Archeologie brengt Tweede Wereldoorlog dichtbij
Lange tijd werden de recente voorwerpen die bij opgravingen naar boven komen door archeologen genegeerd: ze zouden te jong zijn en daarom onbelangrijk. De afgelopen twee decennia is de archeologische belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog echter voorzichtig op gang gekomen. Het nieuwe boek Bomscherven en broches. De archeologie van de Tweede Wereldoorlog in Nijmegen vertelt aan de hand van archeologische vondsten verhalen over de oorlog.
Nijmegen kreeg het meteen in 1940 zwaar te verduren. In een poging de Duitsers tegen te houden, blies het Nederlandse leger de Waalbrug en een aantal andere bruggen en viaducten bij de stad op. Ook de rest van de oorlog zou de stad bepaald niet zonder kleerscheuren doorkomen: ruim 2200 Nijmegenaren overleefden de oorlog niet en er vielen duizenden gewonden. In februari 1944 werd Nijmegen gebombardeerd door Amerikaanse bommenwerpers. En zelfs toen de stad in september 1944 na felle gevechten was bevrijd, was de oorlog niet voorbij: de Duitsers bleven de stad tot in februari 1945 bestoken met granaatvuur.
De kanonnen, Helmen, flessen, schoenen, granaathulzen, munitiekisten, briefopeners, sigarettenpeukjes, graffiti en hele ehbo-kisten die de afgelopen jaren uit de grond zijn gekomen, maken het leven tijdens de oorlog en het komen en gaan van bezetters en bevrijders ongemeen tastbaar.
Het boek Bomscherven en broches. De archeologie van de Tweede Wereldoorlog in Nijmegen door Harry van Enckevort verschijnt 7 feburari bij Uitteverij Matrijs.
Delen: