Covid-19: wat kunnen we wél leren van het verleden?

Medische geschiedenis was nog nooit zo populair. Elke dag worden we overspoeld met artikelen in kranten, blogs en tweets, die de Covid-19-crisis vergelijken met historische epidemieën zoals de middeleeuwse pest, de Spaanse griep, hiv/aids of SARS. Onveranderlijk is de vraag welke lessen we kunnen trekken uit de geschiedenis. Zelden vinden we echter een goed onderbouwd antwoord op deze belangrijke vraag. Om écht iets te leren, betoogt Rina Knoeff, moeten we niet kijken naar de successen, maar naar de mislukkingen uit het verleden.

De Nederlandse media wijzen vooral op historische overeenkomsten en benadrukken het succes van vroegere medische interventies. Maar het aanhalen van overeenkomsten levert op zichzelf meestal geen nieuwe inzichten op; parallellen wijzen immers vooral op wat we al weten. Zo is het ongetwijfeld waar dat de wijdverbreide invoering van hygiënische maatregelen in de 19de eeuw heeft geholpen bij de bestrijding van cholera, difterie en andere dodelijke epidemieën, maar dit historische feit helpt niet in onze strijd tegen Covid-19. Ziekenhuizen, de medische sector en individuele burgers weten heel goed wat hygiëne is en zij nemen de juiste maatregelen. Zeep was – ook zonder historische les – als eerste uitverkocht in de supermarkt.

De vraag is wat we wel kunnen leren van het verleden. Het blijft natuurlijk belangrijk om na te denken over historische overeenkomsten – over interventies die in principe vergelijkbaar zijn met de strategieën die we nu (willen) toepassen. Maar in plaats van het bespreken van succesvolle interventies, zouden historici zich veel vaker moeten richten op maatregelen die niet hebben gewerkt. Deze mislukkingen geven reden tot nadenken, bieden andere perspectieven en waarschuwen voor valkuilen. In alle gevallen is het opvallend dat culturele, sociaaleconomische verschillen en politieke beslissingen doorslaggevend zijn geweest voor het succes of falen van interventies.

John Haygarth, publiek domein.

 

Sociale distantie, hygiëne, contacttracering en groepsimuniteit
Neem bijvoorbeeld de Britse arts John Haygarth (1740-1826). Hij ontwikkelde een reeks maatregelen tegen de epidemische verspreiding van pokken, die - volgens Haygarths eigen berekening - de dood van ten minste één op zes kinderen veroorzaakte. Haygarths maatregelen waren vergelijkbaar met het coronabeleid nu:

  • Sociale distantie: Haygarth had ontdekt dat de pokken zich verspreid via persoonlijk contact binnen een afstand van 46 cm (in plaats van via de lucht over grote afstanden). Hij raadde patiënten aan om binnen te blijven en weg te blijven bij mensen die extra kwetsbaar zijn voor de ziekte.
  • Netheid voor alles: Elk voorwerp of oppervlak dat in contact was geweest met speeksel, slijm of andere besmettelijke stoffen moest worden gereinigd.
  • Contacttracering: Haygarth raadde aan om besmette gevallen op te sporen en te volgen om zo de verspreiding van de ziekte in kaart te brengen.
  • Groepsimmuniteit: Via een uitgebreid inoculatieprogramma (in zijn tijd het zorgvuldige blootstellen aan geïnfecteerd materiaal) wilde Haygarth immuniteit bereiken.

Haygarth was ervan overtuigd dat door het aanhouden van deze maatregelen het sterftecijfer met ten minste 75% zou verminderen.

Verordening die waarschuwt dat het betreffende huis besmet is met de pokken, California ca. 1910. National Library of Medicine, publiek domein.

 

Met de kennis (en hoop) van nu zou je verwachten dat de ideeën van Haygarth succes hadden moeten hebben. Niets is minder waar. Zoals de historicus Arthur Boylston heeft betoogd, hebben Haygarths strategieën op twee punten gefaald. Ten eerste bleken sociaaleconomische verschillen onoverkomelijk. De armen waren niet bereid om binnen te blijven en hun magere inkomsten op te geven; de rijken wilden geen regels meer volgen zodra zij een bepaald niveau van groepsimmuniteit hadden bereikt. In de tweede plaats voelden mensen zich aangetast in hun individuele vrijheid en voelden ze zich bespioneerd door gezondheidsinspecteurs die waren aangesteld door de overheid.

Lessen voor vandaag
Dus, wat kunnen we leren van Haygarths mislukking voor de covid-19 crisis van vandaag? We doen er goed aan om na te denken over het beperken van de persoonlijke vrijheid voor een langere periode. Hoewel we op dit moment misschien allemaal bereid zijn om thuis te blijven, wie kan zeggen of dit nog steeds het geval is als op grote schaal het levensonderhoud van mensen in gevaar komt? Of wanneer heel veel mensen geconfronteerd worden met de psychologische gevolgen van eenzaamheid? Misschien wel veel belangrijker is de vraag in hoeverre ons beleid rekening houdt met sociaaleconomische verschillen. Als je niet veel hebt, is het veel moeilijker om je te houden aan beperkende maatregelen. Welke extra maatregelen worden genomen om tegemoet te komen aan de speciale behoeften van lage-inkomensgroepen in probleemwijken. Hoe veel oog hebben we werkelijk voor daklozen en asielzoekers? Hoe groot is de ramp als covid-19 onder deze groepen onder de radar blijft? Haygarths mislukking stuurt ook een belangrijke waarschuwing voor de economisch sterkere delen van onze samenleving. Vooral voor het noorden van ons land is dit een belangrijk issue. Het is waarschijnlijk dat groepsimmuniteit eerder zal worden bereikt in de economische hotspots in het zuiden en westen van Nederland. Hoeveel vastberadenheid en solidariteit zal er nog zijn om kostbare maatregelen voort te zetten in het belang van het noorden?

Het pokkenoproer in Milwaukee, Wisconsin. Inwoners verzetten zich tegen het overbrengen van patienten naar het isolatie-ziekenhuis, 1894. Library of Congress.

 

Bron: Arthur Boylston, ‘John Haygarth’s 18th-century ‘rules of prevention’ for eradicating smallpox’, in Journal of the Royal Society of Medicine 107:12 (2014) 494-499. https://doi.org/10.1177/0141076814557198
ukkingen uit het verleden.

Delen: