Onthullingen Vietnamoorlog: hoe Daniel Ellsberg de Pentagon Papers openbaar maakte

Afgelopen vrijdag, 16 juni, overleed de Amerikaanse klokkenluider Daniel Ellsberg. In 1971 zorgde hij voor grote maatschappelijke beroering door een geheim rapport te openbaren. Uit deze zogeheten Pentagon Papers bleek hoe cynisch het Amerikaanse Vietnambeleid in elkaar stak.

Het is 1966. De Vietnamoorlog woedt volop. De Amerikaanse minister van Defensie Robert McNamara staat na een bezoek aan het oorlogsgebied op het vliegveld de pers te woord. Hij zegt dat er sinds de komst van ruim 100 000 man extra militairen behoorlijk vooruitgang is geboekt en dat de overwinning slechts een kwestie van tijd is. Achter hem staat de 36-jarige Defensiemedewerker Daniel Ellsberg. In een documentaire die later over hem is gemaakt, horen we wat Ellsberg toen dacht: ‘Ik hoop nooit in een positie te komen waarin ik zo moet liegen.’ Kort tevoren in het vliegtuig had de minister nog geconstateerd dat alle tot dan toe genomen militaire maatregelen geen resultaat hadden en dat het eind van de oorlog zeker nog niet in zicht was. Ellsberg nam deel aan dat gesprek. 

McNamara laat vervolgens in het geheim onderzoeken hoe het kan dat de Amerikaanse inspanningen al twintig jaar niets uithalen. Ellsberg is een van de onderzoekers. 

Vietcong bestrijden
Daniel Ellsberg (1931) geldt na zijn studie economie aan Harvard als briljant en veelbelovend. Hij komt in dienst van de denktank Rand Corporation, die hem in 1964 op het ministerie van Defensie het Pentagon detacheert als naaste medewerker van de minister. Het is midden in de Koude Oorlog en de strijd in Vietnam wordt steeds verder opgevoerd. Hij adviseert over de te volgen strategie om het communisme een halt toe te roepen en de Vietcong in Zuid-Vietnam te bestrijden. 

In 1965 vertrekt hij vrijwillig als militair naar Vietnam om met eigen ogen de gevolgen van de Amerikaanse politiek te zien. De werkelijkheid is anders dan hij zich in Washington had voorgesteld. Hij constateert dat de officiële berichtgeving zwicht onder de druk om vooral goed nieuws te brengen. Op zijn expedities door rijstvelden en jungle signaleert hij in plaats van vooruitgang een almaar escalerend conflict met toenemend geweld ten koste van vele onschuldige slachtoffers. Hij komt in 1967 gedesillusioneerd terug. 

Zijn twijfel aan de Amerikaanse missie wordt sterker als hij betrokken raakt bij het door McNamara gelaste onderzoek naar de Amerikaans-Vietnamese relatie tussen 1945 en 1967. Het rapport (later de Pentagon Papers genoemd) is in 1969 af: een 47-delig encyclopedisch werk, bestaand uit zo’n 3000 pagina’s historische analyse en 4000 pagina’s uiterst geheime regeringsdocumenten. De betrokken auteurs zijn militaire officieren in dienst, academici en burgers van het ministerie. Er worden vijftien kopieën gemaakt; twee daarvan komen terecht bij de Rand Corporation, Ellsbergs werkgever. Als voormalig lid van de studiegroep en als medewerker van Rand is hij een van de zeer weinigen die het rapport en de onderliggende documenten mogen inzien. Uit het rapport blijkt onder andere dat vier achtereenvolgende presidenten hebben gelogen omtrent de werkelijke situatie in Vietnam, omdat zij niet verantwoordelijk wilden zijn voor het communistisch worden van dit land. Ellsbergs visie op de oorlog in Vietnam verandert er radicaal door.

Daniel Ellsberg spreekt op een vredesconferentie in New York, 1972. Foto door Bernard Gotfryd, Library of Congress, publiek domein.

 

‘De verdomde New York Times
Zijn geweten laat hem niet met rust. Ook al werkt Ellsberg nog steeds voor Defensie, hij komt steeds vaker in contact met tegenstanders van de oorlog. Gestimuleerd door Patricia Marx, de vrouw met wie hij in 1970 zal trouwen, woont hij demonstraties bij en komt zo in contact met dienstweigeraars: jonge mensen die liever vijf jaar de gevangenis ingaan dan zich melden en worden uitgezonden naar Vietnam. Bij een toespraak van een van hen raakt hij zeer geëmotioneerd. Achteraf ziet hij dit moment als beslissend, als een bijlslag: ‘It was as though an ax had split my head.’ Niet zozeer om wat de man zei, maar omdat Ellsberg zich ineens en met kracht realiseerde dat deze man vijf jaar van zijn leven opgaf, gewoon omdat hij dacht dat dat het juiste was. Hij praatte niet alleen, hij deed! 

Ellsberg beseft dat ook hij iets kan doen. Het betekent een volledige ommekeer in zijn leven Hij besluit zich voortaan in te zetten voor terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Vietnam. Hij zet zijn loopbaan op het spel en riskeert een levenslange gevangenisstraf als hij besluit tot openbaarmaking van de Pentagon Papers. De regering weet, en hij weet, dat de oorlog niet is te winnen en dat er alleen maar meer slachtoffers zullen vallen. Hierover zwijgen beschouwt hij nu als medeplichtigheid: ‘Niet alleen de top heeft zaken verborgen gehouden voor het volk, maar ook ik heb dat gedaan.’ 

Nachtenlang is hij bezig met het kopiëren van de duizenden pagina’s aan documenten. Zijn vriend en Rand-collega Anthony Russo en zelfs zijn eigen kinderen, in het begin van hun tienerjaren, helpen hem daarbij. Hij spreekt erover met William Fulbright en andere senatoren die kritisch staan ten opzichte van de oorlog, maar die durven niet mee te werken aan de openbaarmaking van staatsgeheimen. Ook de pers twijfelt, want een publicatieverbod zou het gevolg kunnen zijn. De New York Times hakt uiteindelijk de knoop door. Terwijl Ellsberg (met Patricia) in de bioscoop afleiding zoekt bij Butch Cassidy and the Sundance Kid, draaien de persen van de krant. Uit voorzorg staan rond de drukkerij overal bewakers met wapens. Het eerste artikel verschijnt de volgende dag, 13 juni 1971.

 President Richard Nixon en zijn twee nationale veiligheidsadviseurs Henry Kissinger en Alexander Haig zijn furieus. De tapes met hun gesprekken liegen er niet om. Haig: ‘Die verdomde New York Times brengt een uiterst geheim regeringsdocument(…), dit is een zeer ernstig veiligheidsrisico.’ Nixon, nog niet wetend wie hij moet beschuldigen: ‘My view is to prosecute the goddamn pricks that gave it to the Times’ - ‘vervolg de verdomde klootzakken die dit aan de Times hebben gegeven.’

Intussen komen de onthullingen: de Zuid-Vietnamese president Ngo Dinh Diem is met medeweten van de Amerikanen vermoord, toen zijn bewind niet populair bleek. Het Tonkin-incident was geen Noord-Vietnamese aanval maar een manipulatie van feiten door de Amerikanen om de inzet van grondtroepen te rechtvaardigen. Onder het kopje What they said in public and in private wordt een memo aangehaald dat de werkelijke en ontluisterende redenen van Amerika’s aanwezigheid in Vietnam onder president Lyndon Johnson duidelijk maakt: ‘10% om de Zuid-Vietnamezen te helpen. 20% om de Chinezen te stoppen. 70% om ons gezicht te redden.’ 

Het zal je kind maar wezen dat om die reden naar Vietnam moet. De media staan te dringen. Nixon krijgt het gedaan dat de Times moet stoppen met publiceren, maar Ellsberg heeft de Pentagon Papers nog naar andere kranten gelekt. De Washington Post treft vervolgens ook een publicatieverbod, maar er zijn maar liefst vijftien andere kranten die het estafettestokje willen overnemen. In hoeverre het bekend worden van de Pentagon Papers uiteindelijk heeft bijgedragen aan het eind van de oorlog, is niet te zeggen. Wel is zeker dat de publicatie grote invloed heeft gehad op de publieke opinie.

Studenten van de Florida State University protesteren tegen de oorlog, 1970. State Archives of Florida, Florida Memory, https://floridamemory.com/items/show/25387, via Wikimedia Commons

 

Loodgieters
Na een tijdje wordt bekend dat Daniel Ellsberg het brein is achter de onthullingen. Hij duikt onder. De advocaat die Nixon in de arm neemt, betwijfelt of Ellsberg kan worden veroordeeld. Het gaat tenslotte om de vrijheid van meningsuiting, een grondrecht in Amerika. Hoe dan ook, de publicatie van de Pentagon Papers is niet meer tegen te houden. 

Dan gooit Nixon het over een andere boeg. Ellsberg móét worden gepakt, oftewel, in het van hem bekende onparlementaire taalgebruik: ‘Let’s get the son-of-a-bitch into jail…’ ‘Geen zorgen over de rechtszaak,’ bezweert hij zijn medewerkers, ‘alles moet over hem in de openbaarheid komen, een berechting in de pers. We zullen hem vernietigen via de media.’ Voor Henry Kissinger is Ellsberg ‘the most dangerous man in America’, wat de titel wordt van een veelgeprezen documentaire over Ellsberg uit 2010 van Judith Ehrlich en Rick Goldsmith. 

Het Witte Huis benadert CIA-man Howard Hunt, die in 1961 de mislukte invasie in de Varkensbaai in Cuba voorbereidde. Samen met andere vertrouwelingen van de president moet hij alles over Ellsberg uitzoeken. Bij wijze van grap worden ze de White House Plumbers genoemd. Ze breken als ‘loodgieters’ in in het kantoor van de psychiater van Ellsberg om belastend materiaal te vinden dat Ellsbergs goede naam en geloofwaardigheid kan beschadigen. 

Tijdens het proces dat in 1973 begint, en waar Ellsberg 115 jaar tegen zich hoort eisen, komen Nixons illegale praktijken echter aan het licht en wordt Ellsberg vrijgesproken. Kort daarna komt uit dat het Witte Huis de Loodgieters ook heeft ingezet voor een inbraak in het hoofdkantoor van de Democraten het Watergate Hotel in Washington om hun campagne voor de presidentsverkiezingen te kunnen saboteren. De Watergate-affaire kost Nixon in 1974 zijn presidentschap: zo bijt de slang in zijn eigen staart.
 

Dit artikel is eerder verschenen in Geschiedenis Magazine 2012 afl. 2.

 

Het nieuwste nummer van Geschiedenis Magazine niet missen, maar nog geen abonnee? Meld je uiterlijk dinsdag 18 juli aan, dan krijg ook jij dit nummer thuisgestuurd!

Delen: