400 jaar geleden: Synode van Dordrecht

Op 13 november is het 400 jaar geleden dat de Synode van Dordrecht begon. De synode moest na roerige jaren van religieuze twisten de rust terugbrengen in de Republiek. Fred van Lieburg vertelt hoe het ook alweer zat en laat zien hoe zich een openbare religieuze zuivering voltrok…

Bijna belandde de nog jonge Republiek der Verenigde Nederlanden in een burgeroorlog. Het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) mocht de oorlog met Spanje tijdelijk hebben stilgelegd, de binnenlandse verdeeldheid op religieus gebied kwam sterker dan ooit aan de oppervlakte. Een groot deel van de bevolking was nog rooms-katholiek of in elk geval geen lid van de gereformeerde kerk, die na de Nederlandse Opstand de plaats van de oude kerk had ingenomen. Velen vonden de gereformeerde leer of de calvinistische levensstijl te streng. Wilde er ooit weer een gezamenlijk christelijk huis mogelijk zijn, dan zouden predikanten en kerkbestuurders geen theologische scherpslijpers moeten zijn. Er diende ruimte te zijn voor meningsverschillen, vonden veel regenten die zich verantwoordelijk voelden voor de eenheid van staat en religie en voor rust en orde in het land.

synode van dordrecht 2
Opening van de Synode van Dordrecht in de grote zaal van de Kloveniersdoelen (Rijksmuseum, Amsterdam).

 

Gedwongen tolerantie

In 1614 namen de Staten van Holland de resolutie tot Vrede der Kerken aan. Dat leek nodig, omdat zowel geleerde theologen en juristen als eenvoudige predikanten en gemeenteleden niet uitgediscussieerd raakten over het leerstuk van de predestinatie. God had besloten dat de mensheid uiteindelijk in tweeën zou worden gedeeld. Het ene deel kwam terecht in de hel vanwege de zonde; het andere deel mocht uit genade naar de hemel. De vraag was alleen of God die weinige gelukkigen zonder aanzien des persoons had uitverkoren, of welwillend rekening had gehouden met geloof en gedrag. Zo niet, dan leek het menselijk leven een zinloze reis naar een toch al vast liggende bestemming. En was God dan soms zelf de uitvinder van de zonde en de eeuwige straf?

Gomarus vs. Arminius

De Leidse hoogleraren Franciscus Gomarus en Jacobus Arminius hadden in 1604 fel gedebatteerd over de kwestie. Zij namen tegengestelde posities in, die door hun volgelingen nog verder op de spits werden gedreven. De Gomaristen golden als radicaal en waren onmiskenbaar in de meerderheid. Reden voor de gematigde Arminianen om steun te zoeken bij de overheid. Een groep individuele predikanten vroeg in een ‘remonstrantie’ of verzoekschrift aan de Staten van Holland ruimte voor het verkondigen van een eigen visie. Die ruimte kregen ze, maar vanuit de kerk kwam er vanzelf een ‘contraremonstrantie’, zowel tegen de afwijkende leerstellingen als tegen de overheidsbemoeienis. Was het niet aan de kerk zelf om haar geloofsbelijdenis te bepalen? De Staten van Holland, geleid door landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt, hoopten dat de gemoederen zouden bedaren. Toen de onrust in steden en dorpen alleen maar toenam, was de vredesresolutie van 1614 erger dan de kwaal. Verdraagzaamheid viel niet af te dwingen. De tegenstellingen groeiden uit tot een scheuring in kerkelijke gemeenten en in de gehele samenleving.

 

uittocht remonstranten
Kort nadat de remonstranten in 1619 uit de synode van Dordrecht waren gezet, werden er 200 predikanten afgezet. Velen van hen werden verbannen, maar keerden spoedig in het geheim weer terug. Ze begonnen in Amsterdam hun eigen kerkdiensten te houden en werden oogluikend geduld. Deze 18de-eeuwse aquarel is gebaseerd op een spotprent uit 1619 getiteld ‘De uittocht der remonstranten’ (Rijksmuseum, Amsterdam).

 

Nationale synode

Het Hollandse twistvuur breidde zich uit naar Utrecht, Gelderland en Overijssel. In 1617 greep Gelderland in door samen met de minder door religieuze rebellie getroffen provincies Zeeland, Friesland en Groningen de andere drie te overstemmen in de Staten-Generaal. Zij maakten zich sterk voor een andere, reeds lang bepleite oplossing. Een nationale synode, bestaande uit kerkelijke vertegenwoordigers uit alle gewesten, zou met politiek en theologisch gezag duidelijk moeten maken wat de leer van de gereformeerde kerk inhield. Prins Maurits, steeds meer tegenspeler dan bondgenoot van Oldenbarnevelt in de aansturing van de Republiek, steunde deze optie en koos partij voor de contraremonstrantse meerderheid binnen de publieke kerk. Holland, Utrecht en Overijssel waren nog niet op de knieën gedwongen, toen in juni 1618 de uitnodigingen voor de nationale synode de deur uitgingen.

Dordrecht, samen met Amsterdam de dwarsligger in de Statenvergadering, mocht het calvinistische concilie binnen haar muren organiseren. De synode was openbaar toegankelijk, en trok publiek uit binnen- en buitenland. Herbergiers deden uitstekende zaken. Maar de organisatoren merkten al die toeloop ook nadelen had: want hoe houd je de media in de hand?

Lees verder over synodetoerisme en 17de-eeuwse public relations in het oktober-nummer van Geschiedenis Magazine, nu in de winkel!

 

Delen: