Antoni van Leeuwenhoek, de sprankelende man die als eerste de microbenwereld betrad

Bij de tv-verkiezing van het ‘Pronkstuk van Nederland’ in januari 2018 liet het microscoopje van Antoni van Leeuwenhoek de ANWB-paddenstoel, de Max Havelaar, de Nachtwacht en ander erfgoed achter zich, om in de finale slechts te buigen voor het Plakkaat van Verlatinghe uit 1581. En bij de verkiezing van ‘de grootste Nederlander aller tijden’ in 2004 had de tv-kijker de vader van de microbiologie op de vierde plaats gezet, achter Willem van Oranje, Pim Fortuyn en Willem Drees, maar vóór Johan Cruijff, Michiel de Ruyter, Anne Frank en Nobelprijswinnaar Hendrik Lorentz. Vanwaar die aantrekkingskracht, vroeg Van Leeuwenhoeks biograaf Dirk van Delft zich af.


De associatie met gezondheid zal deels de populariteit van Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) verklaren. Het gelijknamige ziekenhuis/kankerinstituut in Amsterdam staat garant voor permanente naamsbekendheid, terwijl virologen als Marion Koopmans met hun onderzoek naar COVID-19 feitelijk op de schouders staan van de man die in 1673 als eerste de onbekende wereld van microben en bacteriën binnenstapte. Zelf heeft Van Leeuwenhoek de ‘kleijne diertgens’ die hij door zijn microscoop in Delfts grachtwater waarnam nooit in verband gebracht met ziekte, maar als ontdekker van ‘onzichtbaar leven’ is de koppeling met vaccins tegen infectieziekten als kinkhoest, blaasontsteking, difterie, tuberculoze, mazelen en niet te vergeten COVID-19 evident.
 

J. Chapman, Antonius van Leeuwenhoek (1813). Bron: Wellcome Collection (PD)
J. Chapman, Antonius van Leeuwenhoek (1813). Bron: Wellcome Collection (PD)

 

Wat veel mensen bovendien zeer aanspreekt: Van Leeuwenhoek was het prototype van de selfmade man, een liefhebber die op eigen kracht tot grootse prestaties kwam. Hij verrichtte professioneel natuuronderzoek, maar dit was niet zijn broodwinning, dat was geen optie in de 17de eeuw. Zo kon Christiaan Huygens terugvallen op een rijke familie, terwijl Jan Swammerdam een toelage kreeg van zijn vader, een apotheker. Mecenaat kwam in Nederland nauwelijks voor. Van Leeuwenhoek bekwaamde zich na 1660 – wanneer en waarom weten we niet precies – in het maken van preparaten en het slijpen van lenzen en hij deed talrijke waarnemingen, maar alles tussen de bedrijven door. Om in zijn levensonderhoud te voorzien had hij enige tijd een winkel en vervulde hij diverse functies op het Delftse stadhuis. Als kamerbewaarder regelde Van Leeuwenhoek de gang van zaken rond de rechtspraak, hij trad op als curator (onder andere van de nalatenschap van Johannes Vermeer), was wijkmeester, controleerde als wijnroeier vaten wijn en azijn op de juiste inhoud en haalde ook zijn examen als landmeter.
 

Een microscoop zoals gebruikt bij Antoni van Leeuwenhoek. Onbekende maker, Leeuwenhoek simple microscope (ca. 1915). Bron: Wellcome Collection (CC BY 4.0)
Een microscoop zoals gebruikt bij Antoni van Leeuwenhoek. Onbekende maker, Leeuwenhoek simple microscope (ca. 1915). Bron: Wellcome Collection (CC BY 4.0)

 

De benodigde meetkundige en rekenkundige kennis voor deze laatste functie kwam goed van pas bij zijn onderzoek. Hij begon rond 1670 zijn eigen miscroscoopjes te bouwen en in 1673 trad hij naar buiten als microscopisch onderzoeker. Hierbij had hij een kruiwagen: stadsdokter Reinier de Graaf, die van het chirurgijnsgilde toestemming had om aan huis anatomisch onderzoek te doen. Van Leeuwenhoek was met hem bevriend en ze kenden elkaars werk. De Graaf introduceerde hem per brief bij de Royal Society, internationaal het meest vooraanstaande geleerde genootschap in die tijd. De Graaf noemde hem ‘een zeker vindingrijk persoon’ wiens microscopen die van anderen ‘ruimschoots overtreffen’.  Ingesloten was Van Leeuwenhoeks verslag van zijn waarnemingen aan de luis, de angel en het oog van de bij, en schimmel op leer. Ook topdiplomaat en grote vriend van de wetenschap Constantijn Huygens beval hem bij de Royal Society aan.

Na zijn eerste brief stuurde Antoni er nog honderden naar Londen, waarvan een groot deel zijn weg vond naar de Philosophical Transactions. Er is niemand die vaker in dit tijdschrift van de Royal Society heeft gepubliceerd dan Antoni van Leeuwenhoek.
 

Ernest Board, Antoni van Leeuwenhoek (ca. 1912). Bron: Wellcome Collection (PD)
Ernest Board, Antoni van Leeuwenhoek (ca. 1912). Bron: Wellcome Collection (PD)

 

Dankzij zijn financiële onafhankelijkheid, en met inzet van de zelfgemaakte microscoopjes die hun gelijke niet kenden, wist Van Leeuwenhoek zich op te werken. Zonder academische scholing, niet gehinderd door boekenwijsheid en wereldsystemen en gedreven door ongebreidelde nieuwsgierigheid, onderzocht hij een halve eeuw lang de uiteenlopendste objecten en observeerde als eerste mens micro-organismen zoals eencelligen, algen, trilhaardiertjes en andere protozoa die voorganger Robert Hooke met zijn eenvoudiger vergrootglas nog ontgingen. Van de ‘kleine diertgens’ in gesmolten sneeuw en regen-, put-, gracht-, zee- en rivierwater, via de bloedsomloop in het kikkervisje en sperma van het halve dierenrijk, tot de zegeningen van de voedzame kokosnoot.

Het plezier spatte ervan af bij Antoni van Leeuwenhoek. En al werkte hij op het eerst gezicht wel erg lukraak, Van Leeuwenhoek had nader beschouwd wel degelijk onderliggende verbindende ideeën en inzichten. Kwakzalvers, wonderdokters en andere geneesheren met dubieuze opvattingen en praktijken kregen er ongenadig van langs, maar ook hijzelf kreeg driftige kritiek. Meer hierover, en over Van Leeuwenhoeks baanbrekende ontdekkingen, lees je in het volgende Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 1 september aan als abonnee, bestel ‘m vanaf begin september online of haal ‘m dan in de winkel.

Delen: