Activist, verzetsstrijder, communist en oproerkraaier. Anton de Kom is een symbool, maar waarvan?

In Suriname is hij al langer onderdeel van het collectief geheugen, maar sinds een aantal jaar is er ook in Nederland een sterke beweging gaande om de herinnering aan het leven en werk van vrijheidsstrijder en schrijver Anton de Kom weer zichtbaar te maken. De Kom werd onderdeel van de Canon van Nederland en tijdens de antiracismeprotesten van de afgelopen jaren was zijn naam veelvuldig te horen. Maar wat is het verhaal achter De Kom? En wat is zijn relevantie vandaag de dag? Om daar antwoord op te geven maakte historicus Paul de Jong samen met Tim Streefkerk de podcast Strijden ga ik, over het werk, leven en de nalatenschap van Anton de Kom.

Onrecht
Cornelis Gerardus Anton de Kom werd op 22 februari 1898 geboren in Paramaribo. In de gesprekken die we voor de podcast voerden, hoorden we dat de antikoloniaal activist en schrijver van Wij Slaven van Suriname al vanaf zijn vroege jaren een bevlogen strijder tegen onrecht was. Later wilde hij met zijn schrijven aandacht krijgen voor de situatie in koloniaal Suriname en een verbetering van de situatie van zijn landgenoten bewerkstelligen – maar volgens de mensen die we spraken reikte het verder en begon het eerder dan dat.

 

Onbekende fotograaf, Pbrks, Anton de Kom (ca. 1924). Bron: Wikimedia Commons (PD)
Onbekende fotograaf, Pbrks, Anton de Kom (ca. 1924). Bron: Wikimedia Commons (PD)

 

Toen De Kom 22 jaar was, ging hij aan de slag als boekhouder bij de Balata Compagnie, de rubberbomentappers. Daar zag hij de zware arbeidsomstandigheden en het gesjoemel met het loon voor de werkers. Hij kaartte dit aan bij zijn leidinggevenden, maar dat werd hem niet in dank afgenomen. De Kom nam ontslag en vertrok naar Nederland.

De Koms eerste Nederlandse jaren
Zo belandde De Kom in 1920 in Nederland. Het lukte hem niet direct om zijn draai te vinden, maar na zijn verhuizing van Amsterdam naar Den Haag ging het hem voor de wind. Opmerkelijk genoeg sloot hij zich aan bij het Huzarenregiment – waarom een pacifist met antikoloniale ideeën zich aansloot bij een onderdeel van het leger blijft onduidelijk. De meest voor de hand liggende verklaring is misschien wel gewoon dat hij werk nodig had.

Drie jaar later werkte De Kom als vertegenwoordiger in koffie en thee bij Reuser & Smulders. Hier leerde hij de Nederlandse Petronella (Nel) Borsboom kennen. Borsboom was zeer gecharmeerd van De Kom en drie jaar later stapten ze in het huwelijksbootje. Niet lang daarna kregen ze vier kinderen: Ad, Ton, Cees en Judith.
 

Onbekende fotograaf, Petronella (Nel) Borsboom en Anton de Kom (ca. 1926). Bron: Wikimedia Commons
Onbekende fotograaf, Petronella (Nel) Borsboom en Anton de Kom (ca. 1926). Bron: Wikimedia Commons

 

In zijn woonplaats Den Haag kwam De Kom in contact linkse Indonesische studenten, die vanuit Nederland bezig waren met de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië. Mohammed Hatta was een van hen. In deze jaren kwam De Kom ook in aanraking met het communisme en hij begon met het schrijven over de situatie in Suriname.

Terug naar Suriname
Eind 1932 kreeg De Kom te horen dat zijn moeder ziek was en niet lang daarna vertrok hij met zijn gezin naar zijn geboortestad Paramaribo. Een van de mooiste passages in Wij Slaven van Suriname gaat over hun aankomst:

“Ik sta op het dek van de ‘Rensselaer’, een blijde lichte morgen in januari. Twee uur geleden is de zon met een bloedrooden glimlach opgestaan uit haar leger, haar gloeiende kogel rolt als een vurige ballon langs den strakblauwen hemel en trekt de melkwitte nevelsluiers tot zich, waarachter de groene muur van de kust schuil gaat. Uit de lucht storten stroomen van warmte en licht op het witglimmende scheepsdek. Aarde en zee van Suriname nemen een douche van zonlicht. Zwellend en bruisend vloeit de machtige stroom van de rivier ons tegen. Dicht bij de stad is haar water lichtblauw en tot op groote diepte doorschijnend.”

Bij de aankomst stond een enorme menigte op hem te wachten. De Koms reputatie was hem vooruitgesneld. Er stonden echter niet alleen sympathisanten in de mensenmassa – De Kom werd in de gaten gehouden. Hoewel hij er op bezoek was om zijn zieke moeder te bezoeken en nog amper een pen had vastgehouden, was een vermeende communistisch agitator zoals hij was niet welkom.
 

Maarten van der Bent, House of Anton de Kom in Frimangron (2014). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 2.0)
De Koms geboortehuis in de Pontewerfstraat, die tegenwoordig Anton de Komstraat heet. Maarten van der Bent, House of Anton de Kom in Frimangron (2014). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 2.0)

 

De regering omverwerpen
Al voor zijn aankomst had De Kom het verdrietige nieuws te horen gekregen dat zijn moeder was overleden. Hij besloot zijn tijd in Paramaribo nuttig gebruiken en probeerde lezingen te organiseren. Hiermee liep hij tegen de grenzen van het regime aan: zijn lezingen werden direct verboden. Uiteindelijk zette De Kom bij zijn geboortehuis in de Pontewerfstraat een soort ombudskantoor op. Van heinde en verre kwamen mensen bij hem hun beklag doen over de oneerlijke situatie.

De autoriteiten grepen in en De Kom werd gearresteerd. Hij werd naar Fort Zeelandia gebracht, zonder proces. De aanklacht was zwaar – het werd hem verweten de regering omver te willen werpen.

Zwarte Dinsdag
Het nieuws van de arrestatie van De Kom verspreidde zich snel en buiten de muren van het fort werd het steeds onrustiger. Op 7 februari 1933 barstte de bom. De koloniale politie beschoot een vreedzaam protesterende menigte en twee mensen kwamen om het leven. Een van hen, Cyril Murray, werd tijdens het schuilen in zijn rug geschoten. Deze dag staat bekend als Zwarte Dinsdag.

Nel de Kom en hun kinderen besloten Suriname te verlaten. Pas op het laatste moment en in het geheim mocht De Kom zich bij zijn gezin voegen. Hij werd verbannen, en de boodschap dat hij niet meer welkom is, is tot op de dag van vandaag niet ingetrokken.

Via het Franse Le Havre reisde De Kom terug naar Nederland. Hier stapte een journalist van De Tribune aan boord om De Kom te vragen wat er in Suriname was gebeurd. Het interview spreekt boekdelen. De Kom vertelt dat er tijdens zijn verhoring werd gevraagd naar zijn “boek over Suriname”. In Paramaribo was er dus blijkbaar weet van dat hij bezig was met Wij Slaven van Suriname.
 

Onbekende maker, Anton de Kom in De Tribune (27 mei 1933). Bron: Delpher (PD)
Onbekende maker, Anton de Kom in De Tribune (27 mei 1933). Bron: Delpher (PD)

 

Wij Slaven van Suriname
Het is natuurlijk het werk waarmee De Kom (postuum) bekend is geworden: Wij Slaven van Suriname. De Kom werkte hard aan het boek. Hij bleef schrijven terwijl zijn uitgever Atlas Contact maar bleef schrappen. Toen Wij Slaven van Suriname in 1934 eindelijk uitkwam, viel de verkoop tegen. In de eerste zes maanden van 1935 werden er slechts 47 exemplaren verkocht. Blijkbaar zat men (nog) niet te wachten op het werk van De Kom.

Toch bleef De Kom schrijven. Er zijn een zo goed als compleet filmscript (Tjibboe), gedichten (in 1969 postuum uitgebracht in de bundel Strijden ga ik) en kinderverhalen, die Atlas Contact recent nog publiceerde in het boek Anangsieh Tories, bekend.

Verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog
Na terugkomst in Nederland ging het niet goed met De Kom. Hij werd in de gaten gehouden en kon geen werk vinden, de crisis brak uit en er was ruzie met de uitgeverij over een Duitse en Franse vertaling. Hij werd een tijdje opgenomen voor rusttherapie in een kliniek in Loosduinen. Kort na zijn herstel brak de Tweede Wereldoorlog uit.  

De Kom sloot zich aan bij het verzet, maar werd in 1944 herkend als communist en verraden. Via Kamp Vught, Sachsenhausen en Bergen-Belsen kwam hij terecht in Sandbostel, een nietszeggende plaats tussen Hamburg en Bremen. Eigenlijk was Sandbostel een krijgsgevangenkamp, maar omdat de Duitsers Bergen-Belsen vlak voor de bevrijding ontruimden, werden de gevangenen via helse tochten met veel slachtoffers naar Sandbostel getransporteerd. De Kom was een van hen. Vlak voor de bevrijding van het kamp, op 24 april 1945, overleed hij.
 

Onbekende fotograaf, Wij Slaven van Suriname (geschat op ca. 1965). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)
Onbekende fotograaf, Wij Slaven van Suriname (geschat op ca. 1965). Bron: Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)

 

Nagedachtenis
Thuis wisten ze niets van zijn overlijden. Nel de Kom zat vaak in de erker van hun huis aan de Johannes Kamphuisstraat in Den Haag, te wachten tot haar geliefde weer zou terugkeren. Duidelijkheid en ruimte voor afsluiting kwam pas vijftien jaar later, toen De Koms lichaam in 1960 kon worden geïdentificeerd. Vanwege zijn rol in het verzet werd hij herbegraven op het Nationaal Ereveld in Loenen.

Rond deze tijd begon De Koms dochter Judith aan een zoektocht naar wie haar vader was. Bijna gelijktijdig met de herbegrafenis in Loenen werd Wij Slaven van Suriname door Surinaamse studenten in Leiden herontdekt. Er worden bootlegs van gemaakt, illegale kopieën, waarvan een aantal liggen opgeslagen bij The Black Archives in Amsterdam. In 1971 verscheen de eerste officiële herdruk.

De Koms nabestaanden hebben hard gewerkt om de herinnering aan hem levend te houden, en met resultaat. Wij Slaven van Suriname werd in 2020 opnieuw uitgegeven en op NPO1 uitgeroepen tot beste non-fictie boek van het jaar. Begin 2021 werd er een motie in de Tweede Kamer aangenomen voor het eerherstel van De Kom. Een man die bijna een eeuw lang geen plaats had in ons collectief geheugen, is daar inmiddels haast niet meer uit weg te denken. Maar wat trekt ons, en mij als een van de makers van de podcastreportage over hem, nu zo aan?

Strijd tegen onrecht van nu
Het levensverhaal van De Kom is bijzonder fascinerend. Voor mij was hij een man die het goede probeerde te doen voor mensen die het minder hadden, hoewel hij daar zelf vaak mee in de problemen kwam en er zijn gezin soms door in een moeilijke positie bracht. Het verhaal van De Kom geeft ons een blik op de wereld van ongelijkheid, systematische onderdrukking en onrecht, en laat ons tevens zien hoe mensen zich daartegen kunnen verzetten. Of het nu de strijd tegen racisme, fascisme of andere vormen van systematische ongelijkheid betreft – het werk van Anton de Kom bevat, lijkt wel, een boodschap voor iedereen.

Het is een boodschap die ook nog 124 jaar na de geboorte van De Kom kraakhelder en relevant is, en ik vind het daarom ook niet vreemd dat juist híj een symbool is geworden in de strijd die vandaag de dag tegen onrecht wordt gevoerd.

 

Paul de Jong is historicus en podcaster. De podcast Strijden ga ik, die hij samen met historicus Tim Streefkerk maakte, is gratis te beluisteren op de website van de KRO-NRCV en alle grote platforms zoals Spotify en Apple Podcasts.

Meer lezen?
Anton de Kom, Wij slaven van Suriname (1934, herdruk 2021)
Anton de Kom, Anangsieh Tories (2022)
Alice Boots en Rob Woortman, Anton de Kom (2010)
 

Delen: