De bende van Jan de Lichte, een Vlaamse Robin Hood? Moord en misdaad in 18de-eeuws Vlaanderen

Bandiet Jan de Lichte (1723-1748) is de hoofdpersoon in liederen, historische romans, een televisieserie en zelfs een musical. Soms is hij daarin een held, soms een schurk. Maar wie was hij echt? En hoe past hij in de tijd waarin hij leefde? Historicus Elwin Hofman schreef er met anderen het boek De eeuw van Jan de Lichte over. In het aprilnummer van Geschiedenis Magazine spreekt historicus Eleá de la Porte met hem.

Jan de Lichte was een beruchte bandiet in 18de-eeuws Vlaanderen. Hoe werd hij crimineel?
'Zijn familie speelde hierin een belangrijke rol. Jan de Lichte groeide op in een arm gezin in Velzeke, een dorpje in het huidige Oost-Vlaanderen. Zijn vader werkte als dagloner en zijn moeder als thuisspinster. Ze hadden moeite om de eindjes aan elkaar te knopen en vulden hun inkomen aan met aalmoezen, maar ook met kleine diefstallen. Denk aan veldroof: je plukt bij de boer op zijn veld groente of fruit. Of er hangt ergens was buiten en je snaait een kledingstuk mee.'
 

Van Jan de Lichte is geen portret overgeleverd, maar hij zal er wat betreft kledij zo’n beetje hebben uitgezien als deze plattelandsbewoner. Johannes Pieter de Frey, naar Jacobus Johannes Lauwers, Boer met kruik (1770-1834). Bron: Rijksmuseum Amsterdam (RP-P-OB-52.288)
Van Jan de Lichte is geen portret overgeleverd, maar hij zal er wat betreft kledij zo’n beetje hebben uitgezien als deze plattelandsbewoner. Johannes Pieter de Frey, naar Jacobus Johannes Lauwers, Boer met kruik (1770-1834). Bron: Rijksmuseum Amsterdam (RP-P-OB-52.288)

 

'Jan kwam zo al vroeg met criminaliteit in aanraking. Op zijn elfde pleegde hij met een groep jongens zijn eerste diefstal, althans de eerste waarbij hij betrapt is, zo blijkt uit de vonnissen en getuigenverklaringen over Jans criminele daden die nu in het Rijksarchief te Gent liggen. Op zijn vijftiende liep hij weg van huis en ging hij rondtrekken van dorp naar dorp. Hij werd geleidelijk aan een hardvochtiger bandiet en kreeg een groep handlangers om zich heen. In de strenge winter van 1740, toen er grote hongersnood was, ontpopte hij zich als professioneel misdadiger. Hij pleegde inbraken bij boeren en herbergen en dat ging steeds vaker gepaard met geweld. Toen Jan en een aantal kompanen in 1748 een herberg overvielen, probeerde de waard hen te verjagen met een hooivork. Jan schoot hem neer en zijn vriend Adriaan Vagenende doodde de waard vervolgens met een mes. Dit was de eerste van in totaal zes moorden.'

Was een 18de-eeuwse bende vergelijkbaar met bijvoorbeeld de maffia?
'Nee, ze waren toen veel minder georganiseerd, er bestond geen hiërarchie en er was geen leider. Dat ze bendes worden genoemd, is vaak een interpretatie van historici achteraf of van een aantal tijdgenoten. In de procesdossiers over Jan de Lichte is er nooit sprake van ‘de bende van Jan de Lichte’. Van honderden getuigen spraken er maar drie van ‘la bande’ en niemand noemde Jan als leider. Het idee van een stabiele bende is vooral ontstaan door mythologisering achteraf, vergelijkbaar met de bokkenrijders in 18de-eeuws Limburg. Wel was Jan de Lichte een van de kernfiguren in een groep van circa 150 mensen die in wisselende verbanden misdaden pleegden in de regio rond Aalst, Geraardsbergen en Oudenaarde. Familiebanden waren belangrijk: ongeveer 80 mensen behoorden tot Jans al of niet aangetrouwde familie en we vinden zijn vader en moeder maar ook broers, ooms, tantes, neven en nichten terug in de rechtbankarchieven. Die groep werd bijeengehouden door een netwerk van helers en informanten. Zij hielpen gestolen goederen te verkopen en verschaften informatie over goede plekken om in te breken.'

Meer over de lang onbelichte rol van vrouwelijke bendeleden lees je in het aprilnummer van Geschiedenis Magazine. Net als antwoord op de vraag over hoe Jan tegen de lamp liep. En wat was zijn vreselijk lugubere straf? Meld je voor 8 april aan als abonnee of haal ‘m eind april in de winkel.

Delen: