De chemist. Een verdwenen en vergeten beroep

De apotheker kennen we allemaal, maar de chemist? Daarbij ligt het toch net even anders. Misschien als Engels woord voor ‘scheikundige’, maar als Nederlands woord… Dit toch heel belangrijke beroep ontstond aan het einde van de 17de eeuw, toen chemische geneesmiddelen in zwang raakten. Chemische medicijnen zijn nooit meer verdwenen, maar de chemist wel. Hoe kan dat? En wat heeft de apotheker met zijn uitsterven te maken?

Drogisten, apothekers en chemisten
Niet alleen de beroepsgroep van de chemisten ontstond grofweg aan het eind van de 17de eeuw, ook die van de drogisten en de apothekers kwamen toen op. De drie ambachten en werkgebieden verschilden grotendeels, maar kenden ook overlap. Apothekers verwerkten middelen tot medicijnen, die ze daarop verstrekten aan patiënten. Die middelen haalden ze bij drogisten en chemisten. En waar drogisten ‘simplica’ gebruikten, geneeskrachtige enkelvoudige middelen zoals kruiden, resten van dieren en mineralen, bereidden chemisten complexere middelen.
 

Johannes Jelgerhuis Rz., Schans bij de Zaagmolenpoort (1812). Bron: Stadsarchief Amsterdam (PD)
Interieur van Het Stoockhuys van de fabriek van chemicaliën voor de farmacie van Anthony d’Ailly (1766-1825). Johannes Jelgerhuis Rz., Schans bij de Zaagmolenpoort (1812). Bron: Stadsarchief Amsterdam (PD)

 

‘Chemist’ betekende vroeger ook in het Nederlands ‘scheikundige’, oftewel: iemand die verstand heeft van de chemie. Naast gedestilleerde geneeskrachtige drankjes en oliën, maakten en verkochten chemisten ook chemicaliën. Denk hierbij aan complexe middelen, zoals minerale zuren, zouten, synthetische kleurstoffen en kwikproducten. Andere ambachtslieden verwerkten en gebruikten deze middelen op hun beurt weer, zoals de apothekers, maar ook doctoren, chirurgijns, en personeel van instellingen zoals gast- en weeshuizen.

De salamander in het vuur
Een ambachtsman herkende je toentertijd aan hun uithangteken. Allemaal hadden ze een eigen symbool. Zo hadden apothekers hun vijzel, drogisten hun gaper en chemisten onderscheidden zich met een salamander-in-het-vuur. Het salamanderembleem stamde uit de alchemie en als symbool van het vuur kon het ook goed dienen voor de chemie. De chemie werkte in de 17de en 18de eeuw namelijk vooral met verhitten. De chemist was echter geen alchemist. Chemisten zochten niet naar de steen der wijzen om goud of een levenselixer te maken, maar waren veel praktischere fabrikanten en koopmannen.
 

Ulrich Zasius, Mark with a crowned salamander in flames (1548). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Een vergelijkbare afbeelding van een salamander-in-het-vuur. Ulrich Zasius, Mark with a crowned salamander in flames (1548). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Chemisten vs. apothekers
Tot grote ergernis van apothekers, begonnen chemisten vanaf het midden van de 18de eeuw met het zelf bereiden van geneesmiddelen, die ze ook op doktersrecept aan patiënten verstrekten. Enkele in de chemie geschoolde apothekers begonnen daarop met de productie van chemische geneesmiddelen en voerden vanaf circa 1785 de titel ‘apotheker en chemist’. Voor de ongediplomeerde chemisten bleek dit serieuze concurrentie.

De apothekers vonden gehoor bij vooruitstrevende geneeskundigen, die in het belang van de bevolking de ‘onbevoegde’ verkoop van medicijnen door niet-geschoolden wilden beteugelen. Chemie werd een integraal onderdeel van de opleiding van apothekers en de ontwikkeling van een grootschalige farmaceutische industrie was niet meer te remmen. Beetje bij beetje kwam het monopolie op de medicijnbereiding en de uitgifte aan patiënten steeds nadrukkelijker bij de apotheker te liggen.
 

Johannes Jelgerhuis, Interieur van laboratorium en apotheek het Stoockhuys (1818). Bron: Rijksmuseum Amsterdam (PD)
Begin 19de eeuw veroverde de ‘apotheker en chemist’ de markt. Johannes Jelgerhuis, Interieur van laboratorium en apotheek het Stoockhuys (1818). Bron: Rijksmuseum Amsterdam (PD)

 

Tegelijkertijd ontfermde de staat zich meer en meer over de bescherming van de volksgezondheid. Deze cocktail van ontwikkelingen leidde er uiteindelijk toe dat de rol van de ongediplomeerde chemist werd beperkt tot die van groothandelaar en grossier. Het raison d’être van de chemisten verdween en tegen 1820 was het beroep praktisch uitgestorven.

Proefschrift
De chemistenbranche heeft ruim anderhalve eeuw lang gebloeid. Toch hebben chemisten in de geschiedschrijving nooit veel aandacht gekregen. Misschien omdat er geen corporatieve organisatievorm ontstond, die tot archiefvorming geleid zou kunnen hebben. Misschien omdat er nooit gereguleerde chemistenopleidingen zijn ingericht. Zeker weten doen we het niet.

Promovendus Henk Vermande raakte toevallig op het pad van de chemist, toen hij in een oud boek over gevelstenen een verwijzing naar de salamander-in-het-vuur tegenkwam. Dit intrigeerde hem zo, dat hij er zijn proefschrift over schreef: De chemist. De geschiedenis van een verdwenen beroepsgroep, 1600-1820 (Verloren, Hilversum, 2021).

 

Ben je nog geen abonnee van Geschiedenis Magazine? Word 't dan nu!

Delen: