batavia biedt context en antwoorden. Het is een van de weinige schepen uit zijn tijd die is teruggevonden en een toonbeeld van de Nederlands-Indische 17de-eeuwse scheepsbouw. Een perfect onderzoeksobject, omdat het schip al tijdens zijn eerste reis verging, en al het hout dus behoort tot de oorspronkelijke constructie. Door het onderzoeksteam, bestaande uit archeologen en dendrochronologen werden monsters genomen van het scheepshout van de Batavia.
 

Vunz, Deel van het achterschip van de Batavia in de Shipwreck Galleries in Fremantle (2014). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)
Het echte scheepswrak ligt in Fremantle (Australië), waar het gehele wrak tentoon wordt gesteld. Vunz, Deel van het achterschip van de Batavia in de Shipwreck Galleries in Fremantle (2014). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)

 

Hanze-connecties  
Wat de monsters aantonen, is dat de VOC het hout voor schepen als de Batavia in verschillende regio’s kocht. Voor het scheepsframe specifiek werd eikenhout gebruikt uit het noordwesten van Duitsland. De planken die het frame bedekten, werden gezaagd uit eiken vanuit de Oostzee-regio en eikenhout afkomstig uit de omgeving van de stad Lübeck. De handelsrelaties die Nederland door de Hanze al eeuwen had met Duitsland, kwamen perfect van pas voor het bouwen aan het ‘nieuwe’, intercontinentale handelsimperium van de VOC.  

Daarnaast toont dit onderzoek het vakmanschap van de scheepsbouwers, die precies wisten welke houtsoort voor welk scheepsonderdeel het beste werkte. Marta Domínguez Delmás, een van de onderzoekers, vat het resultaat van hun werk als volgt samen in een interview met wetenschapswebsite Scientias: ‘We hebben nu bewijs geleverd van de strategieën die de VOC hanteerde, dat brengt ons weer een stapje verder in ons begrip van het succes van de Nederlandse economie in de 17de eeuw.’
 

Delen: