Mysterieus Voynichmanuscript eindelijk ontcijferd

Een onderzoeker van de University of Bristol zou erin zijn geslaagd de code te kraken van ‘de meest mysterieuze tekst ter wereld’, het Voynichmanuscript. Talloze cryptografen, linguïsten en andere onderzoekers beten eerder hun tanden stuk het document.

Volgens Gerard Cheshire, de onderzoeker die er in geslaagd zou zijn het manuscript te doorgronden, is de tekst geschreven in het proto-Romaans. Het zou gaan om een naslagwerk van de hand van een dominicaanse non en bedoeld voor de vrouwen aan het hof van Maria van Catillië, de koningin van Aragon. Niet iedereen is het daar echter mee eens: andere onderzoekers noemen de 'ontdekking' de zoveelste mislukte poging om het manuscript te ontcijferen.

Het boek van meer dan 200 bladzijden werd eind 16de eeuw gekocht door de Habsburgse keizer Rudolf II en verdween daarna uit het zicht tot 1912, toen de Poolse boekhandelaar Wilfred Voynich het ontdekte tussen een aantal oude documenten van Italiaanse Jezuïeten. Sinds 1969 is het manuscript in bezit van Yale University. 

Communistische propaganda

Het manuscript sprak de afgelopen eeuw sterk tot de verbeelding. Talloze pogingen om het te ontcijferen liepen stuk. Het was een raadsel waarover wilde verhalen en theorieën de ronde deden. Zo zou het boek geschreven zijn door de franciscaan Roger Bacon, de alchemist Edward Kelley, de Engelse auteur Anthony Ascham, of zelfs door Wilfred Voynich zelf.  De tekst zou gesteld zijn in een oud-Mexicaanse taal en zou gaan over magie en alchemie, geheime codes, politieke en religieuze samenzweringen. De Amerikaanse National Securities Agency, dat in samenwerking met een Duitse codebreker ook een poging deed om de code te kraken, dacht zelfs dat het manuscript communistische propaganda bevatte. Uiteindelijk bereikten onderzoekers een zekere consensus: het manuscript was onmogelijk te kraken, misschien was het wel geschreven in een nonsenstaal en diende het beschouwd te worden als een ingewikkelde, ver doorgevoerde grap. 

Code gekraakt

Hoewel het doel en de betekenis van het manuscript wetenschappers al meer dan een eeuw ontging, zegt Cheshire dat het hem slechts twee kostte de tekst te ontcijferen. Hij deed verslag van zijn studie in het tijdschrift Romance Studies. Het boek is volgens Cheshire geschreven in het Proto-Romaans, een taal die voorafging aan de hedendaagse Romaanse talen, zoals het Portugees, Spaans, Frans, Italiaans, Roemeens, Catalaans en Galicisch. Hoewel de taal in de Middeleeuwen in het Middellandse Zeegebied vrij algemeen werd gesproken, werd die bijna niet geschreven. Belangrijke of officiële documenten waren in de regel in het Latijn opgesteld. Zo kon de Proto-Romaanse taal worden vergeten.

Juist omdat het in een uitgestorven taal is geschreven, was het manuscript volgens Cheshire zo moeilijk te ontcijferen. Hij legt uit dat het alfabet waarin de tekst is geschreven een combinatie is van onbekende en meer bekende symbolen en geen speciale leestekens bevat. Het beschikt niet over hoofdletters en er heeft ook geen dubbele medeklinkers. Wel bevat de tekst het enkele woorden en afkortingen in het Latijn. Nu de code gekraakt is, is de volgende stap om het gehele manuscript te vertalen en een lexicon op te stellen. Cheshire geeft toe dat dit wel enige tijd en fondsen zal vragen, het manuscript telt immers meer dan 200 bladzijden. 

Passage met bloemen uit het Voynichmanuscript.

 

Reddingsoperatie

Toch valt er volgens Cheshire nu al het een en ander over de inhoud van het document te zeggen. Vertalingen van een aantal delen laten zien dat het om een naslagwerk over onder meer geneeskrachtige planten, therapeutische baden en astrologie gaat. Onderwerpen als de geest en het lichaam van de vrouw, de voortplanting, het ouderschap komen aanbod. Alles in overeenstemming met de katholieke en andere religieuze overtuigingen van de Europese bewoners van het Middellandse Zeegebied in de late middeleeuwen.

Bovendien, zegt Cheshire, bevat het manuscript een uitvouwbare kaart, die het mogelijk maakt het manuscript te dateren en de oorsprong te achterhalen. De kaart zou het verhaal vertellen van een reddingsmissie die werd opgezet om de slachtoffers helpen van een vulkaanuitbarsting in de Tyrreense Zee, die begon op de avond van 4 februari 1444. Het boek werd samengesteld voor Maria van Castillië die de reddingsoperatie leidde tijdens de afwezigheid van haar echtgenoot koning Alfonso V van Aragon. 

Vrouwen in bad, in het Voynichmanuscript.

 

Vulkanische baden

Om precies te zijn werd het manuscript volgens Cheshire gemaakt in Castello Aragonese, een kasteel en citadel op een eilandje bij Ischia, nabij Napels. Het eiland Ischia is van oudsher bekend om zijn vulkanische baden, die nu nog steeds bestaan. Het document bevat dan ook veel afbeeldingen van naakte vrouwen in bad, zowel als therapie als ter ontspanning. Er zijn zelfs afbeeldingen van koningin Maria en haar hofdames die onderhandelen over handelsakkoorden, terwijl ze een bad nemen, zo schrijft Cheshire in zijn studie. 

 Maar Cheshire voorziet nog meer ontdekkingen: het manuscript is nog veel interessanter en informatiever is dan we al dachten.

Delen: