De dodelijke ‘doodlebug’. Afweer tegen vergeldingswapens V1 en V2 is vrijwel onmogelijk

De Duitse V1's en V2's, het zijn geduchte langeafstandswapens uit de Tweede Wereldoorlog. En omdat Engeland en Antwerpen belangrijke doelwitten waren, werden ze nogal eens van Nederlandse en Belgische bodem afgeschoten. Ze richtten enorme schade aan en maakten vele duizenden slachtoffers. Ynskje Penning laat ons zien hoe de nazi's te werk gingen.

Nazi-Duitsland verovert voorjaar 1940 West-Europa.* Hitler denkt dat Groot-Brittannië met zijn immense imperium een bruikbare bondgenoot kan worden van ‘Das Reich’, maar Churchill weigert. Woedend besluit Hitler tot een invasie. Om zijn invasievloot te beschermen moet eerst het luchtoverwicht boven Het Kanaal worden veroverd. Duitse jachtvliegtuigen vallen Hurricanes en Spitfires van de Royal Air Force aan. Duitse bommenwerpers beginnen gelijktijdig met het bombarderen van Britse strategische doelen, zoals vliegvelden, fabrieken, havens, etc.

Op 24 augustus vallen er al dan niet per ongeluk Duitse bommen op een woonwijk in Oost-Londen. Een oorlogsmisdaad! De Britten zijn diep verontwaardigd. De dag daarop voert de RAF met 95 bommenwerpers als vergelding de eerste luchtaanval op Berlijn uit.
 

Een lanceerrail met V1-reconstructie. Zairon, V1 neben dem Blockhaus von Éperlecques (2016). Bron: Wikimedia Commons (bijgesneden, CC BY-SA 4.0)
Een lanceerrail met V1-reconstructie. Zairon, V1 neben dem Blockhaus von Éperlecques (2016). Bron: Wikimedia Commons (bijgesneden, CC BY-SA 4.0) 

 

Hitler geeft in razernij bevel voor de Blitz: een alles vernietigend bombardement door 500 Duitse bommenwerpers beschermd door 600 jagers. Hun doelen zijn Londen, Birmingham, Manchester en Coventry. Andere steden komen later ook nog aan de beurt. Drie nachten van zeer zware bombardementen volgen. Veel inwoners sneuvelen, duizenden huizen, tonnen goederen en levensmiddelen gaan verloren. Met tussenposen gaan de bombardementen op Britse steden de hele oorlog door, tot de nazi’s nauwelijks nog vliegtuigen hebben.

De RAF blijft intussen voornamelijk strategische doelen bombarderen. Maar de chef van de Britse luchtmacht Sir Charles Portal is een voorstander van tapijtbombardementen op woongebieden. In februari 1942 wordt de wet Area Bombing Directive aangenomen. De RAF-bommenwerpers o.l.v. luchtmaarschalk Arthur Harris (Bomber Harris, die later verantwoordelijk is voor het gigantische bombardement op Dresden) krijgen opdracht grootschalige bombardementen op Duitse steden uit te voeren. Het doel is het breken van het moreel van de Duitse bevolking. Tijdens ‘Operatie Gomorrha’ zomer 1943, komt een bommentapijt van 9000 ton aan brandbommen op Hamburg: 40.000 mensen komen om in de vuurstorm, 280.000 woningen worden vernietigd. Zelfs het water brandt.

Deze grootschalige geallieerde bombardementen op Duitse steden roepen heftige wraakgevoelens bij de nazi’s op. Hitler verwacht heil van nieuwe aanvalswapens en Duitse wetenschappers ontwikkelen in hoog tempo de Vergeltungswaffen.

Poolse krijgsgevangenen
Al in de jaren ’30 verrichten Duitse wetenschappers vlak bij het vissersdorp Peenemünde aan de Oostzee in het geheim onderzoek naar langeafstandswapens. Nadat de geallieerden Duitse steden en industriële complexen beginnen plat te gooien, wordt het onderzoek opgeschaald en worden in de winter van 1941-1942 testvluchten uitgevoerd met het eerste vergeldingswapen, de V1: een vliegende onbemande bom voorzien van een straalmotor die met een katapult van een vaste, licht stijgende, ijzeren rail wordt afgeschoten.
 

Duitse soldaten maken een V1 klaar om af te schieten. Bruno Lysiak, Marschflugkörper V1 vor Start (1944). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0)
Duitse soldaten maken een V1 klaar om af te schieten. Bruno Lysiak, Marschflugkörper V1 vor Start (1944). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0) 

 

Robert Lusser van de vliegtuigfabriek Fieseler en Fritz Gosslau van de motorenfabriek Argus combineren vliegtuigonderdelen met de straalmotor die ingenieur Paul Schmidt eerder al ontwikkeld heeft. De strijd om de octrooirechten duurt de hele oorlog voort. In juni 1942 wordt Peenemünde onder leiding van de gedreven ingenieur en raketspecialist Wernher von Braun hét centrum van de Luftwaffe voor de verdere ontwikkeling en productie van Vergeltungswaffen. Het fabriekswerk wordt vooral gedaan door Poolse krijgsgevangenen, die er leven in concentratiekampen. In totaal zullen er zo’n 30.000 V1’s worden geproduceerd. 

Mittelbau-Dora 
In augustus 1943 krijgen de geallieerden er lucht van, maar ze weten niet precies waar het om gaat. Zeshonderd bommenwerpers van de Royal Air Force gooien voor alle zekerheid de fabriek in Peenemünde plat, waarbij veel Poolse krijgsgevangenen om het leven komen. De productie wordt onmiddellijk overgebracht naar de voormalige kolenmijn Mittelbau-Dora in het Harzgebergte bij Nordhausen

Zo’n 60.000 krijgsgevangenen uit alle delen van Europa en vooral uit de Sovjet- Unie worden erheen gedeporteerd. Ze moeten in de verlaten mijngangen een enorme ondergrondse fabriek bouwen en zodra die gereed is, ook de wapens fabriceren. De SS zorgt voor speciale concentratiekampen om hen te huisvesten. Er heerst een moorddadig regime met uithongering en willekeurige moordpartijen om sabotageacties tijdens de productie van de wapens de kop in te drukken. 20.000 krijgsgevangenen overleven het niet. 

V1’s op Londen 
Op 13 juni 1944 bereikt de eerste V1 Londen. Deze is afgeschoten vanuit Normandië en komt neer naast een spoorbrug. Acht mensen worden gedood. In de daaropvolgende piek worden zo’n honderd V1’s per dag op Londen afgeschoten. Ook Southampton en Portmouth, belangrijke havens voor de bevoorrading van de geallieerde legers in Frankrijk, worden met V1’s bestookt. In 60 dagen tijd worden in Engeland 6000 mensen gedood en raken er 20.000 gewond. 

De Britse kustverdediging kan weinig uitrichten omdat de V1’s te klein en te snel zijn en dus komt de Royal Air Force in actie. RAF-jachtvliegtuigen weten er zo’n duizend in de lucht onschadelijk te maken. Daarbij halen ze zeer riskante manoeuvres uit: de piloten gaan naast de V1 vliegen, tikken met hun vleugel onder tegen de vleugel van de V1 aan, waarna het onbemande straalvliegtuig gaat tollen en in Het Kanaal valt. Sommige piloten zijn er zo handig in dat ze de V1 laten omkeren, zodat deze terugvliegt naar het vasteland.
 

Een V1 boven Londen. Onbekende fotograaf, V1 in flight over London (1944). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Een V1 boven Londen. Onbekende fotograaf, V1 in flight over London (1944). Bron: Wikimedia Commons (PD) 

 

De Duitsers krijgen het waaghalzerige RAF-trucje in de gaten en monteren granaten op de vleugels. Vervolgens proberen de piloten met hun boordgeschut de V1 tot ontploffing te brengen, wat ook zeer gevaarlijk voor de piloot en zijn vliegtuig is: dan ontploft 800 kilo TNT en vliegen brokken ijzer in het rond.  

De V1 is geen precisiewapen en wordt van tevoren grofweg afgesteld op het doel. Een kleine 10.000 V1’s bereiken inderdaad Engeland, de rest wordt onschadelijk gemaakt, stort in zee of komt voortijdig in Duits bezet gebied neer. Zo’n 5000 V1’s halen het beoogde doel. Je kunt ze aan komen horen pruttelen. De Britten noemen de V1 Doodlebug (snorrende, rondvliegende kever) of Buzzbomb. Ze weten: als het lawaai stopt, is de brandstof op en komt het ding naar beneden.

Antwerpen doelwit
In september 1944 veroveren de geallieerden de zeer belangrijke havenstad Antwerpen, bestemd voor de bevoorrading van de geallieerde legers. De stad wordt dus het doelwit van lanceerhellingen die onder meer in Nederland worden gebouwd.

Van de ruim 90 lanceerhellingen hier en in Duitsland, België en Frankrijk heeft de RAF de meeste in oktober kapotgebombardeerd, maar de aanvallen met V1’s blijven doorgaan tot het eind van de oorlog. Vanaf december 1944 worden de V1’s ook gelanceerd door Heinkel bommenwerpers. De geallieerden op hun beurt ontwikkelen een nieuw radarsysteem dat in juni 1944 gebruiksklaar is, waarna de V1’s met luchtdoelgeschut uit de lucht geschoten kunnen worden.

Onbemande raket
Wernher von Braun ontwikkelt samen met zijn team naast de V1 vrijwel gelijktijdig de V2. Na het Britse bombardement op Peenemünde in 1943 verhuist ook dit onderdeel van de Vergeltungswaffen-productie naar Dora-Mittelbau.

De V2 is geen verbeterde versie van het onbemande straalvliegtuig, maar iets totaal anders: een dertien meter hoge onbemande raket, die rechtstandig gelanceerd wordt. Hitler is zeer onder de indruk wanneer hij een proeflancering bijwoont. Hij ziet veel in de verdere ontwikkeling van de raket nadat Von Braun hem uitlegt dat de V2 wellicht de Verenigde Staten kan bereiken, en is bereid er veel geld in te steken. Hij geeft opdracht tot de bouw van een tiental aanvoer-, opslag- en afbouwbunkers aan de Belgische en Noord-Franse kust van waaruit de raketten afgeschoten zullen worden op Groot-Brittannië.
 

Een Supermarine Spitfire van de RAF gebruikt zijn vleugel om de V1 uit balans te brengen. Walton, Spitfire Tipping V-1 Flying Bomb (1944). Bron: Wikimedia Commons (PD UK)
Een Supermarine Spitfire van de RAF gebruikt zijn vleugel om de V1 uit balans te brengen. Walton, Spitfire Tipping V-1 Flying Bomb (1944). Bron: Wikimedia Commons (PD UK) 

 

Het bunkerproject ondervindt stevige hinder door luchtaanvallen en na D-Day ook door de opmars van de geallieerden. Dit betekent niet dat er geen V2’s meer worden afgeschoten: de Duitsers zijn intussen overgegaan op mobiele lanceerinstallaties. De V2’s worden per trein vanuit Duitsland aangevoerd naar Nederland, dé lanceerplek nadat de nazi’s uit Frankrijk en Belgie verdreven zijn. Het gebeurt op plekken met bomen, zodat je het vanuit de lucht niet goed kunt zien, zoals de Haagse Bosjes.

De raket wordt dan met een takel op een gepantserde lanceertruck (Feuerleiterpanzer) met rupsbanden gelegd en vervoerd naar de lanceerplek. Drie tankwagens met raketbrandstof – waterstofperoxide, spiritus en vloeibare zuurstof – gaan in colonne mee. Ter plaatse wordt de raket rechtstandig op de afvuurtafel van de truck getakeld, gevuld met de brandstof en afgesteld. Als het plaatselijke radarstation geen geallieerde vliegtuigen binnen een straal van 50 kilometer signaleert, wordt de raket afgeschoten. Binnen 65 seconden bereikt ze een hoogte van 40 kilometer en een snelheid van meer dan 4000 kilometer per uur. De grond en bomen in de omgeving verschroeien. Na afloop rijden de lanceertruck en de tankwagens weg om een nieuwe V2 op te halen en die op een andere plek te lanceren.

Je merkt alleen de impact
De bedoeling is dat de V2 boven haar doel aangekomen is als de brandstof op is. Ze komt vanaf een hoogte van zo’n 93 kilometer met drie keer de snelheid van het geluid naar beneden. Je hoort of ziet haar niet, je merkt alleen de impact: een enorme explosie, waarbij enkele huizenblokken weggeslagen worden en een krater van zo’n tien meter diep ontstaat. De Britten denken eerst dat de mysterieuze ontploffingen het gevolg zijn van gaslekken.

Een probleem met de V2’s is dat ze niet goed af te stellen zijn. Vaak storten ze neer voordat ze Antwerpen of Groot-Brittannië bereikt hebben. Om het de Duitsers moeilijk te maken de betrouwbaarheid te verbeteren, stellen de geallieerden in september 1944 een volledige censuur in rond alles wat te maken heeft met V1- en V2-aanslagen.

De afstelling van de V2’s mag dan lastig zijn, de Britten zitten er danig mee in de maag. Ze kunnen ze niet vernietigen na de lancering, zoals bij de V1’s wel lukte. Het enige wat ze kunnen doen is de lanceerbasis opsporen en bombarderen. Alleen zit die op een vrachtwagen, die telkens op een andere plek de V2 lanceert. Geallieerde afweer tegen de V2 is vrijwel onmogelijk.
 

*De inleiding van het artikel is iets uitgebreid t.o.v. de versie die in nr 1/2022 verscheen.

Delen: