Kaspar Hauser: een groot 19de-eeuws raadsel

Op 26 mei 1828 werd in Neurenberg een wat vreemde gestalte aangetroffen. Een zeer kleine jongen met blauwe ogen en krullend haar, gekleed in boerenkledij. Hij kon amper lopen en spreken. Niemand had hem ooit eerder gezien. Een briefje dat hij bij zich droeg vermeldde enkele basale gegevens: Kaspar Hauser, geboren op 30 april 1812, zijn vader is een overleden cavalerie-officier. Op dat moment wist nog niemand dat deze Kaspar een van de grootste raadsels van zijn tijd zou worden.
 

‘Paard! Paard!’
Na zijn vondst werd Kaspar direct naar een politiepost gebracht. Hier bleek uit een andere brief dat zijn moeder hem op 7 oktober 1812 in voogdij had gegeven aan een arbeider. Deze had hem leren lezen en schrijven, maar de jongen had nooit een stap buiten de deur mogen zetten. De voogd sloot de brief af met de vraag of de kapitein van de cavalerie van Neurenberg Kaspar wilde opleiden tot cavalerist ‘zoals zijn vader was’. Zo niet, dan moesten ze hem maar ophangen.

 

Een voorstelling van Kaspar Hauser zoals hij in Neurenberg werd aangetroffen. Johann Georg Laminit, 1828/29, publiek domein.

 

De situatie werd nog vreemder toen de agenten met Kaspar zelf probeerden te communiceren. Volgens de brief zou Kaspar zestien jaar oud zijn, maar hij gedroeg zich eerder als een zesjarige. De enige zinnen die hij kon spreken waren ‘Ik wil een ruiter worden, zoals mijn vader was’ en ‘Paard! Paard!’. En het enige dat hij aannam was water en brood. Maar wat nog meer verbazing opriep: Kaspar kon wél zijn eigen naam schrijven.

Kelderjongen
Voor de zekerheid werd de vreemdeling gevangengezet. Al snel werd hij echter weer vrijgelaten en onder de hoede van schoolmeester en filosoof Friedrich Daumer geplaatst. Daumer leerde Kaspar lezen en schrijven en stelde hem door middel van homeopathische kruidenbrouwsels op zijn gemak. Zijn goede zorgen maakten dat Kaspar uiteindelijk in staat was te vertellen waar hij al die tijd had gezeten voordat hij in Neurenberg was opgedoken…

 

De gevangenenbewaker en zijn vrouw, die Kaspar verzorgden toen hij in de gevangenis zat. Andreas Hiltel and his wife, 1834, publiek domein.

 

Hij zou bijna zijn hele leven in een donkere, kleine kelder hebben doorgebracht, op water en brood en met twee houten speelgoedpaarden als enige gezelschap. Van tijd tot tijd werd hij verdoofd, zodat zijn kleren konden worden gewisseld en zijn haren geknipt. Kort voor hij werd vrijgelaten, verscheen er een gemaskerde man die hem de zin leerde ‘Ik wil een ruiter worden, zoals mijn vader was’, hem zijn eigen naam leerde schrijven en hem leerde staan en lopen. Niet lang daarna bracht de man Kaspar naar buiten, waar hij flauwviel. Toen hij weer bijkwam was hij op het Unschlittplatz in Neurenberg, waar hij uiteindelijk werd gevonden.

Moordaanslagen
Daumer was blij dat Kaspar eindelijk zijn verhaal kon vertellen, maar kreeg wel steeds meer het vermoeden dat de jongen de boel bedroog. Toen hij Kaspar van bedrog betichtte, kregen de twee ruzie. Een paar dagen later werd Kaspar bloedend in de kelder van Daumers huis gevonden. Hij vertelde dat hij door een gemaskerde man met een kapmes was aangevallen terwijl hij op het buitentoilet zat. In paniek was Kaspar het huis ingevlucht waarna hij zich in de kelder verborg.

Hoewel Kaspar de aanslag overleefde, kon hij niet langer bij de familie Daumer blijven wonen. Hij werd overgeplaatst naar de familie Biberbach, maar ook dat ging niet lang goed. Nadat mevrouw Biberbach hem eveneens had beschuldigd van ‘afschuwelijke leugenachtigheid’, klonk er een paar dagen later een pistoolschot uit Kaspars kamer. Met een bloedende hoofdwond vertelde Kaspar dat het pistool per ongeluk was afgegaan toen het van de muur viel.

De fatale aanslag vond plaats op 14 december 1833. Kaspar stond inmiddels onder voogdij van Lord Stanhope. Deze Brit van adel liet hem naar Ansbach komen en verzorgen door schoolmeester Johann Georg Meyer. Maar ook Meyer ontdekte de leugens van Kasper, wat op 9 december 1833 tot onenigheid leidde. Vijf dagen later werd Kaspar neergestoken in de Schlossgarten van Ansbach. Hij zei dat hij daarheen was gelokt om een tasje te overhandigen. De politie vond inderdaad een klein tasje met een briefje geschreven in spiegelschrift. De tekst luidde: ‘Hauser kan je heel precies vertellen hoe ik eruit zie en waar ik ben. Om Hauser de moeite te besparen, wil ik je zelf vertellen waar ik vandaan kom _ _. Ik kom van _ _ _ de Beierse grens _ _ Op de rivier _ _ _ _ _ zal ik je zelfs de naam zeggen: M. L. Ö.’ Drie dagen later stierf Kaspar aan zijn verwondingen. Zijn laatste woorden waren: ‘Ik heb het zelf niet gedaan.’

 

Het geheimzinnige briefje in spiegelschrift. Publiek domein.

 

Een ontvoerde prins
Zijn raadselachtige leven maakte Kaspar Hauser al in zijn eigen tijd tot een beroemdheid. Vanuit heel Europa kwamen nieuwsgierigen naar Neurenberg om een glimp van de vreemde jongen op te vangen, wat hem de naam ‘Kind van Europa’ opleverde. Hieronder waren ook heel wat juristen, theologen, pedagogen en psychologen die de raadsels en geruchten rondom het Kind van Europa trachtten te verklaren.

Eén van hen was de jurist Paul Anselm von Feuerbach die Kaspar al sinds zijn ‘ontdekking’ onderzocht. Hij geloofde in het kelderverhaal en vermoedde dat Kaspar eigenlijk de erfprins was van het groothertogdom Baden. Deze prins was geboren op 29 september 1812 en al op 16 oktober datzelfde jaar overleden. Het gerucht ging echter dat het prinsje door de gravin van Hochberg was verwisseld met een stervende baby. Zij zou zo haar zoon, die de tweede in lijn van opvolging was, op de troon willen krijgen. De rechtmatige opvolger van de groothertog zou dus nog in leven zijn, en Feuerbach legde al snel het verband met de vreemde jongeman die in Neurenberg was opgedoken.

 

Volgens de Badentheorie zouden Charles, groothertog van Baden, en de hier afgebeelde Stéphanie de Beauharnais, een getrouwde nicht en een geadopteerde dochter van Napoleon, Kaspars ouders zijn. 1820s. Publiek domein.

 

Sinds de introductie van DNA-technieken is deze Badentheorie nieuw leven ingeblazen. Een DNA-onderzoek uit 2002 levert het bewijs dat Kaspar inderdaad een afstammeling van het Huis Baden zou kunnen zijn. Toch is er nog steeds geen zekerheid: het gedeelte van het DNA-patroon van Kaspar dat overeenkwam met de Badenfamilie is redelijk gebruikelijk in Duitsland. En het Huis Baden weigert tot vandaag de dag de toestemming om het familiegraf te openen waarin het dode prinsje zou liggen.

Leugenaar
Artsen, neurologen, psychiaters en psychologen geloven dat er iets anders aan de hand was. Kasper zou hebben geleden aan autisme, epilepsie of epidermolysis bullosa. Dit laatste is een ziekte die een afwijking in de hersenen veroorzaakt, en veel voorkwam rondom Tirol. Volgens deze theorie zou Kaspar verwekt zijn door een soldaat uit het Beierse leger dat een streek dichtbij Tirol bezette.

De meeste wetenschappers en amateurs die gefascineerd zijn door het verhaal zijn er vandaag de dag echter van overtuigd dat Kaspar gewoon een leugenaar en fraudeur was. Bijna alle gezinnen waar Kaspar verbleef, beschuldigden hem van leugenachtig gedrag. Uit een notitie in zijn nalatenschap blijkt dat zelfs Feuerbach Kaspar niet meer vertrouwde: hij schreef dat hij hem een bedrieger vond die gedood moest worden. De aanslagen waar Kaspar slachtoffer van was, zou hij zelf in scene hebben gezet: telkens wanneer iemand ontdekte dat hij loog, volgde er al snel een moordpoging die het medelijden en de publieke belangstelling voor zijn levensverhaal opnieuw aanwakkerde. Zelfs de uiteindelijke moord en de brief zouden zijn eigen werk zijn geweest.
Hard bewijs ontbreekt echter nog steeds. Kaspar is nog steeds een raadsel…

 

De grafsteen van Kaspar Hauser. De tekst, vertaald uit het Latijn, luidt: ‘Hier ligt Kaspar Hauser. Een raadsel van zijn tijd, zijn geboorte onbekend, zijn dood duister. 1833’ Foto Tomasz Kamiennik, 2012, via wikimedia commons.

 

Delen: